ECLI:NL:RBZWB:2023:5847

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
22 augustus 2023
Publicatiedatum
23 augustus 2023
Zaaknummer
02-060462-23
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake uitvoer van heroïne met gevangenisstraf en bijzondere voorwaarden

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 22 augustus 2023, is de verdachte beschuldigd van het opzettelijk uitvoeren van ongeveer 1.554,83 gram heroïne op 27 februari 2023. De verdachte, geboren in 1989 en thans gedetineerd, heeft op de zitting van 8 augustus 2023 zijn verantwoordelijkheid genomen en de feiten erkend. De officier van justitie heeft een gevangenisstraf van 12 maanden geëist, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, en de verdediging heeft zich in deze eis kunnen vinden. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan de tenlastelegging en heeft de gevangenisstraf vastgesteld op 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank heeft bijzondere voorwaarden verbonden aan de voorwaardelijke straf, waaronder meldplicht bij de reclassering en deelname aan een gedragsinterventie gericht op verslaving. De rechtbank heeft ook de teruggave van de in beslag genomen auto aan de verdachte gelast, zodat hij en zijn vriendin weer over een auto kunnen beschikken na zijn vrijlating. De beslissing is gebaseerd op de artikelen 14a, 14b en 14c van het Wetboek van Strafrecht en artikelen 2 en 10 van de Opiumwet.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
parketnummer: 02/060462-23
vonnis van de meervoudige kamer van 22 augustus 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte01] ,
geboren op [geboortedatum01] 1989 te [geboorteplaats01] ,
thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Limburg-Zuid De Geerhorst,
raadsvrouw mr. N.C.M.L. Bloebaum, advocaat te Maastricht.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 8 augustus 2023, waarbij de officier van justitie, mr. R. in ‘t Veld, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is gewijzigd overeenkomstig artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering en als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte op 27 februari 2023 1.554,83 gram heroïne heeft uitgevoerd dan wel heeft vervoerd althans aanwezig gehad.

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie vindt de primair ten laste gelegde (verlengde) uitvoer door verdachte wettig en overtuigend bewezen en baseert zich daarbij op de bevindingen van de politie en het NFI en de bekentenis van verdachte op zitting.
4.2
Het standpunt van de verdediging
Gelet op de bekentenis van verdachte op zitting en de overige inhoud van het dossier kan ook volgens de verdediging de primaire ten laste gelegde (verlengde) uitvoer door verdachte wettig en overtuigend bewezen worden.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Gezien de inhoud van het dossier en de bekennende verklaring van verdachte op zitting acht de rechtbank de (verlengde) uitvoer wettig en overtuigend bewezen. Indien hoger beroep wordt ingesteld, zullen de bewijsmiddelen worden uitgewerkt en opgenomen in een bijlage die aan het vonnis zal worden gehecht.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
primair
op 27 februari 2023 te Ulvenhout, gemeente Breda, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht ongeveer 1.554,83 gram van een materiaal bevattende heroïne, zijnde heroïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Dit levert het in de beslissing genoemde strafbare feit op.
Verdachte is strafbaar, nu niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
Gelet op de volledige verantwoordelijkheid die verdachte heeft genomen op zitting vordert de officier van justitie aan verdachte op te leggen 12 maanden gevangenisstraf, waarvan 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging kan zich vinden in de eis van de officier van justitie.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft op zitting inderdaad de volledige verantwoordelijkheid genomen voor het met zijn auto vervoeren van ruim 1,5 kilo heroïne met een bestemming buiten Nederland, namelijk België. Daarvoor waren door de rechter-commissaris bij de bewaring geen ernstige bezwaren aangenomen, omdat er nog een afslag richting Tilburg op de route van verdachte lag. Op zitting heeft verdachte echter meteen gezegd dat België zijn bestemming was om vervolgens daar de heroïne over te dragen. De raadsvrouw heeft toegelicht dat deze volledige openheid de eigen keuze van verdachte is geweest.
Die volledige openheid doet natuurlijk niets af aan de ernst van de georganiseerde internationale harddrugshandel, waaraan verdachte heeft meegewerkt. Ook met 1,5 kilo heroïne kan in België de verslaving van vele gebruikers gevoed worden. Een verslaving die grote gezondheidsrisico’s veroorzaakt voor die gebruikers en vaak leidt tot overlast en schade voor anderen, met name omdat gebruikers meestal via criminaliteit aan het geld komen voor hun verslaving.
Dat laatste gold ook voor verdachte, die tot aan zijn aanhouding heroïne gebruikte. Daarmee had hij een schuld opgebouwd bij zijn leverancier. Die moest hij betalen of het transport van 27 februari 2023 rijden. Dat transport leidde die dag tot zijn aanhouding in Ulvenhout, nadat het transport anoniem weg was getipt bij de Belgische politie, die het weer doorgaf aan de Nederlandse collega’s. Achteraf gezien is verdachte blij met zijn aanhouding en de daarop volgende voorlopige hechtenis, omdat het voor hem een keerpunt is geweest. Verdachte is namelijk in de eerste paar weken afgekickt van de heroïne en gebruikt inmiddels ook al langere tijd geen methadon meer.
Op zitting heeft de rechtbank zelf kunnen zien dat verdachte daardoor lichamelijk een stuk is opgeknapt. De rechtbank heeft echter ook de geestelijke vastberadenheid van verdachte gehoord om eenmaal weer buiten de verleiding van heroïne te blijven weerstaan. Hij wil een fijn leven met zijn vriendin opbouwen en is graag bereid de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden te accepteren. Hij ziet namelijk in dat hij buiten de gevangenis de nodige hulp kan gebruiken bij het blijven volgen van het heroïnevrije rechte pad.
De rechtbank waardeert de volledige verantwoordelijkheid die verdachte op zitting heeft genomen en heeft respect voor de stappen die hij in voorlopige hechtenis al heeft gezet. Daarom zal de rechtbank aan het ondersteunen van de toekomst van verdachte meer gewicht toekennen dan aan het afstraffen voor zijn misdaad op 27 februari van dit jaar. Nog meer dan de officier van justitie al heeft gedaan. Dat betekent dat de rechtbank een gevangenisstraf van 12 maanden op zal leggen, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Aan die voorwaardelijke straf zullen ook de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden worden verbonden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet.

