ECLI:NL:RBZWB:2023:5375

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
28 juli 2023
Publicatiedatum
31 juli 2023
Zaaknummer
AWB- 22_4785
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van het beroep tegen de verleende evenementen- en omgevingsvergunning voor het festival in Oisterwijk

Op 28 juli 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiseres en de burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oisterwijk. De eiseres, vertegenwoordigd door een gemachtigde, heeft beroep ingesteld tegen de verleende evenementenvergunning en omgevingsvergunning voor het houden van een festival in 2022 op een specifieke locatie in Oisterwijk. De burgemeester had op 31 januari 2022 een evenementenvergunning verleend, en op 9 februari 2022 een omgevingsvergunning, waartegen de eiseres bezwaar heeft gemaakt. Het college heeft het bezwaar ongegrond verklaard, wat heeft geleid tot het beroep bij de rechtbank.

De rechtbank heeft op 12 mei 2023 de zaak behandeld, waarbij de gemachtigde van het college en vertegenwoordigers van de vergunninghouder aanwezig waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiseres procesbelang heeft, ondanks dat het evenement in 2022 niet heeft plaatsgevonden vanwege coronamaatregelen. De rechtbank oordeelt dat de vergunningen op goede gronden zijn verleend, waarbij de belangen van de vergunninghouder en de omwonenden zijn afgewogen. De rechtbank concludeert dat de verleende evenementenvergunning en omgevingsvergunning rechtmatig zijn en verklaart het beroep ongegrond. De eiseres krijgt geen proceskostenvergoeding en het bestreden besluit blijft in stand.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 22/4785 WABOA

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 28 juli 2023 in de zaak tussen

[naam eiseres] , uit [plaatsnaam 1] , eiseres,

gemachtigde: [naam gemachtigde] ,
en
de burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oisterwijk, verweerders.
Als derde-partij neemt aan de zaak deel:
[naam vergunninghouder], uit [plaatsnaam 2] (vergunninghouder),
gemachtigde: mr. M. Diepenhorst.

Inleiding

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de verleende evenementenvergunning en de verleende omgevingsvergunning voor het houden van [naam festival] 2022 op de locatie [locatie naam 1] in [plaatsnaam 3] .
In het besluit van 31 januari 2022 (primair besluit 1) heeft de burgemeester aan vergunninghouder een evenementenvergunning en een ontheffing op grond van de Alcoholwet verleend. Daarnaast heeft het college een ontheffing voor het ten gehore brengen van dancemuziek voor het evenement verleend en bepaald dat er verkeersmaatregelen moeten worden getroffen.
Bij besluit van 9 februari 2022 (primair besluit 2) heeft het college aan vergunninghouder een omgevingsvergunning verleend voor het houden van [naam festival] 2022 op de locatie [locatie naam 1] in [plaatsnaam 3] .
Eiseres heeft tegen de primaire besluiten bezwaar gemaakt.
In het besluit van 20 september 2022 (bestreden besluit) heeft het college het bezwaar ongegrond verklaard en het primaire besluit in stand gelaten.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 12 mei 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van het college, [naam vertegenwoordiger 1] , [naam vertegenwoordiger 2] , [naam vertegenwoordiger 3] , [naam vertegenwoordiger 4] en [naam vertegenwoordiger 5] namens vergunninghouder en de gemachtigde van vergunninghouder. Voor eiseres is niemand verschenen.
De rechtbank heeft de termijn voor het doen van uitspraak verlengd.

