2.1In de tussenuitspraak heeft de rechtbank, kort gezegd, overwogen dat het college onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat gebouwd is in overeenstemming met de omgevingsvergunning en dat het gebouw overeenkomstig de gebruiksvoorschriften van de beheersverordening wordt gebruikt. Eisers voeren in de zienswijze aan dat ten onrechte niet opnieuw is verwezen naar de commissie bezwaarschriften, dat nog steeds niet overeenkomstig de omgevingsvergunning is gebouwd en dat niet goed is gecontroleerd op het gebruik van het pand als pension of bed and breakfast.
Opnieuw voorleggen aan de commissie bezwaarschriften
3. De rechtbank heeft het college in de gelegenheid gesteld de door haar geconstateerde gebreken te herstellen, met inachtneming van de overwegingen en aanwijzingen in de tussenuitspraak. Daartoe hoeft niet de gehele bezwaarprocedure herhaald te worden. De tussenuitspraak bevat immers duidelijke aanwijzingen. Het college hoefde het nieuwe besluit waarmee hij de gebreken probeert te herstellen niet opnieuw voor te leggen aan de gemeentelijke commissie bezwaarschriften.
Bouwen in overeenstemming met de omgevingsvergunning
4. Het college heeft, zoals de rechtbank in haar tussenuitspraak heeft gevraagd, met behulp van vergunde tekeningen en foto’s aannemelijk gemaakt dat in overeenstemming met de verleende vergunning is gebouwd. Eisers erkennen dit gedeeltelijk door aan te geven dat zij zijn uitgegaan van de tekeningen uit 2017 en niet die van 2018. Ze blijven stellen dat er een raam op de perceelafscheiding is geplaatst dat niet vergund is. Het college heeft één foto van een raam op de perceelafscheiding aan de linkerzijde van het gebouw overgelegd en met behulp van de bouwtekening behorende bij de omgevingsvergunning aannemelijk gemaakt dat dit raam vergund is. Het is onduidelijk waar er volgens eisers nog een ander, niet vergund, raam op de perceelsgrens is geplaatst. De rechtbank komt daarom tot het oordeel dat het college voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat in overeenstemming met de verleende omgevingsvergunning is gebouwd.
Gebruik in strijd met de gebruiksvoorschriften van de beheersverordening
5. De rechtbank is van oordeel dat het college nog steeds niet goed genoeg heeft onderzocht of het pand wordt gebruikt in overeenstemming met de gebruiksvoorschriften van de beheersverordening. Het college heeft volstaan met de opmerking dat hij het volstrekt niet legitiem acht om elke maand te controleren op de bewoning. Ook stelt het college dat er geen maximum is aan het aantal bewoners dat op het perceel [adres] 23 mag wonen. Het college heeft een lijst toegevoegd met namen van personen die daar op een 1 januari 2023 woonden. Onduidelijk is waar deze gegevens op zijn gebaseerd. Heeft er een controlebezoek plaatsgevonden, is dit op basis van een opgave van de verhuurder of komen deze gegevens uit de Basisregistratie personen? Ook geven deze gegevens geen enkel inzicht in de aard van de bewoning. Woonden deze mensen er permanent? Of verbleven ze er toevallig net op de dag van de controle? Het college heeft daarmee geen enkel inzicht gegeven in de vraag of er sprake is van permanente bewoning of van bewoning in strijd met de beheersverordening. Ook de door vergunninghouder overgelegde lijst met aantallen bewoners in verschillende maanden geeft geen inzicht in de aard en duur van de bewoning.
6. Gelet op de in de tussenuitspraak geconstateerde gebreken, is het beroep gegrond. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit, voor zover het college het verzoek om handhavend op te treden wegens het gebruik als pension of bed and breakfast heeft afgewezen. De rechtbank ziet geen aanleiding de rechtsgevolgen van het bestreden besluit, voor zover dat wordt vernietigd, in stand te laten of zelf in de zaak te voorzien, omdat de rechtmatige uitkomst naar de huidige stand van zaken nog te veel open ligt. Het college moet zelf nader onderzoek doen naar de feitelijke situatie ter plaatse en aan de hand daarvan opnieuw beoordelen of sprake is van een overtreding en of hij daartegen handhavend op moet treden. Hij moet daarna een nieuw besluit nemen rekening houdend met deze uitspraak en de tussenuitspraak. De rechtbank stelt hiervoor een termijn van acht weken na de dag van verzending van deze uitspraak.
De rechtgevolgen blijven in stand voor zover het college het verzoek om handhaving wegens bouwen in strijd met de omgevingsvergunning heeft afgewezen.