Op 17 augustus 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een tussentijdse beoordeling uitgevoerd van de ISD-maatregel die aan de veroordeelde is opgelegd. De veroordeelde, geboren in 1980, verblijft momenteel in een Forensisch Psychiatrische Afdeling (FPA) en heeft een isd-maatregel opgelegd gekregen voor de duur van twee jaar. De rechtbank heeft eerder bepaald dat het Openbaar Ministerie binnen zes maanden moest rapporteren over de voortzetting van de maatregel. Tijdens de zitting op 3 augustus 2023 zijn de officier van justitie, de veroordeelde en zijn raadsvrouw gehoord, evenals deskundigen van de penitentiaire inrichting en de reclassering.
De penitentiaire inrichting heeft geadviseerd om de ISD-maatregel voort te zetten, gezien de complexe problematiek van de veroordeelde, die lijdt aan een antisociale persoonlijkheidsstoornis. Ondanks de inspanningen van de veroordeelde om te werken aan zijn behandeling, is het risico op recidive nog steeds hoog. De rechtbank heeft vastgesteld dat er nog geen huisvesting voor de veroordeelde is geregeld, wat een belangrijke factor is in de beoordeling van de voortzetting van de maatregel. De rechtbank concludeert dat de ISD-maatregel noodzakelijk blijft om de veroordeelde te begeleiden en te behandelen, en om de kans op een succesvolle terugkeer in de maatschappij te vergroten.
De rechtbank heeft het verzoek van de verdediging om de maatregel te beëindigen afgewezen en besloten dat de voortzetting van de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel vereist is. De beslissing is genomen met inachtneming van de noodzaak voor stabiliteit in de leefgebieden van de veroordeelde en de voortgang van zijn behandeling.