In deze zaak heeft de kinderrechter op 30 juni 2023 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de voorlopige ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [minderjarige01]. De kinderrechter heeft de minderjarige voorlopig onder toezicht gesteld van de gecertificeerde instelling (GI) en een machtiging tot uithuisplaatsing verleend bij de tante van de minderjarige, mevrouw [tante01]. De zaak is behandeld met gesloten deuren, waarbij de minderjarige op 28 juni 2023 in een kindgesprek is gehoord. De moeder van de minderjarige heeft de beschuldigingen van mishandeling door de minderjarige ontkend, maar de kinderrechter heeft ernstige zorgen over de opvoedsituatie en de veiligheid van de minderjarige bij de moeder. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er een acute en ernstige bedreiging voor de minderjarige is, wat de noodzaak voor de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing rechtvaardigt. De kinderrechter heeft de voorlopige ondertoezichtstelling verlengd tot 21 september 2023 en de machtiging tot uithuisplaatsing bij de tante eveneens verlengd. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de maatregelen onmiddellijk van kracht zijn, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De kinderrechter heeft benadrukt dat er nader onderzoek moet plaatsvinden naar de opvoedsituatie van de minderjarige en de mogelijkheden voor zijn verblijf.