ECLI:NL:RBZWB:2023:5384

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
1 augustus 2023
Publicatiedatum
1 augustus 2023
Zaaknummer
02-200694-22 en 02-022768-20 (tul)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor bedreigingen en belaging met gevangenisstraf en voorwaarden

Op 1 augustus 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere bedreigingen en belaging. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 16 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. De verdachte heeft zich gedurende meer dan een half jaar schuldig gemaakt aan stalking van een voormalig klasgenoot, waarbij hij niet alleen bedreigende berichten heeft gestuurd, maar ook familie en vrienden van het slachtoffer heeft benaderd en zelfs naar Dubai is gereisd om het slachtoffer te volgen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte meerdere bedreigende e-mails heeft verstuurd naar verschillende personen en instellingen, met teksten die onder meer betrekking hadden op het afhakken van hoofden en het gebruik van een Kalasjnikov. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en het hoge recidiverisico in aanmerking genomen bij het opleggen van de straf. Daarnaast zijn er bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een locatieverbod en een verplichting tot behandeling in een Forensisch Psychiatrische Kliniek. De rechtbank heeft ook schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partijen voor immateriële schade en proceskosten. De vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke geldboete is afgewezen, omdat de rechtbank dit niet opportuun achtte in het licht van de huidige zaak.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
parketnummer: 02-200694-22 en 02-022768-20 (tul)
vonnis van de meervoudige kamer van 1 augustus 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedag 1] 1996 te [geboorteplaats]
gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting te Vught
raadsman mr. I. Azarkan, advocaat te Roosendaal

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 18 juli 2023, waarbij de officier van justitie, mr. M.S. Kikkert, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
Ter zitting is ook de vordering tot tenuitvoerlegging behandeld met bovenvermeld parketnummer.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1: [slachtoffer 1] via zijn werkgever [naam universiteit] heeft bedreigd;
feit 2: [slachtoffer 2] en/of de medewerkers van [bedrijf 1] en/of de medewerkers van [bedrijf 2] heeft bedreigd;
feit 3: [slachtoffer 3] heeft bedreigd;
feit 4: [slachtoffer 4] heeft gestalkt;
feit 5: [slachtoffer 5] heeft bedreigd;
feit 6: [slachtoffer 6] heeft bedreigd;
feit 7: medewerkers van de [naam school] heeft bedreigd.

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het oordeel van de rechtbank
4.1.1
De bewijsmiddelen
Indien hoger beroep wordt ingesteld zullen de bewijsmiddelen worden uitgewerkt en opgenomen in een bijlage die aan het vonnis zal worden gehecht
4.1.2
De bijzondere overwegingen omtrent het bewijs
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat alle ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden.
4.2
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
feit 1
op 31 juli 2022 in Nederland [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door de werkgever (te weten [naam universiteit] ) van die [slachtoffer 1] een mail te sturen met de bedreigende tekst "Nu ggz mijn hele leven heeft verpest rest mij momenteel niets anders dan aan u te vertellen dat ik [slachtoffer 1] een bezoekje van me kan verwachten tijdens zijn college met een Kalasjnikov";
feit 2
