ECLI:NL:RBZWB:2023:5845
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep inzake dwangsom voor studiefinanciering door de rechtbank
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedaan op 17 augustus 2023, wordt het beroep van eiser beoordeeld met betrekking tot zijn verzoek om toekenning van een dwangsom wegens het niet tijdig nemen van een beslissing over zijn recht op studiefinanciering voor het jaar 2022. Eiser, een Kroatische burger die in Nederland de studie Bestuurskunde volgt, had op 22 augustus 2020 een aanvraag voor studiefinanciering ingediend. DUO had eerder zijn aanvraag voor het jaar 2021 afgewezen, omdat hij niet voldeed aan de nationaliteitseis. Eiser had in december 2021 DUO verzocht om een beslissing over zijn recht op studiefinanciering voor 2022, maar dit verzoek werd afgewezen met het primaire besluit van 17 december 2021. Het bezwaar van eiser tegen deze afwijzing werd op 14 februari 2022 kennelijk ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft het beroep op 9 november 2022 behandeld, maar partijen hebben zich afgemeld voor de zitting. Na het indienen van reacties door beide partijen, heeft de rechtbank het onderzoek op 25 mei 2023 gesloten. De rechtbank oordeelt dat DUO op goede gronden heeft besloten dat er geen dwangsom verschuldigd is, omdat er geen lopende toekenning van studiefinanciering was en eiser geen nieuwe aanvraag voor 2022 had ingediend. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat eiser geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.