ECLI:NL:RBZWB:2023:5435

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
26 juli 2023
Publicatiedatum
1 augustus 2023
Zaaknummer
10574317 CV EXPL 23-1815 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • P. Ponds
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Internationale bevoegdheid en toepasselijk recht in consumentenovereenkomst

In deze bodemzaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 26 juli 2023, is de vennootschap Alektum Capital AG, gevestigd in Zug, Zwitserland, als eiseres opgetreden tegen een gedaagde die niet is verschenen. De eiseres heeft gedaagde, die op een geheim adres woont, gedagvaard op 26 mei 2023 en vordert betaling van € 132,38, vermeerderd met wettelijke rente over een deel van het bedrag, alsook veroordeling in de proceskosten.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is om van de vordering kennis te nemen, aangezien zowel Nederland als Zwitserland partij zijn bij het EVEX II Verdrag en gedaagde woonachtig is in Nederland. De eiseres heeft ook gesteld dat zij de openstaande vordering uit hoofde van een consumentenovereenkomst tussen gedaagde en Zalando SE heeft verkregen via cessie. De rechtbank heeft overwogen dat het Nederlands recht van toepassing is op deze overeenkomst, conform de relevante bepalingen van de Verordening Rome I.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vordering niet onrechtmatig of ongegrond is en heeft deze toegewezen. Gedaagde is veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente, en is ook in de proceskosten veroordeeld, die zijn vastgesteld op € 274,84. De nakosten zijn begroot op € 19,50, met de voorwaarde dat gedaagde niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis voldoet. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster I Civiele kantonzaken
Bergen op Zoom
zaak/rolnr.: 10574317 CV EXPL 23-1815
vonnis d.d. 26 juli 2023
inzake
de vennootschap naar buitenlands recht
Alektum Capital AG,
gevestigd en kantoorhoudende te Zug, Zwitserland,
eiseres,
gemachtigde: Van Lith B.V. te Eindhoven,
tegen
[gedaagde01],
wonende op een geheim adres in de [gemeente01] ,
gedaagde,
niet verschenen.

1.Het verloop van het geding

De procesgang blijkt uit de dagvaarding van 26 mei 2023 met producties.

2.Het geschil en de beoordeling

2.1
Eiseres heeft op de bij dagvaarding omschreven gronden, welke hier als herhaald en ingelast gelden, gevorderd gedaagde te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 132,38 te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van € 89,59 vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening, met veroordeling van gedaagde in de proceskosten.
2.2
Gedaagde is, hoewel behoorlijk gedagvaard, niet ter zitting verschenen en heeft ook niet tijdig een schriftelijk antwoord ingediend of om uitstel verzocht, zodat tegen deze verstek is verleend.
2.3
Nu eiseres gevestigd is te Zwitserland, draagt onderhavige procedure een internationaal karakter. Allereerst dient daarom de vraag te worden beantwoord of de Nederlandse rechter bevoegd is van onderhavige vordering kennis te nemen. Nederland en Zwitserland zijn beide partij bij het EVEX II Verdrag inzake. Nu gedaagde woonachtig is in Nederland, is op grond van artikel 15 van het EVEX II Verdrag de Nederlandse rechter bevoegd.
2.4
Voorts is van belang welk recht op de overeenkomst van toepassing is. Hierover wordt het volgende overwogen. Eiseres heeft gesteld dat zij middels cessie heeft overgedragen gekregen de openstaande vordering uit hoofde van een tussen Zalando SE (hierna: Zalando) en gedaagde gesloten consumentenovereenkomst. Ingevolge artikel 14 lid 2 van de in deze zaak toepasselijke Verordening Rome I wordt de betrekking tussen eiseres als cessionaris en gedaagde als schuldenaar beheerst door het recht dat op de gecedeerde vordering van toepassing is. Gelet op artikel 11 lid 1 van de algemene voorwaarden van Zalando in samenhang met artikel 6 lid 2 Verordening Rome I is dat in dit geval Nederlands recht.
2.5
Nu de vordering de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, zal deze worden toegewezen, behoudens het volgende.
2.6
Gedaagde zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten, waaronder de nakosten, worden veroordeeld. De proceskosten aan de zijde van eiseres worden tot op heden vastgesteld op:
dagvaarding € 107,84
griffierecht € 128,00
salaris gemachtigde
€ 39,00
totaal € 274,84.
2.7
De nakosten worden begroot op € 19,50 (half salarispunt met een maximum van
€ 132,00) aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat gedaagde niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van de uitspraak.

3.De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt gedaagde om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eiseres te betalen een bedrag van € 132,38 te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van € 85,59 vanaf 26 mei 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening;
veroordeelt gedaagde in de proceskosten aan de zijde van eiseres tot op heden vastgesteld op een bedrag van € 274,84;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Ponds, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 26 juli 2023.