op 4 juli 2022 tot en met 6 juli 2022 in Nederland [slachtoffer 2] en de medewerkers van [bedrijf 1] en de medewerkers van [bedrijf 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling, door die [slachtoffer 2] en/of [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] mails te sturen met de bedreigende tekst "Aangezien ik geen antwoord heb van [bedrijf 2] regel je maar een afspraak met kk-hoer [naam 1] . Ik zweer ik kom langs al jullie tenten om ze op te blazen want die medicijnen die ze mij geven maken mij helemaal psychotisch. Als eerste ga ik naar de [adres] in [plaats 1] . Het boeit mij niet wie er dan aanwezig is. Het komt door die kk-slet [naam 1] . Dit is een dreigement, helemaal klaar met jullie" en "Want ik zweer als ik geen geld krijg voor de geleden schade, of als ik mevrouw [naam 1] niet te pakken krijg. Ik om langs al jullie vestigingen en maak daar korte metten met iedere medewerker die jullie ook maar hebben. Ik zou mijn dreigementen uiterst serieus nemen want door mevrouw [naam 1] ken ik tegenwoordig enorm veel psychoten die mij hierbij kunnen helpen." en "Daarbij heb ik mij al heel lang netjes gedragen tegen iedereen. Jullie namen mij niet serieus dus nu is het te laat. Als ik geen levenslang krijg, kom ik langs maat. Ik zweer het bij God en ik geloof in God en in godsmacht er is sprake van gierigheid en onrecht. Ik krijg nog steeds pillen waardoor het lijkt alsof ik geen adem krijg. Ik zet het jullie werkelijk waar betaald." en "Als ik geen geld zie maak ik iedereen met de grond gelijk bij jullie. Op mevrouw [naam 3] en dhr [naam 4] na. Denk maar niet dat ik grappen maak. In oktober zei ik al, dat als ik binnen een paar maanden geen geld zou krijgen, ik alles zou verliezen wat ik had. Wat betreft [slachtoffer 2] . Ik kom ook langs jou kantoor maat. Ik vertrouw jou niet. Jij hebt hier wat mee te maken ik weet dat bijna zeker." en "Jullie werken voor een smerige kk-rat. Binnenkort kom ik langs jullie kantoortje als ik op vrije voeten kom maat. [naam 2] bespaar ik als zij antwoord geeft op mijn vraag.";
feit 3
op 31 juli 2022 in Nederland [slachtoffer 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door die [slachtoffer 3] een mail te sturen met de bedreigende tekst "Luister maat als ik je weer zie bij t zand k wacht je op en neem je mee snijd die lelijke kop van je af en stop die in een vriezer.";
feit 4
in de periode 1 januari 2022 tot en met 9 augustus 2022 in Nederland en Dubai, Verenigde Arabische Emiraten, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 4] , door die [slachtoffer 4] :
- vele emails te sturen, en
- via social media te contacteren, en
- haar familie te benaderen middels het sturen van brieven en emails, en
- haar vrienden te benaderen door het sturen van berichten via social media en email, en
- naar Dubai te volgen, en
- geld over te maken op haar bankrekening,
met het oogmerk die [slachtoffer 4] , te dwingen iets te dulden;
feit 5
op 31 juli 2022 en 1 augustus 2022 in Nederland [slachtoffer 5] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling, door die [slachtoffer 5] en zijn werkgever, te weten het [naam ziekenhuis] te [plaats 1] , meerdere mailberichten te sturen met o.a. de
volgende bedreigende teksten:
- Gaan we zien wat we met jou gaat gebeuren als mijn pa erbij betrekt snijd ik hem ook doormidden
- Het wordt nog je dood maatje
- Bro als je nog 1 keer met mijn pa praat kom ik langs in [plaats 3] om die kop van jou eraf te snijden en in vriezer te stoppen. Die pa van mij is jaloers op me en wil mij dood hebben dat heeft hij hardop gezegd tegen de ggz.
- Mensen willen mijn leven verpesten he? Ik blaas alles op vriend, ik heb al vaker korte metten gemaakt met mensen dat is het ding niet.
- Helemaal klaar met iedereen ik hoop dat jullie tegen brandbommen kunnen
- Ik zweer het he waarom komen jullie mij niet helpen? Wacht maar ik kom langs dat miezerige kantoortje van jullie en schiet jullie allemaal neer heb dat maar aan de heer [slachtoffer 5] te danken;
feit 6
op 31 juli 2022 in Nederland [slachtoffer 6] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door die [slachtoffer 6] een mailbericht te sturen met de bedreigende tekst "Als k die hoerenzoon [slachtoffer 6] ooit tegen kom snijd ik zijn hoofd eraf en stop die in een vriezer";
feit 7
op 31 juli 2022 in Nederland [slachtoffer 7] , [slachtoffer 8] , [slachtoffer 9] , [slachtoffer 10] , [slachtoffer 11] , [slachtoffer 12] , [slachtoffer 13] , heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door een email te sturen naar de [naam school] met de bedreigende tekst
" Fuck wat [naam 5] heeft gezegd ik heb een lijstje:
- [slachtoffer 7]
- [slachtoffer 8]
- [slachtoffer 9]
- [slachtoffer 10]
- [slachtoffer 11]
- [slachtoffer 12]
- [slachtoffer 13]
Als ik jullie ooit tegen kom snijd ik al jullie hoofden eraf".