7.Het beslag

De in beslag genomen auto van verdachte is gebruikt bij het plegen van het strafbare feit en behoort aan verdachte toe en komt dus voor verbeurdverklaring in aanmerking. De rechtbank zal echter de teruggave gelasten aan verdachte, zoals door de officier van justitie en de raadsvrouw is verzocht. Zo kunnen verdachte en zijn vriendin weer over een auto beschikken als verdachte vrij komt.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b en 14c van het Wetboek van Strafrecht en artikelen 2 en 10 van de Opiumwet zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
primairopzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A van de Opiumwet
gegeven verbod;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar;- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast omdat verdachte voor het einde van de proeftijd de hierna vermelde voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte zich binnen drie dagen nadat hij uit detentie is ontslagen meldt bij Inforsa Reclassering via het telefoonnummer 088-1617500. Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
* dat verdachte actief deelneemt aan de gedragsinterventie Leefstijltraining of een andere gedragsinterventie die gericht is op verslaving en middelengebruik. De reclassering bepaalt welke training het precies wordt. Verdachte houdt zich aan de afspraken en aanwijzingen van de trainer/begeleider;
* dat verdachte zich laat behandelen door Inforsa of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start na ontslag uit detentie en duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt.
Bij een terugval in middelengebruik of verslechtering van het psychiatrische ziektebeeld kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende opname voor crisisbehandeling, detoxificatie, stabilisatie, observatie of diagnostiek. Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende opname indiceert, zal verdachte zich, na goedkeuring door de rechter, laten opnemen in een zorginstelling voor zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing in forensische zorg bepaalt in welke zorginstelling de opname plaatsvindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorginstelling dat nodig vindt;
* dat verdachte geen drugs gebruikt en meewerkt aan controle op dit verbod. De controle gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
* dat verdachte zich inspant voor het vinden en behouden van betaald werk, onbetaald werk en/of vrijetijdsbesteding, met een vaste structuur;
* dat verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, medewerking verleent aan het nemen van vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage biedt;
* dat verdachte medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van dit vonnis in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf.
Beslag- gelast de teruggave aan verdachte van het inbeslaggenomen voorwerp, te weten:
* 1 STK Personenauto (omschrijving: G2565152 Renault Clio);
Voorlopige hechtenis
- heft het bevel tot voorlopige hechtenis op met ingang van de dag dat het voorarrest gelijk is aan het onvoorwaardelijk gedeelte van de opgelegde straf.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.H. de Brouwer, voorzitter, mr. M. Breeman en mr. J.F.C. Janssen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S.D.M. Bos, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 22 augustus 2023.