ECLI:NL:RBZWB:2023:5485

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
19 juli 2023
Publicatiedatum
4 augustus 2023
Zaaknummer
02-700212-18
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege voor een betrokkene met schizofrenie en middelenstoornissen

Op 19 juli 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Middelburg uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een betrokkene, geboren in 1985, die verblijft op een Forensisch Psychiatrische Afdeling (FPA). De rechtbank heeft de tbs verlengd met twee jaar op basis van een vordering van de officier van justitie. De betrokkene heeft een complexe psychiatrische achtergrond, waaronder schizofrenie en stoornissen in het gebruik van amfetamine en cannabis. Tijdens de zitting zijn verschillende deskundigen gehoord, waaronder een psycholoog en een psychiater, die de huidige toestand van de betrokkene hebben beoordeeld. De deskundigen gaven aan dat, hoewel er positieve ontwikkelingen zijn, de betrokkene nog steeds ondersteuning en structuur nodig heeft in zijn behandeling en resocialisatie. De rechtbank heeft vastgesteld dat het recidivegevaar bij beëindiging van de maatregel als matig tot hoog wordt ingeschat, en dat de betrokkene nog niet in staat is om zelfstandig te functioneren zonder begeleiding. De rechtbank heeft de adviezen van de deskundigen overgenomen en geconcludeerd dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen een verlenging van de tbs eist. De beslissing is genomen met inachtneming van de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Middelburg
Parketnummer: 02/700212-18
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 19 juli 2023
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van
[betrokkene01]
geboren op [geboortedatum01] 1985 te [geboorteplaats01]
verblijvende op het adres van [kliniek01] op een Forensisch Psychiatrische Afdeling (hierna: FPA) in [plaats01] ,
hierna: betrokkene.

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- het psychologisch onderzoek (Pro Justitia) van [klinisch psycholoog01] van 28 maart 2023;
- het psychiatrisch onderzoek (Pro Justitia) van [psychiater01] van 21 april 2023;
- het rapport van [kliniek01] d.d. 22 mei 2023, waarin het advies van de kliniek is vermeld;
- de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van betrokkene vanaf het tweede kwartaal van 2021 tot en met het eerste kwartaal van 2023;
- de vordering van de officier van justitie van 23 mei 2023 (ingekomen op 26 mei 2023), strekkende tot verlenging van de terbeschikkingstelling (hierna: tbs) met een termijn van twee jaar;
- de ter terechtzitting overgelegde pleitnota van de advocaat van betrokkene.

2.De procesgang

Bij vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant (zittingslocatie Middelburg) van 25 juni 2019 is betrokkene veroordeeld tot de maatregel tbs met verpleging van overheidswege, wegens bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd en bedreiging met zware mishandeling.
De rechtbank constateert dat het hier gaat om een misdrijf als bedoeld in artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht. De tbs is opgelegd ter zake een misdrijf dat gericht is tegen en/of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen.
De tbs is op 10 juli 2019 aangevangen. De tbs is op 8 juli 2021 bij beslissing van de rechtbank Zeeland-West-Brabant voor het laatst verlengd voor een termijn van twee jaar.
Tijdens het onderzoek ter openbare terechtzitting van de rechtbank van 5 juli 2023 heeft de officier van justitie, mr. P.W.P. Emmen, zijn standpunt naar voren gebracht. Daarnaast is betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn raadsman mr. J. Wouters, advocaat te Middelburg. Voorts heeft [GZ-psycholoog01] , coördinerend regiebehandelaar en GZ-psycholoog bij [kliniek01] , als deskundige haar visie gegeven over het behandeltraject.

3.Het advies van [kliniek01]

