ECLI:NL:RBZWB:2023:5686

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 augustus 2023
Publicatiedatum
15 augustus 2023
Zaaknummer
02-300129-22
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rechtmatigheid van onderzoek aan telefoon en bezit van kinderpornografisch materiaal

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 augustus 2023, stond de verdachte terecht voor het bezit van kinderpornografisch materiaal en het zich toegang verschaffen tot dergelijke afbeeldingen via een geautomatiseerd werk. De rechtbank oordeelde dat het onderzoek aan de telefoon van de verdachte rechtmatig was, aangezien de inbeslagname plaatsvond met toestemming van de rechter-commissaris tijdens een doorzoeking in een ander onderzoek. De officier van justitie stelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het bezit van kinderporno, terwijl de verdediging aanvoerde dat het onderzoek onrechtmatig was en dat er geen opzet was op het bezit van de afbeeldingen.

De rechtbank oordeelde dat de verdachte wel degelijk op de hoogte was van de aanwezigheid van kinderpornografisch materiaal op zijn telefoon, vooral gezien de communicatie via Telegram waarin hij om dergelijke beelden vroeg. De rechtbank achtte het bezit van deze afbeeldingen wettig en overtuigend bewezen, maar sprak de verdachte vrij van het bezit van dierenporno, omdat er onvoldoende bewijs was voor opzet. De rechtbank legde een taakstraf op van 150 uur, waarvan 50 uur voorwaardelijk, en een gevangenisstraf van 1 dag, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de ernst van het feit.

De uitspraak benadrukt de ernst van het bezit van kinderpornografisch materiaal en de impact daarvan op de betrokken slachtoffers. De rechtbank weegt de persoonlijke omstandigheden van de verdachte mee in de strafoplegging, maar stelt ook dat de straf moet dienen als afschrikking en om herhaling te voorkomen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
parketnummer: 02-300129-22
vonnis van de meervoudige kamer van 15 augustus 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedag] 1990 te [geboorteplaats]
wonende te [woonadres]
raadsvrouw mr. M.E. Broekert, advocaat te Breda

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 1 augustus 2023, waarbij de officier van justitie, mr. Y.E.Y. Vermeulen, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte
feit 1: kinderpornografische afbeeldingen heeft verworven en/of in zijn bezit heeft gehad en/of zich daartoe toegang heeft verschaft via een geautomatiseerd werk of communicatiedienst;
feit 2: dierenpornografische afbeeldingen heeft verspreid, vervaardigd en/of in zijn bezit heeft gehad.

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het bezit van en het zich via een geautomatiseerd werk toegang verschaffen tot kinderporno en dierenporno. De officier van justitie gaat daarbij uit van de verklaring van verdachte bij de politie.
De officier van justitie is van mening dat de inbeslagname van de telefoon van verdachte rechtmatig is. Deze is door de rechter-commissaris in beslag genomen in een ander onderzoek waarin weliswaar geen verdenking tegen verdachte bestond, maar waar verdachte wel een link had met het pand en de bewoner. Er is volgens de officier van justitie geen sprake geweest van een diepgaand onderzoek aan de telefoon nu alleen de afbeeldingen en de Telegram groepen zijn onderzocht. Bij de afbeeldingen is kinderporno aangetroffen en dat was voldoende aanleiding voor verder onderzoek. Als de rechtbank van oordeel is dat er wel sprake is geweest van een diepgaand onderzoek en dat dit onrechtmatig is gebeurd, heeft de officier van justitie verzocht enkel vast te stellen dat er sprake is van een vormverzuim. De rechter-commissaris zou namelijk toestemming hebben gegeven voor een dergelijk onderzoek aan de telefoon als daarom verzocht zou zijn.
