ECLI:NL:RBZWB:2023:5385

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Afdeling Insolventies – meervoudige kamer

Zittingsplaats Breda

Beschikking ex artikel 383 lid 4 Faillissmentswet (Fw)

rekestnummer: 409194 HO RK 23-326

uitspraakdatum: 3 mei 2023

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[bedrijf] B.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

hierna te noemen: [bedrijf] ,

advocaat: mr. B.W.G. van der Velden.

1.De procedure

1.1

[bedrijf] heeft op 15 november 2022 een verklaring ex artikel 370 lid 3 Fw ter griffie gedeponeerd, waarbij zij heeft gekozen voor een besloten akkoordprocedure buiten faillissement.

1.2

Op 2 mei 2023 is ter griffie van deze rechtbank van [bedrijf] een verzoekschrift tot homologatie van een akkoord ex artikel 383 lid 1 Fw ontvangen. Op diezelfde dag heeft [bedrijf] het stemverslag als bedoeld in artikel 382 lid 2 Fw gedeponeerd.

2.De beoordeling

2.1

Ingevolge artikel 383 lid 4 Fw zal een zitting worden bepaald waarop de rechtbank de homologatie behandelt. Deze (hvbride) zitting zal plaatsvinden op maandag 15 mei 2023 te 10.00 uur in het gerechtsgebouw aan de Stationslaan 10 te Breda en via een online videoverbinding. Stemgerechtigde schuldeisers en aandeelhouders kunnen zich wenden tot de griffier van de rechtbank Zeeland-West-Brabant om aan te geven of zij in persoon dan wel digitaal aan de zitting wensen deel te nemen. Daarbij wordt opgemerkt dat er maar beperkt ruimte is om fysiek aan de zitting deel te nemen. Belanghebbenden moeten er daarom rekening mee houden dat zij alleen digitaal kunnen deelnemen. Zij zullen dan van de griffier een link ontvangen, waarmee zij via een videoverbinding aan de zitting kunnen deelnemen.

2.2

Daarnaast zal de rechtbank ingevolge artikel 383 lid 5 Fw [bedrijf] opdragen van deze beschikking onverwijld schriftelijk kennis te geven aan de stemgerechtigde schuldeisers en aandeelhouders.

2.3

De rechtbank ziet aanleiding om – in afwijking van het bepaalde in artikel 383 lid 8 Fw – te bepalen dat eventuele verzoeken tot afwijzing van het homologatieverzoek uiterlijk op 10 mei 2023 te 10.00 uur dienen te worden ingediend. De rechtbank overweegt daartoe dat de onderhavige procedure een omvangrijke en complexe zaak betreft, zodat zowel de rechtbank als de betrokken belanghebbenden voldoende tijd gegeven moet worden om van de stukken kennis te nemen. De rechtbank neemt voorts in aanmerking dat het traject van de totstandkoming van het akkoord lang is geweest en dat alle belanghebbenden bij dit traject zijn betrokken, zodat zij naar het oordeel van de rechtbank met de verkorting van de termijn niet onredelijk in hun belangen worden geschaad. Dit laatste geldt temeer, nu de rechtbank, gelet op het bepaalde in artikel 383 lid 6 Fw, de zitting wettelijk gezien ook al op 10 mei 2023 had kunnen agenderen. In dat geval zouden eventuele verzoeken tot afwijzing reeds op 9 mei 2023 ingediend moeten worden.

3.De beslissing

De rechtbank:

3.1

bepaalt dat de behandeling van het verzoekschrift strekkende tot homologatie van een akkoord ex artikel 383 lid 1 Fw zal plaatsvinden op
maandag 15 mei 2023 om 10:00 uurvoor de rechters mr. Leppens, mr. de Vos en mr. Prenger-de Kwant;

3.2

bepaalt dat de zitting zal plaatsvinden in het gerechtsgebouw aan de Stationslaan 10 te Breda en via een online videoverbinding;

3.3

bepaalt dat stemgerechtigde schuldeisers en aandeelhouders zich
tot uiterlijk donderdag 11 mei 2023 te 16:00 uurper e-mail (insolventierecht.breda.zwb@rechtspraak.nl) kunnen wenden tot de griffier van de rechtbank Zeeland-West-Brabant om aan te geven of zij in persoon dan wel digitaal aan de zitting wensen deel te nemen;

3.4

bepaalt - in afwijking van het bepaalde in artikel 383 lid 8 Fw - dat eventuele verzoeken tot afwijzing van de homologatie
uiterlijk op woensdag 10 mei 2023 te 10.00 uurbij de rechtbank moeten worden ingediend, waarvan één schriftelijk exemplaar dient te worden bezorgd bij rechtbank Amsterdam ter attentie van mr. De Vos, Team Insolventie;

3.5

verzoekt de observator om
uiterlijk op woensdag 10 mei 2023 te 10.00 uurschriftelijk zijn zienswijze te geven, waarvan ook één schriftelijk exemplaar dient te worden bezorgd bij de rechtbank Amsterdam ter attentie van mr. De Vos, Team Insolventie;

3.6

bepaalt dat [bedrijf] de aandeelhouders en de stemgerechtigde schuldeisers onverwijld in kennis stelt van deze beschikking (artikel 383 lid 5 Fw).

Deze beschikking is gegeven door mr. Leppens, voorzitter, mr. De Vos en mr. Prenger-de Kwant en uitgesproken op 3 mei 2023, in tegenwoordigheid van Schipper-Heijmans, griffier.