De rechtbank heeft taal- en spelfouten in de bewezenverklaring verbeterd. Daarnaast heeft zij gelet op hetgeen de rechtbank bewezen acht, in feit 5 de woorden ‘31 juli 2022 en 1 augustus 2022’ toegevoegd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf van 16 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar en de bijzondere voorwaarden zoals die door de reclassering zijn geadviseerd, met daarbij een locatieverbod voor het [naam ziekenhuis] in [plaats 1] . De officier van justitie heeft daarbij opgemerkt dat verdachte met die eis tot twee weken na de uitspraak gedetineerd zou zitten, hetgeen de reclassering de mogelijkheid geeft om binnen die tijd een (overbruggings)plaats te regelen voor verdachte. Het is, gezien het hoge recidiverisico, niet wenselijk dat verdachte in de tussentijd op straat komt te staan.
Daarnaast vordert de officier van justitie om de contact- en locatieverboden (waaronder het verbod om af te reizen naar Dubai) eveneens op te leggen als vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) voor de duur van 5 jaar, met de bepaling dat per overtreding van deze maatregel veertien dagen hechtenis wordt toegepast. De officier van justitie heeft daarbij aangevoerd dat het opleggen van deze maatregel het Openbaar Ministerie bij overtreding van de voorwaarden de mogelijkheid geeft om de meest geschikte respons te kiezen. Bovendien loopt deze maatregel langer dan de gevorderde proeftijd.
Ten slotte vordert de officier van justitie te bepalen dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht om bij de bepaling van de strafmaat rekening te houden met de conclusie uit het persoonlijkheidsonderzoek, waarin de deskundigen hebben geadviseerd om verdachte sterk verminderd toerekeningsvatbaar te verklaren. Daarnaast heeft de raadsman gewezen op het advies van de reclassering en verzocht om dat advies over te nemen.
De verdediging kan zich eveneens vinden in de eis van de officier van justitie voor wat betreft het onvoorwaardelijk deel van de gevorderde gevangenisstraf.
Verdachte is bereid om mee te werken aan een behandeling.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
De ernst van de feiten
Verdachte heeft zich gedurende meer dan een half jaar schuldig gemaakt aan stalking van [slachtoffer 4] , een voormalig klasgenoot van hem. Hij heeft haar daarbij niet alleen berichten gestuurd maar heeft ook familie en vrienden benaderd en is haar zelfs achterna gereisd naar Dubai. Dat dit voor [slachtoffer 4] een enorme angst teweeg moet hebben gebracht, spreekt voor zich. Verdachte heeft met zijn handelen een inbreuk gemaakt op de psychische integriteit en de privacy van [slachtoffer 4] nu zij voortdurend onverwacht en ongewild met hem werd geconfronteerd. Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het versturen van meerdere bedreigende e-mails aan verschillende personen en instellingen waarbij de teksten onder meer zagen op het afhakken van hoofden en het schieten met een Kalasjnikov. Eén van deze slachtoffers betrof de vader van [slachtoffer 4] . De bedreigingen aan hem zijn onder meer gestuurd naar het [naam ziekenhuis] in [plaats 1] , waar hij werkzaam was. Onder de slachtoffers bevonden zich daarnaast onder meer medewerkers van de [naam school] in [plaats 2] en [naam universiteit] , waar verdachte gestudeerd heeft. De slachtoffers hadden door de ernst en aard van de uitlatingen van verdachte de vrees dat hij zijn bedreigingen daadwerkelijk zou uitvoeren.