Beoordeling door de rechtbank

De rechtbank beoordeelt de verleende evenementenvergunning en de verleende omgevingsvergunning onder meer aan de hand van de argumenten die eiseres heeft aangevoerd, de beroepsgronden.
De rechtbank is van oordeel dat het beroep ongegrond is. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Feiten
1.1.
Op 12 oktober 2021 heeft vergunninghouder een evenementenvergunning aangevraagd voor het houden van [naam festival] 2022 op de locatie [locatie naam 1] in [plaatsnaam 3] . Daarnaast heeft vergunninghouder op 14 oktober 2021 een omgevingsvergunning aangevraagd voor het houden van [naam festival] 2022 op dezelfde locatie.
1.2.
Bij primaire besluiten hebben de burgemeester en het college de gevraagde vergunningen en ontheffingen verleend.
1.3.
Tegen deze besluiten heeft eiseres bezwaar gemaakt. Eiseres heeft het bezwaar op 19 april 2022 toegelicht op de hoorzitting van de bezwaarschriftencommissie. Daarnaast heeft de bezwaarschriftencommissie een advies uitgebracht.
1.4.
In het bestreden besluit is het bezwaar ongegrond verklaard en het primaire besluit in stand gelaten.
Wettelijk kader
2. Het wettelijk kader is opgenomen in de bijlage bij deze uitspraak.
Heeft eiseres procesbelang bij deze procedure?
3.1.
De rechtbank beoordeelt ambtshalve of eiseres procesbelang heeft bij deze beroepsprocedure. De bestuursrechter is alleen geroepen tot het beantwoorden van rechtsvragen als het doel dat eiseres voor ogen staat met het ingestelde rechtsmiddel kan worden bereikt en voor haar feitelijk van betekenis is. De bestuursrechter dient het beroep niet-ontvankelijk te verklaren als het procesbelang ontbreekt.
3.2.
Het beroep van eiseres is gericht tegen de verleende evenementen- en omgevingsvergunning voor het houden van [naam festival] 2022 in [plaatsnaam 3] . Het gaat om een uitgewerkt besluit, nu de vergunning ziet op een evenement dat zou plaatsvinden in 2022. Het evenement is namelijk niet doorgegaan in verband met de destijds geldende coronamaatregelen. Het procesbelang blijft bij een uitgewerkt of vervallen besluit echter behouden als er sprake zal zijn van toekomstige besluitvorming waarbij het inhoudelijke oordeel over het besluit kan worden betrokken. Het moet wel aannemelijk zijn dat die toekomstige besluitvorming zal plaats vinden. Dat zal met name het geval zijn bij een voortdurende activiteit waardoor periodiek vergunningen worden verleend of een activiteit die in de toekomst zal worden herhaald, zoals een jaarlijks evenement.
3.3.
De rechtbank is van oordeel dat eiseres nog procesbelang heeft bij deze procedure. In 2022 werd [naam festival] voor het eerst op de locatie aan de [locatie naam 1] in [plaatsnaam 3] georganiseerd. Daarvoor vond het festival elders plaats. Hoewel het festival niet door kon gaan, is de rechtbank toch van oordeel dat eiseres een procesbelang heeft. In 2023 vond het festival wel plaats op de locatie [locatie naam 1] . Ter zitting is door vergunninghouder ook naar voren gebracht dat het festival in 2024 weer op die locatie zal plaatsvinden. Vergunninghouder is bezig met de voorbereidingen voor 2024, zodat aannemelijk is dat zij in de toekomst weer een vergunning zullen aanvragen.. Daarmee staat naar oordeel van de rechtbank ook voldoende vast dat er sprake is van een jaarlijks (terugkerend) evenement. De rechtbank zal de beroepsgronden van eiser dan ook inhoudelijk bespreken.
De verleende evenementenvergunning
4.1.
De evenementenvergunning is verleend op grond van artikel 2.25 van de Algemene plaatselijke verordening van de gemeente Oisterwijk (APV). De ontheffing is verleend op grond van artikel 4:5 van de APV en op basis van artikel 35 van de Alcoholwet. Daarnaast is er een ontheffing verleend van de Beleidsregels evenementen 2021 (Beleidsregels) voor wat betreft de begin- en eindtijden van de op- en afbouwwerkzaamheden en het aantal dagen waarop voor aanvang van het evenement met de opbouw mag worden begonnen.
4.2.
Eiseres stelt dat de verleende vergunning leidt tot een ingrijpende aantasting van de stilte en rust die gewenst is ter plaatse van de [naam eiseres] . Een tweedaags festival met harde muziek, die te horen is in de [naam eiseres] is onacceptabel en niet te verenigen met de levenswijze van de monniken. De monniken vullen hun leven met gebed en werk. Dat gebeurt toegewijd aan God, veelal in stilte. De monniken bidden zeven keer per dag en beginnen de dag om 4.15 uur.
Hoewel de burgemeester en vergunninghouder stellen dat er maar een keer per jaar een festival plaatsvindt op deze locatie, stelt eiseres dat er van alle kanten inbreuk op de rust en stilte, die zij proberen te behouden binnen de kloostermuren, wordt gemaakt. Naast jaarrond evenementen en festivals ter plaats van de [locatie naam 2] in [plaatsnaam 4] en [plaatsnaam 5] , wordt ook de A58 verbreed. Dit zorgt voor veel geluidsoverlast.
