Uitspraak
2.De feiten
,geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag 1] 2011;
3.Het verzoek
4.De beoordeling
5.De beslissing
,geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag 1] 2011;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 19 juli 2023 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de wijziging van kinder- en partneralimentatie. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. M. Soytekin, verzocht om de door hem te betalen kinder- en partnerbijdrage met ingang van 2 april 2020 nader vast te stellen op nihil, dan wel te verlagen. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. S. van Reeven-Özer, heeft aangegeven dat zij een Participatiewet-uitkering ontvangt en dat zij om die reden verplicht was om een verzoek tot vaststelling van een partnerbijdrage in te dienen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man en de vrouw in hun echtscheidingsconvenant afstand hebben gedaan van het recht op partneralimentatie, maar dat deze overeenkomst kan worden gewijzigd indien zich een wijziging van omstandigheden voordoet. De rechtbank heeft de behoefte van de vrouw en de minderjarige(n) aan een bijdrage en de financiële draagkracht van de man onderzocht. De rechtbank concludeert dat de kinderbijdrage van de aanvang af niet aan de wettelijke maatstaven heeft voldaan en wijzigt de bijdrage met ingang van 2 april 2020 naar € 25,= per maand per kind. Tevens wordt de partnerbijdrage met ingang van 2 april 2020 op nihil vastgesteld en met ingang van 1 januari 2021 op € 281,= bruto per maand. De rechtbank wijst het meer of anders verzochte af.