Justitiële documentatie
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van verdachte, waaruit volgt dat verdachte eerder is veroordeeld, maar niet voor soortgelijke feiten.
Het advies van de gedragsdeskundigen
Verdachte is onderzocht door een psychiater en een psycholoog. Beide gedragsdeskundigen hebben in hun rapporten van 28 februari en 6 maart 2023 geconcludeerd dat er bij verdachte sprake is van schizofrenie, dan wel een andere gespecificeerde schizofreniespectrum- of andere psychotische stoornis, en misbruik van cannabis en dat dit ook het geval was ten tijde van het plegen van onderhavige feiten.
De psychiater heeft overwogen dat het verdachte niet is kwalijk te nemen dat hij geen of weinig ziekte-inzicht heeft en dat hij zich (daarom) ook moeilijk laat behandelen. Zijn cannabisgebruik zal mogelijk enige invloed hebben gehad op het versterken van het psychotisch toestandsbeeld, maar ook zonder cannabisgebruik was er sprake van een psychose. Gelet daarop wordt geadviseerd om verdachte alle ten laste gelegde feiten in een verminderde mate toe te rekenen en om bijzondere voorwaarden aan verdachte op te leggen bij een voorwaardelijk strafdeel waarmee hij in een Forensisch Psychiatrische Kliniek (FPK) kan worden geplaatst. Vanuit de FPK kan vervolgens worden gezocht naar een begeleide woonvorm waar het behandelbeleid kan worden gecontinueerd.
De psycholoog heeft geadviseerd om verdachte het tenlastegelegde in (sterk) verminderde mate toe te rekenen en daarbij overwogen dat verdachte vanwege zijn problematiek in verminderde mate in staat kon worden geacht om andere gedragskeuzes te maken en conform te handelen, maar dat er ook (heldere) momenten zijn geweest waarop hij wel andere keuzes had kunnen maken.
De rechtbank neemt de conclusies van de deskundigen over en is van oordeel dat de bewezen geachte feiten in verminderde mate aan verdachte kunnen worden toegerekend.
Het advies van de reclassering
Uit het reclasseringsrapport van 17 mei 2023 en de aanvulling daarop van 13 juli 2023 blijkt dat door de reclassering het recidiverisico hoog wordt ingeschat. De reclassering adviseert om een (deels) voorwaardelijke straf met meerdere bijzondere voorwaarden op te leggen, waaronder de plaatsing in een FPK. Het is volgens de reclassering van belang dat de plaatsing in de FPK direct aansluit op de detentie van verdachte. De reclassering geeft aan een dergelijke plaatsing vanaf de datum van de uitspraak te kunnen organiseren en hier 14 dagen voor nodig te hebben.
Omdat uit het rapport van de psychiater volgt dat niet is gebleken dat het gedrag van verdachte alleen door een psychose werd ingegeven, wordt toezicht op het gebruik van anti psychotische medicatie, abstinentie van cannabis en het verkrijgen van een gestructureerde daginvulling door de reclassering van belang geacht. Gelet hierop adviseert de reclassering om als bijzondere voorwaarde een middelenverbod en de medewerking aan controles hierop op te leggen. Na de klinische opname wordt een beschermd wonen traject in combinatie met een ambulant behandeltraject van belang geacht, waarbij toezicht is op het gebruik van (anti psychotische) medicatie. Ook ambulante begeleiding, voornamelijk gericht op de leefgebieden dagbesteding, financiën en wonen, zal noodzakelijk zijn om het leven van verdachte vorm te geven.
De reclassering heeft de rechtbank ten slotte in overweging gegeven om een proeftijd van drie jaar aan verdachte op te leggen. Gezien de verwachte duur van de intensieve klinische behandeling in de FPK, te weten één tot twee jaar, volstaat een proeftijd van twee jaar niet. Na de klinische behandeling is het namelijk van belang dat er gefaseerd wordt toegewerkt naar een passend nazorgtraject met ambulante behandeling in forensisch kader.