4.3.
De burgemeester en het college stellen dat conform de Beleidsregels slecht een evenement per jaar wordt toegestaan op de locatie aan de [locatie naam 1] in [plaatsnaam 3] .
Vergunninghouder geeft ook aan dat zij niet de intentie hebben om meerdere evenementen op deze locatie te organiseren. Daarnaast stellen zij dat enige overlast als gevolg van het evenement niet voorkomen kan worden. Er is een geluidsplan opgesteld en daarin is opgenomen welke akoestische voorzieningen ter plaatse getroffen moeten worden. Naar aanleiding van de behandeling van de voorlopige voorziening eerder dit jaar heeft vergunninghouder ten tijde van het plaats vinden van het festival in 2023 ook bij de [naam eiseres] geluidsmetingen verricht. Het geluidniveau op de gevel bleef bij de [naam eiseres] onder de 50 dB(A). Dit is volgens de Nota Evenementen met een luidruchtig karakter (Nota Limburg) aanvaardbaar, omdat er dan binnen nog binnen op normaal stemgeluid een gesprek kan worden gevoerd.
4.4.
Op grond van artikel 1:8, eerste lid van de APV kan een vergunning of ontheffing in ieder geval worden geweigerd in het belang van de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid, de bescherming van het milieu of de verkeersveiligheid.
Het college heeft Beleidsregels evenementen 2021 opgesteld (de Beleidsregels). De Beleidsregels hebben tot doel het zoeken naar en vastleggen van een balans in levendigheid en leefbaarheid. In de Beleidsregels is het toetsingskader voor te verlenen evenementen in de gemeente Oisterwijk opgenomen. Ook zijn de afzonderlijke locaties waarop de specifieke evenementen worden gehouden in de Beleidsregels opgenomen, met daarbij locatiespecifieke bepalingen. Dit beleid is leidend bij het beoordelen van een aanvraag om een evenementenvergunning.
4.5.
Uit de beleidsregels volgt dat de [locatie naam 1] als evenementenlocatie is opgenomen en dat op deze locatie slechts een keer per jaar een evenement mag worden georganiseerd. De burgemeester, het college en vergunninghouder hebben ook aangegeven dat zij niet de intentie hebben om op deze locatie meer evenementen te (laten) organiseren. Verder is in het kader van het opstellen van de Beleidsregels het belang van vergunninghouder bij het organiseren van [naam festival] afgewogen tegen het belang van onder meer buurtbewoners bij een leefbare omgeving. Daarbij is de gemeente Oisterwijk tot het oordeel gekomen dat onder de in de Beleidsregels genoemde voorwaarden het evenement [naam festival] mag plaatsvinden. Aan de te verlenen evenementenvergunning, ontheffingen en omgevingsvergunning kunnen nadere voorwaarden voor het evenement worden verbonden.
Daarnaast stelt de rechtbank vast dat in de beleidsregels ook is ingegaan op de geluidsaspecten. Verder heeft de vergunninghouder een geluidsplan opgesteld. Hierin is een overzicht opgenomen van de akoestische voorzieningen die getroffen kunnen worden om geluidsoverlast te beperken. Daaruit volgt ook dat het geluidsniveau op de geven van het gebouw van eiseres ongeveer 56 dB(A) moet zijn, zodat aan de geluidsnormen wordt voldaan. Ook heeft vergunninghouder ter zitting toegelicht dat zij gedurende het festival op meerdere plaatsen geluidsmetingen verrichten, zodat gedurende het festival ook maatregelen kunnen worden getroffen. Vergunninghouder sluit daarbij aan bij de normen die zijn opgenomen in de Nota Limburg. Deze normen zijn naar oordeel van de rechtbank niet onredelijk en gelet op het door vergunninghouder opgestelde geluidsplan acht de rechtbank het aannemelijk dat aan de geluidsnormen wordt voldaan. Dat eiseres dit geluid als overlast zal ervaren, maakt echter niet dat te verwachten is dat het geluidsniveau wordt overschreden en er daarom geen vergunning kon worden verleend. Geluid heeft een subjectief karakter en de beleving van geluid is niet voor iedereen het zelfde. De rechtbank is gelet op het voorgaande van oordeel dat de burgemeester en het college op goede gronden een evenementenvergunning en ontheffing heeft verleend.
De verleende omgevingsvergunning
5. Voor het evenement [naam festival] 2022 zijn, zoals eerder overwogen, meerdere vergunningen en ontheffingen verleend. Er is ook een omgevingsvergunning verleend, omdat het gebruik van de gronden op de locatie [locatie naam 1] voor het [naam festival] 2022 in strijd is met de bestemming die voor de gronden geldt. De rechtbank stelt vast dat eiseres geen gronden heeft aangevoerd tegen de verleende omgevingsvergunning, die gericht zijn op de beoordelingscriteria voor de verlening van omgevingsvergunningen. Reeds daarom is het beroep in zoverre ongegrond.

