ECLI:NL:RBZWB:2023:5531

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
9 augustus 2023
Publicatiedatum
8 augustus 2023
Zaaknummer
AWB- 23_3827 VV
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening+bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening inzake niet tijdig beslissen op aanvraag verklaring omtrent gedrag

In deze zaak heeft verzoeker, woonachtig in [woonplaats verzoeker], beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn aanvraag om een verklaring omtrent gedrag. Tevens heeft verzoeker de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft op 9 augustus 2023 uitspraak gedaan zonder zitting, op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoeker griffierecht moet betalen voor het indienen van een verzoek om een voorlopige voorziening, zoals bepaald in artikel 8:82 van de Awb. Het griffierecht bedraagt € 184,- en verzoeker is per aangetekende brief van 22 juli 2023 in de gelegenheid gesteld om dit bedrag binnen twee weken te betalen. De brief is op 25 juli 2023 bezorgd op het door verzoeker opgegeven adres.

Echter, verzoeker heeft het griffierecht niet tijdig betaald en heeft geen verontschuldiging voor dit verzuim gegeven. Hierdoor heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat het verzoek niet-ontvankelijk is. Dit betekent dat de voorzieningenrechter het verzoek niet inhoudelijk heeft beoordeeld en er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 23/3827

uitspraak van de voorzieningenrechter van 9 augustus 2023 in de zaak tussen

[naam verzoeker], uit [woonplaats verzoeker], verzoeker,

en

De minister van Justitie en Veiligheid.

Inleiding

Verzoeker heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn aanvraag om een verklaring omtrent gedrag. Daarnaast heeft verzoeker de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

1. De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
2. Iemand die een verzoek doet om een voorlopige voorziening, moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:82 van de Awb. In een zaak als deze is het griffierecht € 184,-. De griffier van de rechtbank stelt een termijn waarbinnen het griffierecht moet worden betaald. Het hele bedrag moet binnen die termijn zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of dan zijn betaald op de griffie van de rechtbank. Als het griffierecht niet of niet tijdig is betaald, verklaart de rechtbank het verzoek niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht verontschuldigbaar is.
3. Verzoeker is bij aangetekend verzonden brief van 22 juli 2023 in de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen binnen twee weken na dagtekening van de brief. Uit Track & trace van post.nl blijkt dat de aangetekende brief op 25 juli 2023 is bezorgd op het door verzoeker opgegeven adres.
4. Verzoeker heeft het griffierecht niet op tijd betaald. Verzoeker heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus geen verontschuldiging voor dit verzuim gebleken.
5. Het verzoek is daarom niet-ontvankelijk. Dat betekent dat de voorzieningenrechter het verzoek niet inhoudelijk beoordeelt. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter verklaart het verzoek niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.P. Broeders, rechter, in aanwezigheid van mr. N. van Asten, griffier, op 9 augustus 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.