ECLI:NL:RBZWB:2023:5657

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 augustus 2023
Publicatiedatum
14 augustus 2023
Zaaknummer
02-336664-22
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor de verkoop en het bezit van professioneel vuurwerk

Op 15 augustus 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die samen met anderen professioneel vuurwerk (Cobra 6) heeft verkocht aan een pseudokoper en dit vuurwerk ook voorhanden heeft gehad. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 1 augustus 2023, waarbij de verdachte niet aanwezig was, maar haar raadsvrouw wel. De officier van justitie, mr. L.J. den Braber, heeft de tenlastelegging gepresenteerd, die als bijlage aan het vonnis is gehecht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat de officier van justitie ontvankelijk was in de vervolging.

De rechtbank heeft de bewijsmiddelen beoordeeld, waaronder een bekennende verklaring van de verdachte en de bevindingen van de politie met betrekking tot de pseudokoop op 16 november 2021. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig is aan het tenlastegelegde, namelijk het opzettelijk ter beschikking stellen en voorhanden hebben van professioneel vuurwerk. De verdachte is vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten.

Wat betreft de strafoplegging heeft de officier van justitie een taakstraf van 240 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden geëist. De verdediging pleitte voor een taakstraf zonder onvoorwaardelijke gevangenisstraf, gezien de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De rechtbank heeft uiteindelijk besloten om de verdachte een taakstraf van 240 uren op te leggen, waarvan 60 uren voorwaardelijk, rekening houdend met haar blanco strafblad en de beperkte rol die zij heeft gespeeld in de feiten. Daarnaast zijn de in beslag genomen Cobra's 6 en Kamagrapillen onttrokken aan het verkeer.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
parketnummer: 02-336664-22
vonnis van de meervoudige economische kamer van 15 augustus 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte01]
geboren op [geboortedatum01] 1970 te [geboorteplaats01]
wonende te [postcode01] [plaats01] , [adres01]
raadsvrouw mr. A.C.M. Tönis, advocaat te Breda

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 1 augustus 2023. Verdachte is niet verschenen. Wel is verschenen haar gemachtigde raadsvrouw. De officier van justitie, mr. L.J. den Braber, en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte met anderen professioneel vuurwerk (cobra’s 6) aan anderen ter beschikking heeft gesteld en voorhanden heeft gehad.

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen en baseert zich daarbij op de bevindingen over de pseudokoop op 16 november 2021 en de bekennende verklaring die verdachte heeft afgelegd.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich voor de bewezenverklaring van de pseudokoop en het voorhanden hebben van het vuurwerk op 16 november 2021 gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank en heeft bepleit de bewezenverklaring bij beide feiten ook te beperken tot die dag.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
De bewijsmiddelen
Indien hoger beroep wordt ingesteld zullen de bewijsmiddelen worden uitgewerkt en opgenomen in een bijlage die aan het vonnis zal worden gehecht.
4.3.2
De bijzondere overwegingen omtrent het bewijs
Op grond van de bekennende verklaring van verdachte bij de politie en de bevindingen van de politie met betrekking tot de pseudokoop op 16 november 2021, komt de rechtbank tot een bewezenverklaring van het onder 1 en 2 tenlastegelegde. Verdachte heeft niet alleen het vuurwerk op verzoek van haar mededaders op 16 november 2021 ter beschikking gesteld aan de pseudokoper, maar het vuurwerk ook voorhanden gehad.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1
op 16 november 2021 te Roosendaal, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk, professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, aan een ander ter beschikking
heeftgesteld, immers hebben zij, verdachte, en haar mededaders, aan een pseudokoper een hoeveelheid Cobra 6 ter beschikking gesteld;
2
op 16 november 2021 te Roosendaal, tezamen en in vereniging met anderen
opzettelijk professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, te weten:
- een hoeveelheid Cobra 6
voorhanden heeft gehad.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in haar verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die haar strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert aan verdachte op te leggen een taakstraf van 240 uren en daarnaast een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht om aan verdachte in ieder geval geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, maar te volstaan met een taakstraf, omdat verdachte anders haar baan kwijt zal raken. De raadsvrouw heeft daar nog aan toegevoegd dat er rekening mee moet worden gehouden dat er sprake is van eendaadse samenloop.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft op 16 november 2021 met anderen zwaar professioneel vuurwerk verkocht aan een pseudokoper en op die dag dat vuurwerk ook in haar woning aanwezig gehad.
Er gelden strenge regels voor het opslaan van en de handel in dit professionele vuurwerk. Deze regels zijn opgesteld met het doel om fysiek letsel aan personen en materiële schade door het gebruik van zwaar professioneel vuurwerk zoveel mogelijk te voorkomen. Het vuurwerk dat verdachte voorhanden heeft gehad en heeft overgedragen betrof professioneel vuurwerk dat uitsluitend door personen met gespecialiseerde kennis opgeslagen mag worden, voorhanden mag worden gehouden of tot ontbranding mag worden gebracht.
Dergelijk vuurwerk in handen van consumenten is dan ook bijzonder gevaarlijk en veroorzaakt niet zelden letsel en materiële schade en soms zijn er onder de gebruikers en/of omstanders zelfs dodelijke slachtoffers te betreuren. Ook wordt regelmatig in het criminele circuit van dergelijk vuurwerk gebruik gemaakt voor het plegen van strafbare feiten. Daarnaast geldt dat alleen al de opslag van deze hoeveelheden zwaar vuurwerk in een woonwijk, onaanvaardbare risico’s oplevert. Verdachte is hieraan volledig voorbij gegaan en heeft in opdracht van haar zoon en zijn mededader het vuurwerk overgedragen.
Uit de door de officier van justitie gevorderde straf blijkt wel dat aan feiten als de onderhavige door justitie zwaar wordt getild en ook de rechtbank vindt dat naast een taakstraf een voorwaardelijke gevangenisstraf in beginsel een passende straf is.
De rechtbank zal echter bij de strafbepaling in het voordeel van verdachte rekening houden met de beperkte rol die zij heeft gehad bij het bewezenverklaarde en met haar blanco strafblad. Daarnaast heeft de rechtbank van de raadsvrouw begrepen dat verdachte een vaste baan heeft en de vaste lasten moet dragen van de woning waar zij en haar zoon wonen. Op grond van deze persoonlijke omstandigheden zal de rechtbank bij verdachte volstaan met het opleggen van een taakstraf van 240 uren, waarvan 60 uren voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar, dit met aftrek van de dagen die zij in voorarrest heeft gezeten naar rato van 2 uren per dag.

7.Het beslag

7.1
De onttrekking aan het verkeer
De hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen Cobra’s 6 en 27,5 Kamagrapillen zijn naar het oordeel van de rechtbank vatbaar voor onttrekking aan het verkeer. Gebleken is dat de feiten zijn begaan met betrekking tot de Cobra’s 6 en zijn die voorwerpen verder van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en het algemeen belang.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36b, 36c, 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht, artikel 1.2.2. van het Vuurwerkbesluit, artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer en de artikelen 1a, 2, 6 van de Wet op de economische delicten, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feiten 1 en 2 telkens:Medeplegen van overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk gepleegd.
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een taakstraf van 240 uren, subsidiair 120 dagen vervangende hechtenis, waarvan 60 uren, subsidiair 30 dagen vervangende hechtenis, voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van deze taakstraf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd na te melden voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van dit vonnis in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde taakstraf naar rato van 2 uur per dag;
Beslag
- verklaart onttrokken aan het verkeer de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten 123 stuks Cobra 6 en 27,5 Kamagrapillen.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.H.M. Collombon, voorzitter, mr. D. van Kralingen en mr. R.J.H. de Brouwer, rechters, in tegenwoordigheid van F.J.M. Nouws, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 15 augustus 2023.