Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beslissing
de officier van justitie niet ontvankelijk in de vervolgingvan verdachte.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In de strafzaak tegen de verdachte, die op 13 juli 2023 voor de meervoudige kamer van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant werd behandeld, is vastgesteld dat de verdachte is overleden. De raadsman van de verdachte, mr. M. van Stratum, heeft de rechtbank vooraf geïnformeerd dat hij niet ter zitting zou verschijnen, waardoor verstek is verleend. De officier van justitie, mr. J. Peerboom, heeft zijn standpunt kenbaar gemaakt, maar de rechtbank heeft op basis van de Bulgaarse overlijdensakte van 28 maart 2023 vastgesteld dat de verdachte op een onbekende datum is overleden. Hierdoor heeft de rechtbank geoordeeld dat de officier van justitie niet-ontvankelijk is in de vervolging van de verdachte. De rechtbank heeft de ontvankelijkheid van de officier van justitie beoordeeld en geconcludeerd dat, gezien het overlijden van de verdachte, er geen verdere vervolging mogelijk is. Het vonnis is uitgesproken op 13 juli 2023 door de voorzitter en twee andere rechters, in aanwezigheid van de griffier.