Op 10 augustus 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van winkeldiefstal. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 27 juli 2023, waarbij de officier van justitie, mr. J.J. Peerboom, en de verdediging hun standpunten naar voren brachten. De verdachte werd beschuldigd van diefstallen gepleegd op 16, 20 en 23 januari 2023 bij de Albert Heijn in Middelburg. De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding geldig was en dat de rechtbank bevoegd was om te oordelen. De officier van justitie achtte alle tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend bewezen, terwijl de verdediging pleitte voor vrijspraak op basis van onvoldoende bewijs.
De rechtbank concludeerde dat er voldoende bewijs was voor de winkeldiefstal op 23 januari 2023, maar sprak de verdachte vrij van de andere feiten wegens gebrek aan bewijs. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de winkeldiefstal en dat er geen feiten of omstandigheden waren die de strafbaarheid uitsloten. De officier van justitie had een gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest en een voorwaardelijke ISD-maatregel geëist, maar de verdediging pleitte voor een straf gelijk aan de tijd in voorarrest, zonder ISD-maatregel.
De rechtbank besloot uiteindelijk tot een gevangenisstraf van 30 dagen, waarvan 12 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank legde bijzondere voorwaarden op, waaronder meldplicht bij de reclassering en deelname aan behandeling. De rechtbank weegt mee dat de verdachte recent vrijgekomen was uit detentie en positieve gedragsverandering vertoonde, maar dat er ook een hoog recidiverisico was. De rechtbank achtte het opleggen van een voorwaardelijke ISD-maatregel niet gerechtvaardigd, gezien de omstandigheden van de zaak.