Gevangenisstraf
De rechtbank neemt in aanmerking dat de voorlopige hechtenis van verdachte is aangevangen op 10 augustus 2022 en dat die op 19 oktober 2022 is geschorst onder het stellen van de voorwaarde dat hij geen contact op zou nemen met aangevers. Vrijwel direct na de schorsing heeft verdachte deze voorwaarde overtreden waarna de schorsing op 2 november 2022 is opgeheven. Ook hieruit volgt dat er een groot gevaar voor herhaling bestaat en dat uit speciaal preventief oogpunt een vrijheidsstraf van langere duur gerechtvaardigd is.
Gelet op het voorgaande, de ernst en de hoeveelheid van de feiten en het advies van de reclassering om de plaatsing in de FPK direct te laten aansluiten op de detentie van verdachte, acht de rechtbank de oplegging van een gevangenisstraf zoals die door de officier van justitie is gevorderd passend en geboden. De rechtbank zal daarbij de bijzondere voorwaarden opleggen zoals die door de reclassering zijn geadviseerd, met daarbij de aanvulling van de officier van justitie die ziet op het locatieverbod voor het [naam ziekenhuis] in [plaats 1] , en een proeftijd van drie jaar.
Vrijheidsbeperkende maatregel ex artikel 38v SrOok zal de rechtbank, gelet op de ernst en de hardnekkigheid van het gedrag van verdachte en het hoge recidiverisico, het contact- en locatieverbod ter bescherming van de aangevers - overeenkomstig de eis van de officier van justitie - eveneens als een vrijheidsbeperkende maatregel ex artikel 38v Sr opleggen voor vijf jaar, met bepaling dat voor elke overtreding veertien dagen vervangende hechtenis wordt toegepast.
Dadelijke uitvoerbaarheid
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een misdrijf dat is gericht tegen de onaantast-baarheid van het lichaam van de slachtoffers. Ondanks dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten, is de rechtbank van oordeel dat sprake is van een fors verhoogd recidiverisico. Zij baseert dit op de hoeveelheid strafbare feiten, het feit dat verdachte zijn schorsingsvoorwaarden heeft overtreden en het advies van de reclassering. Aangezien voorts de psychische problematiek van verdachte nog immer bestaat, is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte wederom een dergelijk misdrijf zal begaan. Daarom zal de rechtbank bevelen dat de hierna op grond van artikel 14c Sr te stellen voorwaarden, het op grond van artikel 14d Sr uit te oefenen toezicht en de opgelegde vrijheidsbeperkende maatregel
dadelijk uitvoerbaarzijn.

7.De benadeelde partij

[slachtoffer 4]
De benadeelde partij [slachtoffer 4] vordert een schadevergoeding van € 1.000,00 aan immateriële schade voor feit 4.
De rechtbank heeft hiervoor overwogen dat bewezen kan worden verklaard dat verdachte dit feit heeft gepleegd. Dit betekent ook dat verdachte onrechtmatig heeft gehandeld tegenover de benadeelde partij en dat hij verplicht is de schade van de benadeelde partij te vergoeden.
De door de benadeelde gevorderde immateriële schadevergoeding acht de rechtbank volledig toewijsbaar, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2022 tot aan de dag der voldoening. Deze schade staat ook in een voldoende verband met het bewezen verklaarde handelen van verdachte, zodat ook sprake is van schade die een rechtstreeks gevolg is van het bewezen verklaarde feit.
De rechtbank zal tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen tot betaling van het toegekende schadebedrag. Dit betekent dat het CJIB de inning zal verzorgen en dat bij niet betaling gijzeling kan worden toegepast als dwangmiddel.
[slachtoffer 5]
De benadeelde partij [slachtoffer 5] vordert een schadevergoeding van € 750,00 aan immateriële schade voor feit 5 en een vergoeding van € 3.630,00 aan proceskosten.
De rechtbank heeft hiervoor overwogen dat bewezen kan worden verklaard dat verdachte dit feit heeft gepleegd. Dit betekent ook dat verdachte onrechtmatig heeft gehandeld tegenover de benadeelde partij en dat hij verplicht is de schade van de benadeelde partij te vergoeden.
