ECLI:NL:RBZWB:2023:5434

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
26 juli 2023
Publicatiedatum
1 augustus 2023
Zaaknummer
10213223 CV EXPL 22-2897 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • P. Ponds
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van overeenkomst betreffende vakantieverblijf op grond van onvoorziene omstandigheden

In deze zaak vordert eiser, wonende in Duitsland, de ontbinding van een overeenkomst met Roompot Service B.V. betreffende een vakantieverblijf. Eiser stelt dat onvoorziene omstandigheden, zoals bedoeld in artikel 6:258 BW, aanleiding geven tot deze ontbinding. De gedaagde, Roompot, heeft echter een bedrag van € 1.458,47 aan eiser betaald, wat de hoofdsom van € 829,00, buitengerechtelijke kosten van € 150,46 en proceskosten van € 479,11 omvat. Roompot betwist de vordering van eiser en concludeert tot niet-ontvankelijkheid, stellende dat eiser geen belang meer heeft bij zijn vordering tot ontbinding, nu de betaling heeft plaatsgevonden.

De kantonrechter overweegt dat de zaak een internationaal karakter heeft, aangezien eiser in Duitsland woont en Roompot in Nederland is gevestigd. De Nederlandse rechter heeft rechtsmacht op basis van de Brussel I bis-Verordening en het toepasselijke recht is Nederlands recht volgens de Rome I-Verordening. De rechter oordeelt dat de betaling door Roompot de rechtsgrond voor de vorderingen van eiser heeft doen vervallen, maar dat Roompot geen verweer heeft gevoerd tegen de ontbinding van de overeenkomst. Daarom wordt de ontbinding van de overeenkomst toegewezen.

Wat betreft de proceskosten oordeelt de kantonrechter dat, hoewel de hoofdsom en buitengerechtelijke kosten zijn voldaan, Roompot als grotendeels in het ongelijk gestelde partij in beginsel de proceskosten van eiser moet vergoeden. Echter, omdat de betaling heeft plaatsgevonden na dagvaarding, worden de kosten voor de conclusie van repliek niet toegewezen. De kantonrechter komt tot de conclusie dat de vordering tot ontbinding wordt toegewezen, maar de overige vorderingen worden afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Cluster I Civiele kantonzaken
Middelburg
zaak/rolnr.: 10213223 CV EXPL 22-2897
vonnis d.d. 26 juli 2023
inzake
[eiser01],
wonende te [woonplaats01] (Duitsland),
eiser,
tot 28 maart 2023 gemachtigde mr. S.I.J. van Hees advocaat te Roermond,
vanaf 28 maart 2023 gemachtigde mr. J.B. Gubbels advocaat te Roermond.
tegen
de besloten vennootschap
Roompot Service B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Goes,
gedaagde,
gemachtigde: mr. S. Wiersma-Helal advocaat te Middelburg.
Partijen zullen hierna worden aangeduid als [eiser01] en Roompot.

1.Het verloop van het geding

De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
a. de dagvaarding van 14 november 2022 met producties;
b. de conclusie van antwoord met producties;
c. de conclusie van repliek;
d. de conclusie van dupliek.

2.Het geschil

2.1
[eiser01] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, de overeenkomst betreffende het vakantieverblijf tussen [eiser01] en Roompot op grond van onvoorziene omstandigheden ex artikel 6:258 BW te ontbinden en Roompot te veroordelen tot betaling aan hem van een bedrag van € 829,00 te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der algehele voldoening. Voorts vordert [eiser01] Roompot te veroordelen tot betaling aan hem van een bedrag van € 150,46 ter zake buitengerechtelijke incassokosten alsmede Roompot te veroordelen in de proceskosten.
2.2
Roompot voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkverklaring van [eiser01] , althans tot afwijzing van de vordering, met veroordeling van [eiser01] in de proceskosten. Roompot voert hiertoe het volgende aan. Op 29 maart 2023 heeft Roompot een bedrag van € 1.458,47, bestaande uit i) de (resterende) boekingssom ten bedrage van € 829,00, ii) de buitengerechtelijke kosten ten bedrage van € 150,46 alsmede iii) de proceskosten ten bedrage van € 479,11 bestaande uit griffierecht, deurwaarderskosten en één punt gemachtigdesalaris aan [eiser01] betaald. Roompot stelt zich op het standpunt dat, nu het boekingsbedrag door Roompot reeds is terugbetaald en voor haar in het geval van ontbinding van de overeenkomst derhalve geen ongedaanmakingsverplichting meer bestaat, [eiser01] geen belang meer heeft bij diens vordering tot ontbinding. Roompot vordert dat [eiser01] als de in het ongelijk gestelde partij wordt veroordeeld in de proceskosten.

