ECLI:NL:RBZWB:2023:5846
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep inzake dwangsom voor studiefinanciering door de rechtbank
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser, een Kroatische student aan de Universiteit Utrecht, over zijn verzoek om toekenning van een dwangsom wegens het niet tijdig nemen van een beslissing door de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) over zijn recht op studiefinanciering voor het jaar 2022. Eiser had eerder een aanvraag voor studiefinanciering ingediend, maar DUO had dit verzoek afgewezen met het primaire besluit van 15 december 2021. Het bezwaar van eiser tegen deze afwijzing werd op 16 februari 2022 kennelijk ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep op 9 november 2022 behandeld, maar partijen hebben zich afgemeld voor de zitting. Na het indienen van reacties door beide partijen, heeft de rechtbank het onderzoek op 25 mei 2023 gesloten.
De rechtbank oordeelt dat DUO op goede gronden het verzoek om toekenning van een dwangsom heeft afgewezen. Eiser voert aan dat hij slechts eenmaal een aanvraag om studiefinanciering hoeft in te dienen om doorlopend aanspraak te maken op studiefinanciering. De rechtbank stelt echter vast dat DUO niet verplicht was om een besluit te nemen over eisers recht op studiefinanciering voor het jaar 2022, omdat er geen lopende toekenning was en eiser geen nieuwe aanvraag had ingediend. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat DUO geen dwangsom verschuldigd is. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.