In deze zaak heeft de kinderrechter op 30 juni 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [minderjarige01] en [minderjarige02]. De ondertoezichtstelling was eerder verlengd tot 7 juli 2023 en het verzoek van de Gecertificeerde Instelling (GI) was om deze te verlengen tot 7 januari 2024. De ouders van de minderjarigen hebben in de afgelopen maanden stappen gezet in hun samenwerking en contactherstel met de moeder van de kinderen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er positieve ontwikkelingen zijn geweest, maar dat de ondertoezichtstelling nog steeds noodzakelijk is om de belangen van de minderjarigen te waarborgen. De kinderrechter heeft de ouders en grootouders geprezen voor hun inzet en samenwerking in het belang van de kinderen. De beslissing om de ondertoezichtstelling te verlengen is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat deze onmiddellijk moet worden opgevolgd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De kinderrechter heeft de hoop uitgesproken dat de ondertoezichtstelling na zes maanden kan worden afgesloten, mits de ouders blijven samenwerken aan een ouderschapsplan.