Conclusie en gevolgen

6. De rechtbank is van oordeel dat de burgemeester en het college op goede gronden een evenementenvergunning, een ontheffing op grond van de Alcoholwet, een ontheffing voor het ten gehore brengen van dance muziek en een omgevingsvergunning hebben verleend voor het houden van [naam festival] 2022 aan de [locatie naam 1] in [plaatsnaam 3] . Het beroep is daarom ongegrond. Dit betekent dat het bestreden besluit in stand zal blijven.
7. Nu de rechtbank het beroep ongegrond zal verklaren, krijgt eiseres geen proceskostenvergoeding. Ook krijgt eiseres het griffierecht niet vergoed.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.G.J.M. de Weert, rechter, in aanwezigheid van
mr. S.A. de Roo, griffier, op 28 juli 2023 en openbaar gemaakt doormiddel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.

Bijlage

Wettelijk kader
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht:
Op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder aanhef en onder c, van de wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is het verboden zonder omgevingsvergunning een project uit te voeren, voor zover dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit het gebruiken van gronden of bouwweken in strijd met een bestemmingsplan, een beheersverordening, een exploitatieplan, de regels gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, of 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening of een voorbereidingsbesluit voor zover toepassing is gegeven aan artikel 3.7, vierde lid, tweede volzin, van die wet.
Op grond van artikel 2.12, eerste lid, onder aanhef en onder a, van de Wabo kan de omgevingsvergunning, voor zover de aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, slechts worden verleend indien de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en:
a. indien de activiteit in strijd is met het bestemmingsplan of de beheersverordening:
1º met toepassing van de in het bestemmingsplan of de beheersverordening opgenomen regels inzake afwijking,
2º in de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen gevallen, of
3º in overige gevallen, indien de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat.
Alcoholwet:
Op grond van artikel 35, eerste lid, van de Alcoholwet kan de burgemeester ten aanzien van het verstrekken van zwakalcoholhoudende drank op aanvraag ontheffing verlenen van het in artikel 3 voor de uitoefening van het horecabedrijf gestelde verbod, bij een in de beschikking aangewezen bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard voor een aaneengesloten periode van ten hoogste twaalf dagen, mits de verstrekking geschiedt onder onmiddellijke leiding van een persoon die:
de leeftijd van eenentwintig jaar heeft bereikt;
niet in enig opzicht van slecht levensgedrag is.
De naam van deze persoon staat op de ontheffing vermeld.
Op grond van het tweede lid kan een ontheffing onder beperkingen worden verleend; aan een ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden.
Algemene plaatselijke verordening gemeente Oisterwijk 2021:
Op grond van artikel 2:24, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Oisterwijk 2021 (APV) wordt in deze afdeling onder evenement verstaan elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, met uitzondering van:
voorstellingen in een bioscoopgebouw en voorstellingen in een (open lucht) theater, schouwburg of cultuurcentrum, muziekvoorstellingen in de open licht uitgezonderd;
markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder g, van de Gemeentewet en artikel 5:22;
kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen;
activiteiten die plaatsvinden in een horecalokaliteit als bedoeld in de Drank- en Horecawet, activiteiten in een horecalokaliteit van een paracommerciële rechtspersoon in de zin van de Drank- en Horecawet uitgezonderd;
betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties;
activiteiten als bedoeld in de artikelen 2:9 en 2:39;
sportwedstrijden, niet zijnde vechtsportevenementen als bedoeld in het tweede lid onder f;
activiteiten zoals bedoeld in artikel 5:32 eerste lid op door het college aanwezen terreinen.
Op grond van het tweede lid wordt onder evenement mede verstaan:
een herdenkingsplechtigheid;
een braderie;
een optocht op de weg, niet zijnde een betoging als bedoeld in artikel 2:3;
een feest, muziekvoorstelling of wedstrijd op of aan de weg;
en straatfeest of buurtbarbecue;
een door de burgemeester aangewezen categorie vechtsportwedstrijden of -gala’s.
Op grond van het derde lid wordt in deze afdeling onder klein evenement verstaan een eendaags evenement waarbij:
het aantal aanwezigen niet meer bedraagt dan 250 personen;
de activiteiten plaatsvinden op maandag tot en met donderdag tussen 09.00 en 23.00 uur, op vrijdag en zaterdag tussen 09.00 en 01.00 uur en op zondag tussen 13.00 uur en 23.00 uur;
geen muziek ten gehore wordt gebracht op maandag tot en met donderdag voor 09.00 uur en na 23.00 uur, op vrijdag en zaterdag voor 09.00 en na 01.00 uur en op zondag voor 13.00 uur en na 23.00 uur en de maximaal toelaatbare gevelbelasting op het dichtstbijzijnde gevoelige gebouw niet meer bedraagt dan 75 dB(A) en 85 dB(C) tussen 10.00 en 19.00 uur; 70 dB(A) en 80 dB(C) tussen 19.00 en 23.00 uur; 65 dB(A) en 75 dB (C) tussen 23.00 en 01.00 uur;
e activiteiten niet plaatsvinden op de rijbaan, (brom)fietspad of parkeerplaats of anderszins een belemmering vormen voor het verkeer en de hulpdiensten; en
slechts kleine objecten worden geplaatst met een oppervlakte van minder dan 20 vierkante meter per object.
Op grond van artikel 2:25, eerste lid, van de APV is het verboden zonder vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren.
Op grond van het tweede lid worden bij de indiening van de vergunningaanvraag de gegevens, bedoeld in artikel 2.3 van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen, aangeleverd voor zover voor het evenement een gebruiksmelding zou moeten worden gedaan op grond van artikel 2:1, eerste lid, van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen.
Op grond van artikel 2:26, eerste lid, van de APV is het verboden bij een evenement de orde te verstoren.
Op grond van het tweede lid kan de burgemeester, ter voorkoming van de verstoring van de openbare orde bij een evenement, aan horecagelegenheden de verplichting opleggen dat ze slechts gebruik maakt van plastic glazen.
Op grond van artikel 4:5, eerste lid, van de APV is het verboden buiten een inrichting op een zodanige wijze toestellen of geluidsapparaten in werking te hebben of handelingen te verrichten, dat voor een omwonende of voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt.
Op grond van het tweede lid kan het college een ontheffing verlenen van het verbod.
Op grond van het derde lid is het verbod niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet geluidhinder, de Zondagswet, de Wet openbare manifestaties, het Vuurwerkbesluit, het Activiteitenbesluit milieubeheer, het Bouwbesluit 2012 of de Provinciale milieuverordening Noord-Brabant.
Op grond van het vierde lid is de op de ontheffing paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.