4.2
Het standpunt van de verdediging
Primair stelt de verdediging zich op het standpunt dat de telefoon van verdachte onrechtmatig is onderzocht en dat dit een onherstelbaar vormverzuim is dat dient te leiden tot bewijsuitsluiting. Er was geen belang om de telefoon van verdachte in beslag te nemen en, in het verlengde daarvan, ook geen belang om onderzoek te doen aan de in beslag genomen telefoon.
Subsidiair heeft de raadsvrouw aangevoerd dat het bekijken van een dergelijk grote hoeveelheid aan afbeeldingen én het lezen van de chats een meer dan beperkte inbreuk maakt op de persoonlijke levenssfeer van verdachte. Door het bekijken van deze bestanden kan een compleet beeld worden verkregen van verdachte als persoon. Hiervoor had toestemming gevraagd moeten worden aan de rechter-commissaris en dit is niet gebeurd. Dit levert daarom een vormverzuim op onder artikel 8 EVRM en raakt ook artikel 6 EVRM. Gelet daarop dient dit vormverzuim te leiden tot bewijsuitsluiting van al hetgeen uit het onderzoek aan de telefoon volgt. De raadsvrouw heeft bepleitverdachte op grond daarvan integraal vrij te spreken.
Indien de rechtbank niet tot bewijsuitsluiting komt, dient verdachte integraal te worden vrijgesproken van beide feiten wegens het ontbreken van opzet. Over de 70% bestanden van Telegram kan niet worden vastgesteld dat deze bestanden opzettelijk in het bezit zijn gekomen of geweest van verdachte. Mogelijk zijn deze afbeeldingen onbewust op zijn telefoon gekomen doordat hij in meerdere groepsapps zat. Nu verdachte ook onderbouwd heeft aangegeven dat hij niet degene is die de via het [account 1] verstuurde video heeft gestuurd, kan niet worden vastgesteld dat verdachte opzet heeft gehad op die 70% bestanden van Telegram. Als de rechtbank van oordeel is dat wel kan worden vastgesteld dat verdachte degene is geweest die onder het [account 1] vragen heeft gesteld en de video heeft verstuurd, kan dit enkel het opzet ten aanzien van die bewuste video bewijzen.
Ook de resterende 30% van de afbeeldingen, aangetroffen in de cachemap, zijn onbewust op de telefoon van verdachte terechtgekomen. Verdachte ontkent wetenschap te hebben gehad van deze bestanden. Niet kan worden uitgesloten dat er sprake is van ‘bijvangst’. Daarnaast zijn deze bestanden vaak niet toegankelijk voor de gebruiker. Verdachte heeft geen opzet gehad op het verwerven van, bezitten van en het zich toegang verschaffen tot die bestanden.
Over feit 2 heeft de raadsvrouw opgemerkt dat het van belang is of deze video’s zijn toegestuurd in de groepsapps via Telegram of dat zij zich in de cachemap bevonden. Als de bestanden zich in de cachemap bevonden, moet verdachte worden vrijgesproken van het verspreiden, vervaardigen en bezitten van dierenporno. Dit is ook het geval als de bestanden zijn toegestuurd in de groepsapps via Telegram én de rechtbank het opzetverweer volgt. Als de rechtbank het opzetverweer verwerpt, maar wel vaststelt dat deze video’s vanuit Telegram op de telefoon zijn gekomen, moet vrijspraak volgen van het verspreiden van de dierenporno.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
De bewijsmiddelen
De bewijsmiddelen zijn in bijlage II aan dit vonnis gehecht.
4.3.2
De bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs
De rechtmatigheid van het onderzoek aan de telefoon
De rechtbank stelt vast dat uit het proces-verbaal van bevindingen van de doorzoeking op 21 september 2021 van het [adres] in [plaats] in onderzoek Rolla volgt dat deze doorzoeking plaatsvond onder leiding van de rechter-commissaris. Verdachte verscheen ten tijde van de doorzoeking bij het pand en stond ook ingeschreven in de woning op dit adres. Zijn telefoon is vervolgens tijdens de doorzoeking met toestemming van de rechter-commissaris in beslag genomen. Naar het oordeel van de rechtbank was deze inbeslagname van de telefoon van verdachte rechtmatig.
