In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 10 augustus 2023 een vonnis in kort geding uitgesproken. De eiseres, vertegenwoordigd door mr. E. van Roosmalen van DAS Rechtsbijstand Verzekering, vorderde betaling van achterstallig loon en deugdelijke bruto/netto-specificaties van de vennootschap onder firma (V.O.F.) en haar vennoten. De VOF en de vennoten zijn niet verschenen op de zitting, waardoor verstek is verleend. De kantonrechter heeft beoordeeld of de eiseres een spoedeisend belang heeft bij de gevorderde voorzieningen en of de vorderingen in een bodemprocedure kans van slagen hebben. De kantonrechter oordeelde dat het spoedeisend belang van de eiseres, die haar loon nodig heeft voor haar levensonderhoud, voldoende was. De gevorderde voorzieningen werden niet onrechtmatig of ongegrond bevonden, waardoor deze toewijsbaar zijn. De VOF werd veroordeeld tot betaling van een bedrag aan loon en vakantiegeld, alsook tot het verstrekken van de gevraagde specificaties binnen een bepaalde termijn, op straffe van een dwangsom. Tevens werd de VOF veroordeeld in de proceskosten van de eiseres, die op € 878,10 zijn vastgesteld. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de VOF direct aan het vonnis moet voldoen, ook als zij in hoger beroep gaat.