Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 januari 2023 in de zaak tussen
[eiser], uit [woonplaats], eiser
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Feiten
Wettelijk kader
Gronden van beroep
Oordeel rechtbank over beroepsgronden
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 27 januari 2023, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg beoordeeld. Eiser had bezwaar gemaakt tegen twee besluiten van het college, waarbij zijn recht op bijstandsuitkering werd ingetrokken en een terugvordering van onverschuldigd betaalde bijstandsuitkering werd opgelegd. De rechtbank heeft het beroep behandeld op 18 januari 2023, waarbij zowel de gemachtigde van eiser als die van het college aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat het college het bezwaar van eiser tegen het primaire besluit I terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Eiser had geen gronden van bezwaar ingediend en was niet aanwezig tijdens de hoorzitting. De rechtbank stelt vast dat eiser de hoogte van het terugvorderingsbedrag niet betwist, maar geen onderbouwing heeft gegeven voor zijn stelling dat er geen grond is voor terugvordering. Aangezien het recht op bijstandsuitkering terecht is ingetrokken, is het college verplicht om de onverschuldigd betaalde uitkering terug te vorderen, tenzij er dringende redenen zijn om hiervan af te zien.
De rechtbank concludeert dat er geen dringende redenen zijn gesteld of gebleken en verklaart het beroep ongegrond. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.