ECLI:NL:RBZWB:2023:5521
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening om recreatief verhuren van woningen
In deze zaak hebben verzoekers, bestaande uit Mediator B.V., Marx Company B.V., een derde verzoekster en een vierde verzoeker, de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening. Dit verzoek houdt in dat cliënten en hun huidige en toekomstige kopers moeten worden behandeld alsof er door de gemeente Noord-Beveland toestemming is verleend voor het recreatief verhuren van woningen. De achtergrond van het verzoek ligt in een omgevingsvergunning die op 2 juni 2022 is verleend aan verzoekster 2 en verzoeker 4 voor het bouwen van een appartementencomplex. Deze vergunning bevatte echter een voorschrift dat het gebruik voor logiesverhuur niet is toegestaan, maar enkel voor eigen gebruik.
Verzoekers hebben bezwaar gemaakt tegen een e-mail van het college van 6 juni 2023, waarin werd medegedeeld dat er geen toezegging was gedaan om het voorschrift aan te passen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de procedure voor een voorlopige voorziening bedoeld is om in afwachting van de uitkomst van een bezwaar- of beroepsprocedure een maatregel te treffen. De voorzieningenrechter heeft daarbij de noodzaak van 'onverwijlde spoed' beoordeeld, wat inhoudt dat de gevolgen van een besluit niet onomkeerbaar mogen zijn.
De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat verzoekers onvoldoende spoedeisend belang hebben aangetoond. Hoewel zij financiële risico's aanvoeren, hebben zij niet overtuigend aangetoond dat er een financiële noodsituatie dreigt. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan op 14 juli 2023 en openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie.