Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
28 oktober 2023.
3.Het verzoek
4.De standpunten
5.De beoordeling
6.De beslissing
[minderjarige01],
's-Hertogenbosch
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kinderrechter op 24 juli 2023 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de vervanging van de gecertificeerde instelling voor de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige01]. De zaak is aangespannen door de Stichting Jeugdbescherming Brabant (SJB), die momenteel de ondertoezichtstelling uitvoert, met het verzoek om deze te vervangen door de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering (WSS). De kinderrechter heeft de mondelinge behandeling met gesloten deuren gehouden, waarbij de moeder van [minderjarige01] en haar advocaat aanwezig waren, evenals vertegenwoordigers van SJB en WSS. De vader van [minderjarige01] was niet aanwezig.
De feiten van de zaak tonen aan dat [minderjarige01] sinds 28 juli 2022 onder toezicht staat van SJB, met een verlenging tot 28 oktober 2023. De moeder heeft het ouderlijk gezag en [minderjarige01] woont bij haar. Tijdens de mondelinge behandeling is naar voren gekomen dat er sprake is van een moeizame samenwerking tussen SJB en de ouders, met miscommunicatie en conflicten als gevolg. SJB heeft aangevoerd dat de WSS beter in staat is om met de problematiek om te gaan, vooral gezien de vermoedelijke licht verstandelijke beperking van de vader.
De moeder heeft echter haar twijfels geuit over de overdracht naar WSS, omdat zij vreest dat dit de voortgang van de hulpverlening zal belemmeren. De kinderrechter heeft uiteindelijk geoordeeld dat de vervanging van SJB door WSS in het belang van [minderjarige01] is, gezien de beschadigde vertrouwensrelatie en de noodzaak voor een constructieve samenwerking. De kinderrechter heeft besloten dat de vervanging per 1 september 2023 zal plaatsvinden, met de opdracht aan SJB om te beoordelen of een verlenging van de ondertoezichtstelling nodig is.