Er is bij betrokkene sprake van schizofrenie, een ongespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met afhankelijke en antisociale kenmerken, alsook stoornissen in het gebruik van amfetamine en cannabis. De aanwezige stoornissen hebben gedurende het leven van betrokkene een versterkend effect op elkaar gehad. Hij is opgegroeid in een affectief en pedagogisch ontoereikend opvoedingsklimaat. Na een periode van cannabisgebruik zijn geleidelijk aan psychotische symptomen ontstaan, zoals wanen en hallucinaties. De inhoud van zijn wanen zijn zowel paranoïde als megalomaan van aard. Er is op den duur sprake geweest van een langdurige psychose, waarbij gebrek aan ziektebesef en wantrouwen jegens begeleiding, een rol hebben gespeeld in het verdere verloop van de behandeling.
Betrokkene weet zich goed te handhaven binnen de huidig aangeboden structuur. Hij is zich er van bewust dat hij de huidige medicatie langdurig nodig heeft. Hij vindt het moeilijk om adequaat hulp te vragen en grenzen te bewaken, maar kan aangeven wanneer het niet goed gaat. Wanneer er problemen zijn met zijn partner weegt dit zwaar voor hem. Hij laat zich gemakkelijk door haar beïnvloeden, hierdoor kan hij overvraagd worden. Hij beschikt niet over voldoende copingvaardigheden om deze spanning eigenhandig te reguleren of concreet aan te geven wat nodig is. Hij accepteert hierin wel begeleiding en ondersteuning op het gebied van zelfredzaamheid. In het transmuraal verlofkader en binnen de FPA wordt toegewerkt naar een passende woonvorm en een baan. Betrokkene is momenteel grotendeels afhankelijk van extern risicomanagement. Hij is niet in staat zijn resocialisatiepeilers zoals wonen, werk, financiën en het adequaat om hulp vragen, zelf te managen. Hij zal gemakkelijk overvraagd worden met oplopende spanning tot gevolg. Hij is hierbij niet voldoende in staat te zijn om drugs te weigeren wanneer dit in de nabijheid is. Zonder voldoende toezicht en begeleiding zal dit tot destabilisatie en uiteindelijk, zeker bij gebrek aan afdoende medicatie, tot psychotische decompensatie leiden. Dit maakt dat het risico op gewelddadige recidive op de middellange termijn als matig en op de lange termijn als hoog wordt ingeschat.
Na de laatste verlenging van de tbs met twee jaar zijn vrijheden geleidelijk opgebouwd. Op 21 oktober 2022 is een machtiging afgegeven voor transmuraal verlof. Op 12 december 2022 is een overplaatsing naar de FPA in [plaats01] gerealiseerd. De delictgerelateerde risicofactoren zijn momenteel onder controle met het huidig risicomanagement. Er is een gemotiveerde inzet voor het resocialisatietraject getoond. Psychotische symptomen zijn afwezig, maar negatieve symptomen blijven zichtbaar, ook met medicatie. Ondanks alle positieve ontwikkelingen blijft structuur belangrijk. Dit geeft houvast en rust waardoor betrokkene het overzicht behoudt. Het komende jaar zal worden onderzocht hoe de reclassering bij het resocialisatietraject kan worden betrokken. Bij een goed verloop van de verloven wordt dit verder uitgebreid en zal een passende werksituatie buiten de FPA moeten worden gevonden. Tot slot zal een overplaatsing naar een begeleide/beschermde woonvorm worden onderzocht die voor hem het meest geschikt is. Het resocialisatietraject is recent gestart. Er dient gefaseerd te worden toegewerkt naar een verblijf buiten de FPA, waarbij belangrijke resocialisatiepeilers worden opgebouwd en versterkt. Het advies luidt om de tbs van betrokkene met twee jaar te verlengen.
Ter zitting heeft de deskundige dit advies bevestigd.

4.Het advies van de extern gedragsdeskundigen

Het advies van [psycholoog01] in het Pro Justitia rapport van 28 maart 2023
De deskundige heeft geconcludeerd dat er sprake is van schizofrenie en een stoornis in cannabis- en amfetaminegebruik (langdurig in remissie). Daarnaast is sprake van een gokstoornis (deels in remissie). Op basis van de risicotaxatie wordt het recidiverisico door de deskundige in de huidige setting als laag ingeschat en bij een abrupt einde van de maatregel oplopend naar matig-hoog. Het risico op toekomstig geweld in bredere zin zal naar verwachting oplopen in het scenario dat betrokkene op zichzelf wordt teruggeworpen, verstoken is van hulpverlening, geïsoleerd raakt en het moet stellen zonder prosociaal netwerk, op het gevaar af dat hij zijn medicatie staakt, terugvalt in middelengebruik en in destabiliserende omstandigheden verzeild raakt.
De deskundige onderscheidt als pijlers van het risicomanagement een adequate instelling op psychofarmaca, interventies gericht op verbetering van de agressieregulatie en op abstinentie van middelen. Verder is van belang om betrokkene te begeleiden bij dagstructuur, dagbesteding, zelfzorg, administratieve taken, maatschappelijke vaardigheden en het maken van verstandige keuzes. Bovendien is naleving van het signaleringsplan nodig om de eerste tekenen van ontregeling tijdig te signaleren. Dit risicomanagement is effectief gebleken en kan worden uitgebreid met interventies gericht op de gokproblematiek. Tot slot is de partnerrelatie van betrokkene een aandachtspunt, bijvoorbeeld om hem te ondersteunen bij eventuele spanningen die de dynamiek met zijn partner mogelijk induceert. Op basis van de risicotaxatie, de gunstige ontwikkeling en positieve samenwerking wordt geadviseerd om de tbs te verlengen met één jaar. Wanneer betrokkene erin slaagt om de stabiliteit vast te houden kan na verloop van dat jaar de balans worden opgemaakt en worden onderzocht of de verpleging van overheidswege voorwaardelijk beëindigd kan worden.
Het advies van [psychiater01] in het Pro Justitia rapport van 21 april 2023
De deskundige heeft vastgesteld dat sprake is van schizofrenie, een stoornis in het gebruik van amfetamine en cannabis (in remissie) en een gokstoornis (in remissie). Het risico op gewelddadig gedrag vloeit voort uit de schizofrenie, onder meer uit de mogelijkheid dat betrokkene paranoïde wanen ontwikkelt. Verder kan een psychose leiden tot ontremming, gebrekkig oordeels- en kritiekvermogen en gebrekkige agressieregulatie. De mate van structuur en ondersteuning, adequate medicatie, abstinentie van middelen en een extern kader dat behandeling garandeert is van belang. Een belangrijk beschermende factor is de positieve behandelattitude en het feit dat er ziekte-inzicht is. Het risico op gewelddadig gedrag, binnen het kader van de tbs in de huidige context, wordt als laag ingeschat. Mocht de tbs nu komen te vervallen wordt het risico op recidive als matig/hoog ingeschat.
Een adequaat risicomanagement in deze fase van het traject bestaat uit een aantal factoren:
voortzetting van de medicamenteuze behandeling, abstinentie van middelen, adequate ondersteuning, het bieden van holding en het hanteren van het signaleringsplan, allemaal binnen het veilige kader van de tbs. Daarbij is het van belang om rekening te houden met de beperkingen ten gevolge van schizofrenie en om, in het verlengde daarvan, te waken voor overvraging en te weinig structuur. Betrokkene moet nog stappen doorlopen voordat hij adequaat is ingebed in de zorg en een passende woonsituatie met dagbesteding gerealiseerd zijn. Dit zou reden zijn om de tbs met twee jaar te verlengen. Echter, gelet op de positieve attitude en gelet op het probleeminzicht is het kader van verpleging van overheidswege wellicht niet lang meer nodig. Het is voorstelbaar dat met voortvarendheid wordt toegewerkt naar een voorwaardelijke beëindiging, dan wel via de fase van proefverlof, dan wel dat de reclassering in het traject wordt geïntroduceerd door middel van forensisch psychiatrisch toezicht. Dit zou reden zijn voor een verlenging van de tbs met één jaar, zodat getoetst kan worden of een voorwaardelijke beëindiging haalbaar is. Gelet hierop gaat de voorkeur er naar uit om de tbs met één jaar te verlengen.

5.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft ter zitting de schriftelijke vordering om de tbs te verlengen met twee jaar gehandhaafd.

6.Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft gepleit voor een verlenging van de maatregel met een jaar. Daartoe is aangevoerd dat betrokkene de afgelopen tijd grote stappen heeft gezet en dat uit de [kliniek01] rapportage geen dringende noodzaak blijkt om de tbs voort te laten duren. De psycholoog en de psychiater adviseren een verlenging van een jaar waarbij zij de risicotaxatie, het stabiele functioneren van betrokkene, de positieve ontwikkeling, het probleeminzicht en de constructieve samenwerking hebben overwogen. Het recidiverisico is door medicatie en het volgen van therapie aanzienlijk verminderd en dat mag beloond worden. Bovendien biedt een verlenging van een jaar betrokkene perspectief, wat een positieve stimulans kan zijn om zich gemotiveerd op zijn resocialisatie te richten.

