ECLI:NL:RBZWB:2023:5740

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
17 augustus 2023
Publicatiedatum
17 augustus 2023
Zaaknummer
02-059646-22; 02-215071-22
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussentijdse beoordeling van de ISD-maatregel en voortzetting van de maatregel

Op 17 augustus 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een tussentijdse beoordeling uitgevoerd van de ISD-maatregel die aan de veroordeelde is opgelegd. De veroordeelde, geboren in 1980, verblijft momenteel in een Forensisch Psychiatrische Afdeling (FPA) en heeft een isd-maatregel opgelegd gekregen voor de duur van twee jaar. De rechtbank heeft eerder bepaald dat het Openbaar Ministerie binnen zes maanden moest rapporteren over de voortzetting van de maatregel. Tijdens de zitting op 3 augustus 2023 zijn de officier van justitie, de veroordeelde en zijn raadsvrouw gehoord, evenals deskundigen van de penitentiaire inrichting en de reclassering.

De penitentiaire inrichting heeft geadviseerd om de ISD-maatregel voort te zetten, gezien de complexe problematiek van de veroordeelde, die lijdt aan een antisociale persoonlijkheidsstoornis. Ondanks de inspanningen van de veroordeelde om te werken aan zijn behandeling, is het risico op recidive nog steeds hoog. De rechtbank heeft vastgesteld dat er nog geen huisvesting voor de veroordeelde is geregeld, wat een belangrijke factor is in de beoordeling van de voortzetting van de maatregel. De rechtbank concludeert dat de ISD-maatregel noodzakelijk blijft om de veroordeelde te begeleiden en te behandelen, en om de kans op een succesvolle terugkeer in de maatschappij te vergroten.

De rechtbank heeft het verzoek van de verdediging om de maatregel te beëindigen afgewezen en besloten dat de voortzetting van de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel vereist is. De beslissing is genomen met inachtneming van de noodzaak voor stabiliteit in de leefgebieden van de veroordeelde en de voortgang van zijn behandeling.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummers: 02/059646-22; 02/215071-22
Beslissing tussentijdse beoordeling isd-maatregel d.d. 17 augustus 2023
Aan veroordeelde
[veroordeelde]
geboren op [geboortedag] 1980 te [geboorteplaats]
thans verblijvende in FPA te [plaats] ,
[adres] , [postcode] , [plaats]
is de isd-maatregel opgelegd.

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- het vonnis van deze rechtbank d.d. 15 december 2022 waaruit blijkt dat aan veroordeelde de isd-maatregel is opgelegd voor de duur van 2 jaar en waarbij de rechtbank heeft bepaald dat het Openbaar Ministerie binnen 6 maanden dient te berichten over de wenselijkheid of noodzakelijkheid van de voortzetting van de tenuitvoerlegging van de maatregel;
- het verzoek van de verdediging van 22 mei 2023 tot tussentijdse beoordeling van de isd-maatregel;
- een voortgangsverslag tenuitvoerlegging isd-maatregel van 14 juli 2023 van [naam 1] , plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de P.I. te Zwolle en [naam 2] , senior casemanager isd, omtrent de stand van uitvoering van het plan van opvang van de veroordeelde en inhoudende het advies tot voortzetting van de isd-maatregel.

2.De procesgang

Tijdens het onderzoek ter zitting van de rechtbank van 3 augustus 2023 is de officier van justitie mr. M. Tax gehoord. Tevens is [veroordeelde] gehoord, bijgestaan door zijn waarnemend raadsvrouw mr. L.C.W. Wingens, advocaat te Tilburg. De [deskundige 1] , senior casemanager, is gehoord. Daarnaast is toezichthouder [deskundige 2] van de reclassering telefonisch gehoord.

