Uitspraak
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
op tijdstippen in de periode van 15 augustus 2009 tot en met 14 augustus 2010 te Vlissingen, met een kind die hij, verdachte, verzorgde en opvoedde als behorend tot zijn gezin, te weten [slachtoffer01] (geboren [geboortedatum02] -2000), die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer01] , hebbende verdachte zijn vingers tussen de schaamlippen van die [slachtoffer01] geduwd/gebracht;
op tijdstippen in de periode van 15 augustus 2009 tot en met 14 augustus 2010 te Vlissingen ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarig stiefkind, [slachtoffer01] , geboren op [geboortedatum02] -2000, bestaande die ontucht hierin dat hij die [slachtoffer01] zijn penis heeft laten betasten en de vagina van die [slachtoffer01] heeft betast en zijn penis tegen de kont en de vagina van die [slachtoffer01] heeft geduwd/gewreven en de buik, benen en rug van die [slachtoffer01] heeft gestreeld.
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De benadeelde partij
[slachtoffer01]vordert
€ 2.000,00als vergoeding van immateriële schade. Verdachte heeft zich bereid verklaard om dit bedrag te betalen.
€ 2.000,00voor
de feiten 3 en 4.
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
spreekt verdachte vrijvan de onder 3 en 4 ten laste gelegde feiten;
een gevangenisstraf van 9 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
[slachtoffer01]van
€ 2.000,00aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 augustus 2010 tot aan de dag der algehele voldoening;
(feit 1 en 2), € 2.000,00te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 augustus 2010 tot aan de dag der algehele voldoening;
30 dagen gijzelingkan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
[slachtoffer02] niet-ontvankelijk in de vorderingen bepaalt dat de vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;