De door de benadeelde gevorderde immateriële schadevergoeding acht de rechtbank volledig toewijsbaar, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 juli 2022 tot aan de dag der voldoening. Deze schade staat ook in een voldoende verband met het bewezen verklaarde handelen van verdachte, zodat ook sprake is van schade die een rechtstreeks gevolg is van het bewezen verklaarde feit.
De rechtbank zal tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen tot betaling van het toegekende schadebedrag. Dit betekent dat het CJIB de inning zal verzorgen en dat bij niet betaling gijzeling kan worden toegepast als dwangmiddel.
Voor wat betreft de proceskosten is ter zitting komen vast te staan dat de werkelijke kosten voor rechtsbijstand € 250,-- aan eigen bijdrage hebben bedragen. De rechtbank zal dit bedrag toewijzen en het gevorderde voor het meerdere afwijzen.

8.De vordering tot tenuitvoerlegging

De officier van justitie heeft een vordering tot tenuitvoerlegging ingediend van de voorwaardelijke geldboete van € 300,00 die aan verdachte is opgelegd bij vonnis van de politierechter van 2 juni 2021. Ter zitting heeft zowel de officier van justitie als de verdediging verzocht de vordering af te wijzen.
De rechtbank stelt vast dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig heeft gemaakt aan een nieuw strafbaar feit en daarmee de algemene voorwaarde heeft overtreden. Gelet hierop kan de vordering tot tenuitvoerlegging worden toegewezen. De rechtbank zal hiertoe echter niet besluiten omdat zij de tenuitvoerlegging van deze voorwaardelijk opgelegde geldboete gezien de beslissing in onderhavige zaak niet opportuun acht.

9.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 38v, 38w, 57, 63, 285 en 285b van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

10.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1, 3, 6 en 7, telkens:bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
feit 2 en 5, telkens:bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling, meermalen gepleegd;
feit 4:belaging;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 16 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd de hierna vermelde voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaarden:
*dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* dat verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, medewerking verleent aan het nemen van vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage biedt;
* dat verdachte medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zo lang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- stelt als
bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte zich binnen drie dagen na het ingaan van de proeftijd
meldt bij Reclassering Nederland in Rotterdamop het adres Marconistraat 2, 3029 AK Rotterdam of via het telefoonnummer 088 804 1302. Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt, voor de duur van de proeftijd;
* dat verdachte laat zich
opnemen in Forensische Psychiatrische Kliniek (FPK) [naam kliniek] [plaats 4]of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. Mogelijk wordt verdachte na opname in Forensische Psychiatrische Kliniek (FPK) [naam kliniek] naar een Forensische Psychiatrische Afdeling (FPA) [naam kliniek] of een soortgelijke zorginstelling doorgeplaatst, met een lager beveiligingsniveau. De opname duurt de hele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorginstelling dat nodig vindt. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, beschermd wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt verdachte mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
* dat verdachte zich opvolgend aan de klinische opname laat
behandelen door een nader te bepalen zorgverlenerafhankelijk van de plek waar betrokkene uit gaat stromen, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt. Bij een terugval in middelengebruik of verslechtering van het psychiatrische ziektebeeld kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende opname voor crisisbehandeling, detoxificatie, stabilisatie, observatie of diagnostiek. Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende opname indiceert, zal verdachte zich,
na goedkeuring door de rechter, laten opnemen in een zorginstelling voor zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing in forensische zorg, bepaalt in welke zorginstelling de opname plaatsvindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorginstelling dat nodig vindt;
* dat verdachte verblijft in een nader te bepalen
instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf start na de klinische opname bij FPK [plaats 4] . Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld.
