ECLI:NL:RBZWB:2023:5755
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake schorsing rijbewijs door CBR
Op 17 augustus 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker, wiens rijbewijs was geschorst door het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR), een voorlopige voorziening vroeg. Verzoeker had beroep ingesteld tegen het besluit van 11 juli 2023 van het CBR en stelde dat het ontbreken van zijn rijbewijs negatieve gevolgen had voor zijn vrijwilligerswerk en de zorg voor zijn ernstig zieke schoonouders. De voorzieningenrechter oordeelde dat verzoeker onvoldoende had aangetoond dat er sprake was van een spoedeisend belang. Ondanks de overgelegde stukken, waaronder een overzicht van ziekenhuisafspraken, was niet duidelijk dat verzoeker wekelijks meerdere keren naar het ziekenhuis moest en waarom hij niet met het openbaar vervoer kon reizen. De voorzieningenrechter benadrukte dat de voorlopige voorzieningenprocedure bedoeld is om in afwachting van de uitkomst van een bezwaar- of beroepsprocedure een voorlopige maatregel te treffen, waarbij spoedeisendheid een cruciale rol speelt. De voorzieningenrechter wees het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat verzoeker niet voldoende had onderbouwd waarom het noodzakelijk was dat hij met zijn schoonouders meeging naar het ziekenhuis en waarom hij zijn rijbewijs nodig had voor zijn vrijwilligerswerk. De uitspraak werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.