In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 28 juli 2023, wordt het beroep van eiser beoordeeld tegen het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) wegens het niet tijdig beslissen op zijn bezwaar tegen de afwijzing van zijn WIA-aanvraag. Eiser had op 30 november 2022 bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van zijn aanvraag om een WIA-uitkering van 20 oktober 2022. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is, omdat het UWV niet binnen de wettelijk vereiste termijn van zeventien weken heeft beslist. Eiser had het UWV op 23 mei 2023 in gebreke gesteld, maar het UWV heeft sindsdien geen besluit genomen.
De rechtbank legt het UWV op om binnen vier maanden na de uitspraak alsnog een besluit te nemen. Tevens wordt er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiser krijgt ook een vergoeding van € 418,50 voor proceskosten en het UWV moet het griffierecht van € 50,- aan eiser vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak.