ECLI:NL:RBZWB:2023:5528
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing verzoek om openbaarmaking op grond van de Wet open overheid
In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tholen, dat op 8 november 2022 is genomen. Dit besluit betreft de afwijzing van het verzoek van eiseres om openbaarmaking van informatie op basis van de Wet open overheid (Woo). De zitting vond plaats op 25 juli 2023 in Middelburg, waar eiseres werd bijgestaan door haar gemachtigde, mr. P.R. Klaver. De vertegenwoordiger van verweerder was eveneens aanwezig.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat het college het Woo-verzoek terecht heeft afgewezen. Dit gebeurde op grond van artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), waarbij verwezen werd naar een eerdere beschikking van 4 juni 2020. In deze beschikking was al op een vergelijkbaar verzoek van eiseres beslist. De rechtbank concludeert dat de bezwaren van eiseres ongegrond zijn en dat het beroep daarom ongegrond verklaard moet worden. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
Eiseres had verzocht om openbaarmaking van alle stukken die betrekking hebben op afspraken van de gemeente met twee personen over een bedrag van € 40.000,-- dat zij van de gemeente hebben ontvangen. De rechtbank oordeelt dat dit verzoek valt binnen de reikwijdte van het eerdere verzoek dat heeft geleid tot de beslissing van 4 juni 2020. De rechtbank wijst erop dat de doorzending van het verzoek om opheffing van de geheimhouding naar de gemeenteraad geen nieuw feit is dat het college zou verplichten om opnieuw inhoudelijk op het Woo-verzoek te beslissen. De rechtbank besluit het beroep ongegrond te verklaren.