3.De beoordeling

3.1
Rechtsmacht en toepasselijk recht
De kantonrechter stelt voorop dat deze zaak een internationaal karakter draagt nu [eiser01] in Duitsland woonachtig is en Roompot in Nederland is gevestigd. Derhalve dient ambtshalve beoordeeld te worden of aan de Nederlandse rechter rechtsmacht toekomt en, indien dat het geval is, welk recht op het geschil van toepassing is. De kantonrechter overweegt als volgt.
Het geschil gaat over huur van een vakantiewoning in Nederland. Op grond van artikel 24 Brussel I bis-Verordening heeft de Nederlandse rechter rechtsmacht. De toepasselijkheid van Nederlands recht volgt uit artikel 4 Rome I-Verordening.
3.2
Inhoudelijke beoordeling
Dat Roompot de gevorderde restant reissom ad € 829,00, de buitengerechtelijke kosten ten bedrage van € 150,46 en een bedrag aan proceskosten ten bedrage van € 479,11 heeft voldaan wordt door [eiser01] niet betwist. Dat deze betaling tot gevolg heeft dat voor hem geen belang meer bestaat bij zijn ingestelde vorderingen, en dan met name de gevorderde ontbinding van de overeenkomst alsmede de veroordeling in de proceskosten, wordt door [eiser01] wel betwist. De kantonrechter oordeelt als volgt.
3.3
Hoofdsom en buitengerechtelijke incassokosten
Onbetwist gesteld is dat de hoofdsom ten bedrage van € 829,00 en de vordering ter zake buitengerechtelijke incassokosten ten bedrage van € 150,46 door Roompot zijn voldaan. Nu [eiser01] zijn eis echter niet heeft verminderd dan wel gewijzigd dient de kantonrechter ten aanzien van deze vorderingen te beslissen. Als gevolg van de betaling van voornoemde bedragen door Roompot is de rechtsgrond voor deze vorderingen komen te vervallen. De kantonrechter zal de vordering tot betaling van een bedrag van € 829,00 en tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten dan ook afwijzen.
3.4
Ontbinding van de overeenkomst
Ontbinding van de overeenkomst heeft tot gevolg dat voor de bij de overeenkomst betrokken partijen over en weer ongedaamakingsverplichtingen ontstaan. Voor Roompot ziet deze ongedaanmakingsverplichting in ieder geval op het restitueren van de reissom aan [eiser01] . Nu Roompot tegen de ontbinding an sich en de aangevoerde rechtsgronden daarvoor geen verweer heeft gevoerd en zij bovendien reeds gevolg heeft gegeven aan de voor haar uit de ontbinding van de overeenkomst voortvloeiende rechtsgevolgen, waarmee zij naar het oordeel van de kantonrechter reeds blijk heeft gegeven de overeenkomst net als [eiser01] te wensen te ontbinden althans te beëindigen, zal de kantonrechter de gevorderde ontbinding van de overeenkomst toewijzen.
3.5
Proceskosten
Met de betaling van Roompot zijn de gevorderde hoofdsom en de gevorderde buitengerechtelijke kosten weliswaar voldaan. Echter, nu betaling heeft plaatsgevonden ná dagvaarding is Roompot, als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij, in beginsel naast betaling van de gevorderde hoofdsom tevens de door [eiser01] gemaakte proceskosten verschuldigd. Voor de conclusie van repliek zal de kantonrechter geen salarispunt toekennen. Bij antwoord was de geldelijke vordering door Roompot immers voldaan, waarmee het geschil tussen partijen reeds was beslecht. De kantonrechter is van oordeel dat de kosten voor het nemen van de conclusie van repliek om die reden voor rekening van [eiser01] dienen te blijven. De proceskosten aan de zijde van [eiser01] kunnen tot op heden worden vastgesteld als volgt:
dagvaardingskosten € 130,11
griffierecht € 214,00
salaris gemachtigde
€ 132,00(1 x punt gemachtigdesalaris à € 132,00).
totaal € 476,11.
Nu Roompot deze kosten reeds heeft voldaan, volgt geen kostenveroordeling.

4.De beslissing

De kantonrechter:
ontbindt de tussen [eiser01] en Roompot gesloten overeenkomst betreffende het vakantieverblijf,
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Ponds en in het openbaar uitgesproken op 26 juli 2023.