ECLI:NL:RBZWB:2023:5596
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de verlaging van WW-uitkering wegens te late aanvraag
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 10 augustus 2023, wordt het beroep van eiser beoordeeld met betrekking tot de verlaging van zijn WW-uitkering. Eiser, vertegenwoordigd door mr. G. Tajjiou, heeft bezwaar gemaakt tegen een besluit van het UWV, dat hem een maatregel van 20% oplegde voor de duur van een maand, omdat hij zijn WW-uitkering niet tijdig had aangevraagd. Het UWV had bij besluit van 15 oktober 2021 vastgesteld dat eiser recht had op een WW-uitkering vanaf 21 juni 2021, maar dat hij deze aanvraag pas op 12 oktober 2021 indiende, wat 106 kalenderdagen na zijn werkloosheid was. Eiser had in de tussenliggende periode in detentie gezeten, maar de rechtbank oordeelt dat dit geen gegronde reden was voor de vertraging in de aanvraag. De rechtbank concludeert dat eiser niet tijdig een DigiD heeft aangevraagd, wat hem verweten kan worden. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de maatregel van het UWV.