Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], uit [woonplaats] , betrokkene
Inleiding
Wat ging aan deze procedure vooraf
Wat vindt het UWV
.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 18 augustus 2023 uitspraak gedaan in het beroep van eiser, die als bewindvoerder optreedt voor betrokkene, tegen de afwijzing van een aanvraag voor een WIA-uitkering door het UWV. De rechtbank beoordeelt of het UWV terecht heeft vastgesteld dat betrokkene op 17 maart 2022 minder dan 35% arbeidsongeschikt is, namelijk 24,64%. De rechtbank constateert dat het UWV in zijn besluit van 15 november 2022 is gebleven bij de afwijzing van de WIA-aanvraag, na een medisch en arbeidskundig onderzoek. Eiser heeft in beroep enkel de bezwaargronden herhaald zonder nieuwe argumenten aan te voeren. De rechtbank oordeelt dat het aan eiser is om gemotiveerd aan te geven waarom hij het niet eens is met het bestreden besluit, maar constateert dat de herhaling van bezwaargronden niet als een gemotiveerde betwisting kan worden opgevat. De rechtbank concludeert dat het UWV terecht heeft geweigerd de WIA-uitkering toe te kennen, omdat betrokkene op de relevante datum minder dan 35% arbeidsongeschikt was. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat hij geen gelijk krijgt en geen vergoeding voor proceskosten of griffierecht ontvangt.