Vervolgens is er een onderzoek verricht aan de telefoon van verdachte. Door de officier van justitie werd toestemming verleend de telefoongegevens veilig te stellen en te onderzoeken.
Met deze toestemming bestond er een toereikende grondslag voor het verrichten van het onderzoek aan de bestanden. Uit het proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot dat onderzoek volgt voorts dat de veilig gestelde telefoongegevens bestonden uit een zeer grote hoeveelheid aan foto- en videobestanden, welke vervolgens door een automatisch zoeksysteem zijn gecategoriseerd. Pas daarna heeft een verbalisant als eerste de map genaamd ‘weapons’ onderzocht, waarin door hem kinderporno is aangetroffen. De officier van justitie heeft daarop opdracht gegeven tot een diepgaand onderzoek aan de telefoon. Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het onderzoek aan de telefoon rechtmatig was. Van een situatie waarin een machtiging door de rechter-commissaris nodig was, is geen sprake. De rechtbank verwerpt het verweer.
Feit 1
Op grond van het dossier en de behandeling op zitting stelt de rechtbank vast dat er kinderporno is aangetroffen op de telefoon van verdachte. De vraag die de rechtbank vervolgens moet beantwoorden, is of verdachte wetenschap had van de aanwezigheid van die kinderpornografische afbeeldingen op zijn telefoon.
De rechtbank stelt vast dat er ten opzichte van het totale beeldmateriaal een relatief kleine hoeveelheid aan kinderpornografisch materiaal is aangetroffen. Daarnaast is het niet uit te sluiten dat de app Telegram automatisch bestanden opslaat op een telefoon zonder dat deze door de gebruiker zijn bekeken. In het aanvullende proces-verbaal van bevindingen van 29 december 2022 is echter een chatgesprek opgenomen dat vanaf 5 september 2021 op de app Telegram is gevoerd tussen ‘ [account 2] ’ en ‘ [account 1] ’ waarin wordt gesproken over het sturen/verkrijgen van kinderpornografisch beeldmateriaal. In dat gesprek wordt door ‘ [account 1] ’ verzocht om ‘more disturbing videos’ en ‘send me younger’. Wanneer wordt verzocht om ‘teens’, wordt door ‘ [account 1] ’ een video verstuurd. In het hierna te noemen proces-verbaal van bevindingen van 1 november 2022 staat dat er een daadwerkelijke kinderpornografische video werd verstuurd vanuit ‘ [account 1] ’.
Er is onderzoek gedaan naar de gebruiker van het [account 1] . Blijkens het proces-verbaal van bevindingen van 1 november 2022 is het aannemelijk dat verdachte de gebruiker van dat account is. Nu het gesprek daarnaast afkomstig is van de telefoon van verdachte kan naar het oordeel van de rechtbank worden vastgesteld dat verdachte gebruik heeft gemaakt van het account met de gebruikersnaam ‘ [account 1] ’. Verdachte heeft pas op zitting verklaard dat zijn computer in een verder verleden zou zijn gehackt, waardoor een ander mogelijk gebruik zou maken van het account met de gebruikersnaam ' [account 1] '. Die verklaring acht de rechtbank niet aannemelijk en is verder op geen enkele wijze onderbouwd. De rechtbank houdt verdachte aan zijn verklaring bij de politie dat hij de volledige verantwoording draagt voor wat er op zijn telefoon staat. Op zitting heeft verdachte verklaard dat hij tijdens die verklaring onder druk zou zijn gezet. Daarvan is echter niet gebleken. Integendeel, verdachte werd tijdens het hele verhoor (telefonisch) bijgestaan door zijn raadsvrouw met wie hij tussentijds overleg heeft kunnen voeren. Bovendien complimenteerde hij tegen het einde van zijn verklaring de politie met haar werk.