7.Het oordeel van de rechtbank

Uit het verlengingsadvies van [kliniek01] en de Pro Justitia-rapportages blijkt dat er nog steeds sprake is van ziekelijke stoornissen bij betrokkene. Het recidivegevaar wordt bij beëindiging van de maatregel als matig tot hoog ingeschat. Hierbij is van belang dat betrokkene nog structuur nodig heeft, in een klinische fase van behandeling is en dat er buiten de kliniek nog getoetst moet worden in hoeverre hij in staat is om datgene wat hij geleerd heeft, met name op het gebied van zelfredzaamheid, toe te passen.
De rechtbank heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van het advies en de rapportages van de deskundigen te twijfelen en neemt deze over. Gelet hierop en dat wat verder ter zitting naar voren is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen verlenging van de terbeschikkingstelling eist. Zij is van oordeel dat wordt voldaan aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit.
Uit het verlengingsadvies en de rapportages komt naar voren dat betrokkene binnen FPA [plaats01] stabiel functioneert en dat toegewerkt wordt naar een adequate inbedding in zorg en een passende woonsituatie en dagbesteding. Door middel van medicijnen zijn de psychotische symptomen naar de achtergrond verdwenen, waarbij het van groot belang blijft dat betrokkene trouw is aan het innemen hiervan. Betrokkene heeft zich ingezet voor therapieën om meer zicht te krijgen in zijn problematiek. Betrokkene ervaart medicatie en begeleiding als ondersteunend. Betrokkene volgt op twee dagen dagbesteding, werkt als ervaringsdeskundige en verricht vrijwilligerswerk. Behandelinhoudelijk gezien is betrokkene toe aan het praktiseren van verlof en stapsgewijs resocialiseren. Dit is een belangrijke stap om te toetsen hoe betrokkene omgaat met de maatschappij en haar prikkels. De behandelmodules en opbouw van vrijheden zijn onlangs gestart en de komende periode zal in het teken staan van monitoren hoe hij hierop reageert. Het doel is uitstroom naar een beschermd wonen-voorziening. Naar verwachting zal dit alles zich de komende periode uitkristalliseren.
Het uitgangspunt van de rechtbank is dat, wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling meer tijd in beslag zal nemen dan een jaar, de terbeschikkingstelling - behoudens bijzondere omstandigheden - verlengd dient te worden met een termijn van twee jaar. Ondanks alle positieve ontwikkelingen is uit de toelichting van de deskundige tijdens de zitting gebleken dat het concrete resocialisatietraject dat bestaat uit behandeling, de inschakeling van de reclassering, de aanvraag van forensisch psychiatrisch toezicht, het vinden van een passende woonvorm en dagbesteding en het monitoren van de proefverloven nog minimaal twee jaar in beslag zal nemen. Daarbij is het voor langere duur behouden van structuur voor betrokkene belangrijk. Met verlenging van een jaar is er volgens de deskundige een kans dat het fundament dat is opgebouwd, verloren gaat. Hoewel de externe deskundigen door onder meer de positieve houding en ontwikkeling van betrokkene verlenging van de maatregel met een jaar adviseren, constateren ook zij dat het tijdspad voor de behandeling en resocialisatie van betrokkene pleit voor een verlenging van de tbs met twee jaar. De rechtbank stelt op basis hiervan vast dat niet te verwachten is dat binnen een jaar gronden aanwezig kunnen zijn die een beëindiging van de terbeschikkingstelling rechtvaardigen. De omstandigheid dat betrokkene door een verlenging met één jaar mogelijk meer gemotiveerd zal zijn om aan zijn resocialisatie mee te werken dan bij een verlenging met twee jaar, is onvoldoende reden om van het eerdergenoemde uitgangspunt af te wijken. De motivatie van betrokkene om aan zijn resocialisatie mee te werken moet hij vooral halen uit de daarin door hem te bereiken resultaten op grond waarvan verdere stappen gemaakt kunnen worden. Ook verder zijn er geen bijzondere omstandigheden die afwijking rechtvaardigen.
De rechtbank zal de tbs met verpleging van overheidswege verlengen met twee jaar.

8.De beslissing

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van betrokkene met twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. E.A. Mulders, voorzitter, mr. C.H.W.M. Sterk en mr. G.H. Nomes, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. P.A.C. Admiraal en is uitgesproken ter openbare zitting op 19 juli 2023.
De oudste rechter en de griffier zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen