ECLI:NL:RBZWB:2023:5785

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
10 augustus 2023
Publicatiedatum
18 augustus 2023
Zaaknummer
10606781 VV EXPL 23-56 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • mr. Sierkstra
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Loonvordering in kort geding met verstek tegen vennootschap onder firma

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 10 augustus 2023 een vonnis in kort geding uitgesproken. De eiseres, vertegenwoordigd door mr. E. van Roosmalen van DAS Rechtsbijstand Verzekering, vorderde betaling van achterstallig loon en deugdelijke bruto/netto-specificaties van de vennootschap onder firma (V.O.F.) en haar vennoten. De VOF en de vennoten zijn niet verschenen op de zitting, waardoor verstek is verleend. De kantonrechter heeft beoordeeld of de eiseres een spoedeisend belang heeft bij de gevorderde voorzieningen en of de vorderingen in een bodemprocedure kans van slagen hebben. De kantonrechter oordeelde dat het spoedeisend belang van de eiseres, die haar loon nodig heeft voor haar levensonderhoud, voldoende was. De gevorderde voorzieningen werden niet onrechtmatig of ongegrond bevonden, waardoor deze toewijsbaar zijn. De VOF werd veroordeeld tot betaling van een bedrag aan loon en vakantiegeld, alsook tot het verstrekken van de gevraagde specificaties binnen een bepaalde termijn, op straffe van een dwangsom. Tevens werd de VOF veroordeeld in de proceskosten van de eiseres, die op € 878,10 zijn vastgesteld. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de VOF direct aan het vonnis moet voldoen, ook als zij in hoger beroep gaat.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster I Civiele kantonzaken
Breda
zaaknummer 10606781 VV EXPL 23-56
vonnis in kort geding van 10 augustus 2023
in de zaak van
[eiseres01],
wonende te [woonplaats01] ,
eiseres,
gemachtigde: mr. E. van Roosmalen, werkzaam bij DAS Rechtsbijstand Verzekering te ‘s-Hertogenbosch,
tegen

1.de vennootschap onder firma V.O.F. [gedaagde01] ,

gevestigd en kantoorhoudende te ( [postcode01] ) [plaats01] aan het [adres01] ,
2. [gedaagde02], in zijn hoedanigheid van vennoot van de voornoemde VOF,
3. [gedaagde03], in haar hoedanigheid van vennoot van de voornoemde VOF,
beiden wonende te ( [postcode01] ) [plaats01] aan het [adres02] ,
gedaagden,
niet verschenen.
Partijen worden door de kantonrechter hierna aangeduid als “ [eiseres01] ” en “de VOF” (in vrouwelijk enkelvoud).

1.Het verloop van de procedure

1.1
Het procesverloop blijkt uit de dagvaarding van 20 juli 2023 met producties.
1.2
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 8 augustus 2023. Ter zitting waren aanwezig [eiseres01] in persoon, bijgestaan door mr. Van Roosmalen. De griffier heeft aantekeningen gemaakt.

2.Het geschil en de beoordeling

2.1
[eiseres01] vordert om bij wege van voorlopige voorziening, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, -samengevat- de VOF hoofdelijk te veroordelen:
- tot betaling van (achterstallig) loon, te vermeerderen met wettelijke verhoging en wettelijke rente;
- tot afgifte van deugdelijke bruto/netto-specificaties, op straffe van verbeurte van een dwangsom;
- tot betaling van de buitengerechtelijke kosten en de proceskosten.
2.2
De VOF is, hoewel behoorlijk gedagvaard, niet ter zitting verschenen, zodat tegen haar verstek is verleend.
2.3
De kantonrechter dient in deze procedure te beoordelen of [eiseres01] een spoedeisend belang heeft bij de gevorderde voorzieningen en of aannemelijk is dat de vorderingen van [eiseres01] in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen hebben dat het – mede gelet op de belangen van partijen over en weer – gerechtvaardigd is op de toewijzing daarvan vooruit te lopen door het treffen van de voorzieningen zoals gevorderd.
2.4
Het spoedeisend belang van de gevorderde voorzieningen is gelegen in de aard van de vorderingen. [eiseres01] heeft haar loon immers nodig om te kunnen voorzien in haar levensonderhoud.
2.5
De gevorderde voorzieningen komen de kantonrechter bovendien niet onrechtmatig of ongegrond voor, zodat deze toewijsbaar zijn. De afgiftetermijnen voor de bruto/netto-specificaties zullen worden bepaald op twee weken na betekening van het vonnis, dan wel het eindigen van de desbetreffende loonperiode. De dwangsom wordt bepaald en gemaximeerd als in de beslissing is vermeld.
2.6
De VOF zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten van [eiseres01] . Die kosten worden vastgesteld op een bedrag van € 135,10 aan dagvaardingskosten, een bedrag van € 214,00 aan griffierecht en een bedrag van € 529,00 aan gemachtigdensalaris.

3.De beslissing in kort geding

De kantonrechter:
veroordeelt de VOF hoofdelijk [1] om aan [eiseres01] te betalen:
een bedrag van € 351,67 bruto aan loon en vakantiegeld over mei 2023, te vermeerderen met de maximale wettelijke verhoging en de wettelijke rente vanaf
1 juni 2023 tot de dag van de volledige betaling;
een bedrag van € 152,33 bruto aan loon over juni 2023, te vermeerderen met de maximale wettelijke verhoging en de wettelijke rente vanaf 1 juli 2023 tot de dag van de volledige betaling;
een bedrag van € 152,33 bruto aan loon over juli 2023, te vermeerderen met de maximale wettelijke verhoging en de wettelijke rente vanaf 1 augustus 2023 tot de dag van de volledige betaling;
een bedrag van € 152,33 bruto aan loon per maand vanaf 1 augustus 2023 tot de dag dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig is geëindigd, te vermeerderen met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente vanaf de opeisbaarheid van die bedragen tot de dag van de volledige betaling;
de buitengerechtelijke kosten van een bedrag van € 119,12;
veroordeelt de VOF om binnen twee weken na betekening van dit vonnis, dan wel vanaf twee weken na iedere nog te verstrijken loonperiode, aan [eiseres01] te verstrekken de deugdelijke bruto/netto-specificaties over de loonperiodes vanaf mei 2023, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100,00 als de VOF niet binnen deze termijnen aan de veroordeling voldoet, met een maximum van € 2.000,00;
veroordeelt de VOF hoofdelijk in de proceskosten van [eiseres01] , vastgesteld op een bedrag van € 878,10;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad [2] ;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Sierkstra en is in het openbaar uitgesproken op
10 augustus 2023.

Voetnoten

1.De veroordeling wordt hoofdelijk uitgesproken. Dit betekent dat zowel gedaagde 1, gedaagde 2 en gedaagde 3 kunnen worden gedwongen het hele toegewezen bedrag te betalen. Als de één (een deel) betaalt, hoeft de ander dat (deel van het) bedrag niet meer te betalen.
2.De kantonrechter verklaart het vonnis ‘uitvoerbaar bij voorraad’. Dit betekent dat gedaagden direct aan het vonnis moeten voldoen, ook wanneer zij in hoger beroep zouden gaan.