ECLI:NL:RBZWB:2023:5433

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
26 juli 2023
Publicatiedatum
1 augustus 2023
Zaaknummer
10484440 CV EXPL 23-1041 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • M. van den Boom
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over kosten bij niet-nakoming van een online kappersafspraak en de toepasselijkheid van huisregels als algemene voorwaarden

In deze zaak heeft eiseres, een kapster, gedaagde aangeklaagd wegens het niet verschijnen op een online gemaakte afspraak op 8 november 2022. Eiseres heeft gedaagde een bedrag van € 81,40 in rekening gebracht wegens deze 'no-show', gebaseerd op haar huisregels die zij als algemene voorwaarden beschouwt. Gedaagde betwist de verschuldigdheid van dit bedrag en stelt niet op de hoogte te zijn geweest van de regel dat bij niet verschijnen kosten in rekening worden gebracht. Gedaagde voert aan dat zij eerder teveel heeft betaald voor een behandeling en dat deze kosten in mindering moeten worden gebracht op de vordering van eiseres.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een overeenkomst tot stand is gekomen tussen partijen, maar de kern van het geschil ligt in de vraag of de huisregels van eiseres, die als algemene voorwaarden kunnen worden beschouwd, van toepassing zijn op deze overeenkomst. De rechter oordeelt dat eiseres onvoldoende heeft aangetoond dat gedaagde op de hoogte was van deze huisregels op het moment van het sluiten van de overeenkomst. De vermelding van de huisregels in nieuwsbrieven en op sociale media is niet voldoende om te concluderen dat gedaagde voldoende geïnformeerd was.

Daarom concludeert de kantonrechter dat de huisregels geen deel uitmaken van de overeenkomst en dat eiseres haar vordering ten onrechte heeft gebaseerd op deze huisregels. De vordering van eiseres wordt afgewezen en zij wordt veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van gedaagde op nihil worden vastgesteld.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Cluster I Civiele kantonzaken
Middelburg
zaak/rolnr.: 10484440 CV EXPL 23-1041
vonnis d.d. 26 juli 2023
inzake
[eiseres01] handelend onder de namen [bedrijf01] en [bedrijf02],
zaakdoende te [vestigingsplaats01] ,
eiseres,
gemachtigde: P. de Ruijter gerechtsdeurwaarder te Heerhugowaard,
tegen
[gedaagde01],
wonende te [woonplaats01] ,
gedaagde,
procederend in persoon.

1.Het verloop van het geding

De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
a. de dagvaarding van 12 april 2023 met producties;
b. de conclusie van antwoord met producties;
c. de conclusie van repliek met producties;
d. de conclusie van dupliek.

2.De feiten

2.1
Eiseres is kapster en heeft in onderhavige zaak gehandeld in de uitoefening van een beroep of bedrijf. Gedaagde is aan te merken als consument.
2.2
Tussen partijen is een overeenkomst tot stand gekomen, inhoudende dat gedaagde op
8 november 2022 om 12:30 uur zich bij de salon van eiseres zou melden voor de volgende door eiseres uit te voeren behandelingen: dames knippen, verven kort en gelnagels opvullen 1 kleur (tot 4 weken).
2.3
De overeenkomst tussen partijen is online via het reserveringssysteem van eiseres tot stand gekomen.
2.4
Gedaagde is op 8 november 2022 om 12.30 uur zonder voorafgaande berichtgeving aan eiseres niet op de afspraak verschenen.
2.5
Eiseres heeft wegens deze zogenoemde “no-show” een bedrag van € 81,40 in rekening gebracht bij gedaagde.