3.Het standpunt van de penitentiaire inrichting

In de rapportage van de penitentiaire inrichting Zwolle van 14 juli 2023 wordt geadviseerd tot voortzetting van de isd-maatregel. In overeenstemming met veroordeelde is erop ingezet hem zo spoedig mogelijk te laten doorstromen naar een kliniek om behandeling van zijn persoonlijkheidsproblematiek vorm te geven. De kern van zijn problematiek is gelegen in zijn antisociale persoonlijkheid waarbij impulsiviteit en verstoorde frustratieregulatie op de voorgrond staan. Op 7 april 2023 is veroordeelde opgenomen in de FPA [plaats] voor een klinische behandeling.
Veroordeelde volgt therapie, voert onderhoudsgesprekken en daarnaast werkt hij vier dagen in de week. Ondanks dat veroordeelde tegen allerlei zaken aanloopt tijdens zijn verblijf binnen de FPA, toont hij een meewerkende houding en doet hij er alles aan om na zijn isd-maatregel succesvol terug te keren in de maatschappij. Veroordeelde heeft grote behoefte aan steun en structuur en tegelijkertijd een grote drang naar autonomie en vrijheid. In zorg wordt op dit moment het risico op recidive ingeschat als matig tot hoog. Uit zorg wordt het risico ingeschat op hoog, doordat veroordeelde nog onvoldoende copingvaardigheden heeft voor de snel oplopende spanningen en emoties. Daarbij komt dat er nog geen huisvesting is geregeld.
Het behandelteam vindt de isd-maatregel nog steeds van meerwaarde gezien de complexe problematiek in combinatie met meerdere, niet effectieve, gevolgde behandelingen en doordat de aanwezige dynamische delict risicofactoren nog onvoldoende zijn bewerkt. Deze problematiek vraagt een multidisciplinaire aanpak waarbij het team elkaar scherp dient te houden om niet meegezogen te worden in de dynamiek en problematiek van veroordeelde. Behandeling bestaande uit cliëntgerichte psychotherapie en ambulante ondersteuning bij een ambulant forensisch psychiatrisch team is noodzakelijk. Daarbij kan de ambulante begeleiding huisbezoeken doen indien dit noodzakelijk wordt geacht in de delictpreventieve behandeling. De leefgebieden zijn nog niet (lang genoeg) stabiel, waardoor geadviseerd wordt tot voortzetting van de isd-maatregel zodat de ingezette koers kan worden voortgezet.
[deskundige 1] heeft daar ter zitting aan toegevoegd dat veroordeelde goede stappen heeft gezet, maar dat het te vroeg is om hem helemaal los te laten. Zij heeft gezegd dat het mogelijk is om een landelijke beschikking aan te vragen voor verlof bij de penitentiaire inrichting en daarover mag contact met haar worden opgenomen.
[deskundige 2] heeft ter zitting medegedeeld dat het niet makkelijk is om een geschikte woonplek te vinden, maar dat daaraan wordt gewerkt. Hij gaat contact opnemen met mevrouw [naam 3] om te bespreken wat de ontwikkelingen zijn. Het is van belang om te kijken hoe het gaat als veroordeelde een zelfstandige woonplek heeft. Daarbij heeft het de voorkeur dat het een plek is waar hij na het toezicht ook kan verblijven.

4.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft ter zitting geconcludeerd tot voortzetting van de isd-maatregel. Ondanks het feit dat veroordeelde zich bijzonder goed heeft ingezet, is het te vroeg om de maatregel op dit moment al te beëindigen.

5.Het standpunt van de verdediging

De raadsvrouw van veroordeelde heeft primair bepleit de isd-maatregel te beëindigen, nu de maatregel geen meerwaarde meer heeft omdat het toezicht nog langer doorloopt. Subsidiair heeft zij verzocht de beslissing een aantal maanden aan te houden, omdat er mogelijk binnen één maand al woonruimte gerealiseerd kan worden en de situatie er dan anders uitziet.

6.Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank dient in het kader van de onderhavige procedure te beoordelen of voortzetting van de tenuitvoerlegging van de isd-maatregel noodzakelijk is. In artikel 38m, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht is bepaald dat de isd-maatregel strekt tot beveiliging van de maatschappij en beëindiging van de recidive. De rechtbank constateert dat zowel de penitentiaire inrichting en de kliniek als veroordeelde voortvarend te werk zijn gegaan met de uitvoering van het vonnis. Uit de rapportage en het verhandelde ter zitting blijkt dat mede door de positieve wijze waarop veroordeelde zich heeft ingezet voor de behandeling in het kader van de isd-maatregel er in korte tijd goede vorderingen zijn gemaakt. Gelet op de achtergrond van veroordeelde is dat prijzenswaardig. Gebleken is echter ook dat bij beëindiging van de isd-maatregel op dit moment de kans op herhaling van het plegen van strafbare feiten nog als hoog wordt ingeschat.
Op dit moment is er nog geen huisvestiging gerealiseerd voor veroordeelde. Wel zijn er suggesties en toezeggingen gedaan en de rechtbank verwacht ook dat deze zullen worden nagekomen. Door [deskundige 2] is toegezegd dat hij contact gaat opnemen met mevrouw [naam 3] . De rechtbank is van oordeel dat met de stap naar zelfstandig wonen er een belangrijke en spannende fase aanbreekt, waarbij behandeling en begeleiding van belang zijn om de kans op een succesvolle terugkeer in de maatschappij zo groot mogelijk te maken. Gelet op de nog te nemen stappen is de rechtbank van oordeel dat voortijdige beëindiging van de isd-maatregel op dit moment niet is aangewezen en dat het noodzakelijk is dat de maatregel wordt voorgezet.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat aanhouding van de zaak geen meerwaarde heeft. Zelfs als veroordeelde een zelfstandige woonplek heeft, is het isd-kader nog steeds noodzakelijk om veroordeelde te begeleiden en behandelen en stabiliteit op alle leefgebieden te kunnen creëren. Om die reden wijst zij het subsidiaire verzoek van de verdediging om de zaak aan te houden af.

7.De beslissing

De rechtbank beslist dat de voortzetting van de tenuitvoerlegging van de isd-maatregel is vereist.
Deze beslissing is gegeven door mr. J.C.A.M. Los, voorzitter, mr. M.M. Veldhuizen en
mr. J.F.C. Janssen, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. A. van Krevel en is uitgesproken ter openbare zitting op 17 augustus 2023.