* dat verdachte
op geen enkele wijze – direct of indirect – contact heeft of zoekt met:
- [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedag 2] 1989 en/of [bedrijf 1] ;
- [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedag 3] 1985;
- [slachtoffer 4] , geboren op [geboortedag 4] 1997;
- [slachtoffer 5] , geboren op [geboortedag 5] 1962;
- [slachtoffer 6] , geboren op [geboortedag 6] 1963;
- [naam universiteit] en/of [slachtoffer 1] ;
- [naam school] ;
zolang de reclassering dit verbod nodig vindt;
* dat verdachte zich gedurende de
proeftijd niet zal bevinden in het [naam ziekenhuis], zolang de reclassering dit noodzakelijk acht. De politie ziet toe op handhaving van dit locatieverbod;
* dat verdachte
niet afreist naar Dubai. De Koninklijke Marechaussee ziet toe op controle van dit verbod;
* dat verdachte zich inspant voor het vinden en behouden van, door de reclassering goedgekeurd€, betaald werk, onbetaald werk en/of vrijetijdsbesteding, met een vaste structuur. De
dagbestedingdraagt bij aan het voorkomen van delictgedrag. Indien de reclassering dit nodig acht, werkt verdachte mee aan een begeleidingstraject van een jobcoach;
* dat verdachte meewerkt aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt
meewerken aan schuldhulpverleningin het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Betrokkene geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden en accepteert begeleiding op dit gebied, ook als dat meewerken aan bewindvoering inhoudt;
* dat verdachte zich op het gebied van
drugsgebruikhoudt aan de richtlijnen van de reclassering, ook ingeval dit inhoudt
volledige abstinentie. Hij werkt mee aan controle. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak betrokkene wordt gecontroleerd. Een mogelijk controlemiddel is urineonderzoek;
* dat verdachte meewerkt aan de
ambulante begeleiding, indien de reclassering dit nodig acht na de klinische opname, van een nader te bepalen forensische instantie te bepalen door de reclassering;
- geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- bepaalt dat
de tijddie verdachte voor de tenuitvoerlegging van dit vonnis in
voorarrestheeft doorgebracht
in minderingwordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
- bepaalt dat de aan de voorwaardelijke straf verbonden voorwaarden en het op de naleving van die voorwaarden uit te oefenen reclasseringstoezicht
dadelijk uitvoerbaarzijn;
Maatregel
- legt op de maatregel dat verdachte voor de duur van
5 jaar:
* op geen enkele wijze – direct of indirect via derden – contact zal opnemen, zoeken of hebben met
[slachtoffer 2] en/of [bedrijf 1] ,[slachtoffer 3] ,[slachtoffer 4] ,[slachtoffer 5] ,[slachtoffer 6] ,[naam universiteit] en/of [slachtoffer 1] en[naam school];
* dat hij zich niet zal bevinden
het [naam ziekenhuis] en Dubai;
- beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan. De duur van deze
vervangende hechtenis bedraagt 14 dagen voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan, met een maximum duur van 6 maanden;
- bepaalt dat toepassing van de vervangende hechtenis de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet opheft;
- beveelt dat de opgelegde maatregel
dadelijk uitvoerbaaris;
Vordering tenuitvoerlegging
- wijst de vordering tot tenuitvoerlegging af;
Benadeelde partijen
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[slachtoffer 4]van
€ 1.000,00aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2022 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het [slachtoffer 4] (feit4), € 1.000,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2022 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling
20 dagen gijzelingkan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Benadeelde partijen
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[slachtoffer 5]van
€ 750,00aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 juli 2022 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij voor rechtsbijstand heeft gemaakt, te weten
€ 250,00;
- wijst de gevorderde proceskosten voor het overige af;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het [slachtoffer 5] (feit 5), € 750,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 juli 2022 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling
15 dagen gijzelingkan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Voorlopige hechtenis
- heft het bevel tot voorlopige hechtenis op met ingang van de dag dat het voorarrest gelijk is aan het onvoorwaardelijk gedeelte van de opgelegde straf.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.C. Gillesse, voorzitter, mr. B. Prenger en mr. C. Hofman, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.J.M. van de Vrede, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 1 augustus 2023.
Mr. Prenger en mr. Hofman zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.