3.Het geschil

3.1
Eiseres vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, gedaagde te veroordelen tot betaling aan haar van een bedrag € 81,40, vermeerderd met de wettelijke (handels-)rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening, alsmede gedaagde te veroordelen tot betaling aan haar van de buitengerechtelijke incassokosten ten bedrage van € 40,00 met veroordeling van gedaagde in de proceskosten. Aan haar vordering legt eiseres ten grondslag dat gedaagde haar betalingsverplichting uit hoofde van de tussen hen gesloten overeenkomst niet is nagekomen.
3.2
Gedaagde voert verweer. Dat zij niet op de afspraak is verschenen wordt door
gedaagde niet betwist. Dat zij hiervoor iets verschuldigd is aan eiseres wordt door haar
wel betwist. Gedaagde stelt dat zij niet op de hoogte is of was van de regel dat bij niet verschijnen de gemaakte afspraak in rekening wordt gebracht, zodat zij niet gehouden is ter zake een bedrag aan eiseres te voldoen. Ook voor zover geoordeeld zou worden dat zij wel op de hoogte had moeten zijn van deze regel stelt gedaagde zich op het standpunt dat zij eiseres niets verschuldigd is. Gedaagde stelt zich op het standpunt dat zij bij een eerdere afspraak teveel heeft betaald. Zo zou zij onder meer hebben betaald voor highlights die niet zijn geplaatst. Deze teveel betaalde kosten dienen in mindering te worden gebracht op de vordering van eiseres, evenals de kosten voor het parkeren die zij heeft moeten maken omdat een eerdere afspraak door toedoen van eiseres veel langer duurde dan gepland. Daarnaast stelt gedaagde dat de vordering verrekend dient te worden met een cadeaubon ter waarde van € 36,00.

4.De beoordeling

4.1
Tussen partijen is niet in geschil dat tussen hen een overeenkomst tot stand is gekomen. Wat partijen verdeeld houdt is de vraag of gedaagde vanwege het niet verschijnen op de afspraak van 8 november 2022 kosten verschuldigd is aan eiseres. Deze verplichting volgt volgens de stellingen van eiseres uit de door haar sinds 2016 gehanteerde “huisregels”, waaronder de regel dat bij een “no show” kosten in rekening worden gebracht bij de klant. De kantonrechter begrijpt hieruit dat eiseres zich op het standpunt stelt dat deze huisregels deel uitmaken van de tussen partijen gesloten overeenkomst. Eiseres voert hiertoe aan dat gedaagde reeds geruime tijd op de hoogte was of in ieder geval kon zijn van de huisregels nu deze bij het maken van een afspraak aan de klant worden benoemd, deze te vinden zijn op diverse sociale mediakanalen en bovendien regelmatig in een nieuwsbrief worden opgenomen die per mail aan klanten die voorkomen in het systeem worden verstuurd.
4.2
De kantonrechter oordeelt als volgt. De vraag die beantwoordt dient te worden is of de huisregels van eiseres, die kunnen worden beschouwd als een vorm van algemene voorwaarden, op de overeenkomst van toepassing zijn en eiseres deze terecht aan haar vordering ten grondslag legt. Om deel uit te maken van de overeenkomst is vereist dat de algemene voorwaarden voorafgaand aan het tot stand komen van de overeenkomst aan de klant ter hand zijn gesteld. Dit is bij een overeenkomst als de onderhavige, waarbij de overeenkomst online tot stand is gekomen, het geval wanneer de consument voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst op begrijpelijke en in het oog springende wijze wordt gewezen op de algemene voorwaarden, de consument deze voorwaarden via een link kan inzien en deze voorwaarden door middel van het aanvinken van een daartoe bestemd vakje kan accepteren. Aan deze voorwaarden is naar het oordeel van de kantonrechter niet voldaan, althans daartoe is onvoldoende gesteld en daarvan is onvoldoende gebleken. Het vermelden van de huisregels in een nieuwsbrief en op sociale mediakanalen is naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende om er vanuit te mogen gaan dat een klant ten tijde van het online sluiten van de overeenkomst voldoende is voorgelicht ten aanzien van de geldende regels en om deze regels onderdeel te laten zijn van de overeenkomst.
De conclusie is gelet op het hiervoor overwogene dat de huisregels van eiseres geen deel uitmaken van de overeenkomst tussen partijen en dat eiseres deze aldus ten onrechte ten grondslag legt aan haar vordering. Voor zover eiseres heeft bedoeld te stellen dat zij als gevolg van de tekortkoming van gedaagde schade heeft geleden oordeelt de kantonrechter dat eiseres ook hiervoor onvoldoende heeft gesteld en dit onvoldoende heeft onderbouwd.
4.3
De kantonrechter komt tot de slotsom dat de vordering van eiseres nu een grondslag daartoe ontbreekt dient te worden afgewezen.
4.4
Eiseres zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten die aan de zijde van gedaagde tot op heden worden vastgesteld op nihil.

4.De beslissing

De kantonrechter:
wijst de vordering af,
veroordeelt eiseres in de kosten van deze procedure die aan de zijde van gedaagde tot op heden worden vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. Van den Boom, en in het openbaar uitgesproken op 26 juli 2023.