Volgens het proces-verbaal van bevindingen op pagina 38 van het dossier was ongeveer 70% van de kinderpornografische afbeeldingen gekoppeld aan applicaties zoals Telegram en daarom voor de gebruiker benaderbaar. Het is volgens het proces-verbaal dan ook aannemelijk dat de gebruiker moet hebben geweten dat die bestanden zich op zijn gegevensdragers bevonden. Nu verdachte daarnaast, met de gebruikersnaam ‘ [account 1] ’, via Telegram om kinderpornografisch materiaal heeft verzocht en ook zelf in dat gesprek een video heeft verstuurd, heeft hij daarmee naar het oordeel van de rechtbank ten minste bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat er meer kinderporno op zijn telefoon terecht zou komen. De rechtbank acht het verwerven en het bezit van deze kinderpornografische afbeeldingen vanaf de aanvang van genoemd gesprek, te weten 5 september 2021, dan ook wettig en overtuigend bewezen.
De ongeveer 30% van de kinderpornografische afbeeldingen die zijn opgeslagen in de cache map van een internetbrowser zijn afbeeldingen zijn die niet altijd zichtbaar zijn voor de gebruiker. De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van het verwerven en bezit van deze afbeeldingen.
Feit 2
Nu er slechts vier video’s met dierenporno op de telefoon van verdachte zijn aangetroffen, is dat naar het oordeel van de rechtbank naar alle waarschijnlijkheid ‘bijvangst’. Temeer omdat van zoeken naar of vragen om dit soort video’s niet is gebleken. Voor deze afbeeldingen kan niet wettig en overtuigend bewezen worden dat verdachte opzet heeft gehad op het vervaardigen, verspreiden, verwerven en/of bezit hiervan. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van feit 2.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
feit 1in de periode van 5 september 2021 tot en met 21 september 2021 te Vlissingen afbeeldingen, te weten foto’s en/of video’s, en een gegevensdrager, te weten een mobiele telefoon (Samsung Galaxy S9), bevattende afbeeldingen, heeft verworven en in bezit gehad, terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of mond van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
het vaginaal en/of anaal penetreren met de penis en/of (een) vinger(s)/hand van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
het vaginaal penetreren met (een)vinger(s)/hand van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt bij zichzelf
(Afbeeldingen 17, 15, 16, 18, 14, 19, 07, 13, 09, 08, 20, 10, 11, 12 van de toonmap)en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of de tong/mond
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt met (een) vinger(s)/hand en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog had bereikt bij zichzelf met (een) vinger(s)/hand
(Afbeeldingen 18, 10, 06 van de toonmap)en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon een (erotisch getinte) houding aanneemt en/of
waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of
door de(onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of door het camerastandpunt nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden,
waarbij de afbeelding aldus telkens een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling.
(Afbeelding 08, 11 van de toonmap)
Voor zover in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Dit levert het in de beslissing genoemde strafbare feit op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan verdachte op te leggen een taakstraf van 150 uur, subsidiair 75 dagen hechtenis, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden met een proeftijd van twee jaar.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft gewezen op de persoonlijke omstandigheden van verdachte zoals die uit het reclasseringsrapport naar voren komen. Het gaat nu goed met verdachte. Het zou zonde zijn als het pad dat hij nu bewandelt weer doorbroken wordt. Gezien zijn achtergrond levert een gevangenisstraf voor verdachte veel stress op. Gelet daarop heeft de raadsvrouw verzocht om als stok achter de deur een voorwaardelijke taakstraf op te leggen in plaats van een voorwaardelijke gevangenisstraf.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Ernst van het feit
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het verwerven en in bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen. Dit is een ernstig strafbaar feit. Door het bezit van kinderpornografisch materiaal wordt de productie daarvan gestimuleerd en in stand gehouden. Zonder vraag is er immers geen aanbod. De betrokken kinderen lopen vaak psychische schade op die gedurende lange tijd en niet zelden de rest van hun leven diepe sporen nalaat. Daarnaast is het erg moeilijk om eenmaal online geplaatste films en foto’s van het internet te laten verwijderen, waardoor deze kinderen hier ook op volwassen leeftijd nog mee geconfronteerd kunnen worden. Verdachte heeft als gebruiker van deze beelden een bijdrage geleverd aan deze gevolgen en is hier daarom mede verantwoordelijk voor.
