In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 22 augustus 2023, wordt het beroep van eiser beoordeeld. Eiser heeft de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangesproken omdat deze niet tijdig heeft beslist op zijn verzoek om informatie op basis van de Wet open overheid (Woo). Eiser had verzocht om openbaarmaking van informatie over controles van garnalen en vissen in 2022 en 2023, evenals resultaten van PFAS-metingen van 1 januari 2022 tot 5 mei 2023. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is en doet uitspraak zonder zitting, zoals toegestaan onder artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank stelt vast dat de minister niet binnen de wettelijk vereiste termijn van vier weken heeft beslist op de aanvraag van eiser. De minister had de beslistermijn op 5 juni 2023 met twee weken verlengd, maar deze verlenging was buiten de beslistermijn verstuurd. De termijn voor de minister om te beslissen was inmiddels verstreken, en eiser had de minister op 16 juni 2023 in gebreke gesteld. De rechtbank bepaalt dat de minister binnen twee weken na deze uitspraak alsnog een besluit moet nemen.
Daarnaast legt de rechtbank een dwangsom op van € 100,- per dag voor elke dag dat de minister de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank concludeert dat het beroep gegrond is, en dat de minister het griffierecht van € 184,- aan eiser moet vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.