Bij de bepaling van de strafmaat heeft de rechtbank acht geslagen op de vaak zeer jonge leeftijd van de kinderen op de afbeeldingen en de aard van de handelingen waartoe de kinderen zijn gedwongen. De rechtbank heeft in het voordeel van verdachte rekening gehouden met het relatief geringe aantal afbeeldingen dat verdachte in bezit had, de beperkte periode dat hij deze afbeeldingen in zijn bezit heeft gehad en het feit dat niet is gebleken dat verdachte lid was van specifiek op kinderporno gerichte Telegram groepen.
Persoonlijke omstandigheden
Op 26 juli 2023 heeft de reclassering een rapport opgesteld over verdachte, die lang geleden is veroordeeld voor andersoortige strafbare feiten. In het rapport komt naar voren dat verdachte een belast verleden heeft en op jonge leeftijd uit huis is geplaatst. Tevens zou bij verdachte ADHD en ODD zijn vastgesteld. Het internaatverleden van verdachte zou ten grondslag liggen aan zijn diagnose PTSS. De reclassering acht een gevangenisstraf uitvoerbaar maar minder passend gelet op de veronderstelde psychische problematiek (PTSS) van verdachte. Een werkstraf en een financiële sanctie zijn volgens de reclassering uitvoerbaar. Verder acht de reclassering interventies niet geïndiceerd.
Strafmaat
Hoewel de ernst van het bewezen verklaarde feit op zichzelf een voorwaardelijke gevangenisstraf rechtvaardigt zoals door de officier van justitie is gevorderd, zal de rechtbank daartoe niet overgaan. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking het tijdsverloop sinds het feit is gepleegd, het relatief geringe aantal afbeeldingen en video’s dat is aangetroffen en het feit dat de reclassering een gevangenisstraf minder passend acht gelet op de veronderstelde psychische problematiek van verdachte. Bovendien heeft verdachte bij de politie wel de verantwoordelijkheid genomen voor zijn kortstondige, maar afkeurenswaardige gedrag. De rechtbank acht een deels voorwaardelijke straf wel noodzakelijk om verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen en zal de geëiste taakstraf daarom deels voorwaardelijk aan verdachte opleggen.
Gelet op het bovenstaande zal de rechtbank aan verdachte een taakstraf opleggen van 150 uur, subsidiair 75 dagen hechtenis, waarvan 50 uur, subsidiair 25 dagen hechtenis, voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Vanwege het taakstrafverbod dat bij een veroordeling voor dit feit geldt, dient daarnaast een onvoorwaardelijke gevangenisstraf te volgen. De rechtbank zal de onvoorwaardelijke gevangenisstraf echter beperken tot één dag gelet op de persoonlijke omstandigheden van verdachte.

7.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57 en 240b van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

8.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
-
spreekt verdachte vrijvan het onder 2 ten laste gelegde feit;
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
feit 1: een afbeelding van een seksuele gedraging en een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verwerven en in bezit hebben, meermalen gepleegd;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 1 dag;
- veroordeelt verdachte tot
een taakstraf van 150 uren, subsidiair 75 dagen vervangende hechtenis, waarvan 50 uren, subsidiair 25 dagen vervangende hechtenis, voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van deze taakstraf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd na te melden voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.H. de Brouwer, voorzitter, mr. D. van Kralingen en mr. M.H.M. Collombon, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.J.M. van de Vrede, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 15 augustus 2023.
De griffier is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.