ECLI:NL:RBZWB:2023:5254

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
27 juli 2023
Publicatiedatum
27 juli 2023
Zaaknummer
02-037403-23
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gewoonte maken van het verwerven, bezitten, aanbieden en verspreiden van kinderporno met oriëntatiepunten voor straftoemeting

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 27 juli 2023, is de verdachte beschuldigd van het gewoonte maken van het verwerven, bezitten, aanbieden en verspreiden van kinderporno in de periode van 1 januari 2018 tot en met 29 augustus 2022. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 13 juli 2023, waarbij de officier van justitie, mr. Y.E.Y. Vermeulen, en de verdediging hun standpunten presenteerden. De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding geldig was en dat de officier van justitie ontvankelijk was in de vervolging. De verdachte heeft een bekennende verklaring afgelegd en de rechtbank achtte het tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen, met inachtneming van de bewijsmiddelen in het dossier.

De rechtbank concludeerde dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het verwerven, bezitten, aanbieden en verspreiden van kinderporno, en dat hij dit gedrag gedurende een lange periode heeft volgehouden. De verdachte heeft deelgenomen aan verschillende appgroepen waarin kinderpornografisch materiaal werd gedeeld en heeft zelf ook materiaal verspreid. De rechtbank oordeelde dat de verdachte van dit strafbare handelen een gewoonte heeft gemaakt, zoals bedoeld in artikel 240b lid 2 van het Wetboek van Strafrecht.

Bij de strafoplegging hield de rechtbank rekening met de ernst van het feit, de grote hoeveelheid aangetroffen kinderporno en de impact op de slachtoffers. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 24 maanden op, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden gericht op hulpverlening en toezicht door de reclassering. De rechtbank benadrukte het belang van een afschrikwekkende werking van de straf en de noodzaak om de slachtoffers van kindermisbruik te beschermen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht
Zittingsplaats: Middelburg
parketnummer: 02-037403-23
vonnis van de meervoudige kamer van 27 juli 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte01] ,
geboren op [geboortedatum01] 1973 te [geboorteplaats01] ,
wonende te [postcode01] [plaats01] , [adres01] ,
raadsvrouw mr. S. van de Voorde, advocaat te Middelburg.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 13 juli 2023, waarbij de officier van justitie, mr. Y.E.Y. Vermeulen, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich in de periode van 1 januari 2018 tot en met 29 augustus 2022 schuldig heeft gemaakt aan een gewoonte maken van het verwerven, verspreiden, aanbieden, vervaardigen, invoeren, doorvoeren, uitvoeren en bezitten van kinderporno en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft.

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan en baseert zich daarbij op de bewijsmiddelen in het dossier en de bekennende verklaring van verdachte.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de rechtbank tot een bewezenverklaring kan komen van het tenlastegelegde feit. Voor wat betreft het gewoonte maken van het feit kan enkel worden bewezen dat verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het bezit van kinderporno, voor de overige tenlastegelegde handelingen bevat het dossier onvoldoende bewijs en moet gedeeltelijke vrijspraak volgen.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
De bewijsmiddelen
De bewijsmiddelen zijn in bijlage II aan dit vonnis gehecht.
4.3.2
De bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen, waaronder de bekennende verklaring van verdachte, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het verwerven, bezitten, aanbieden en verspreiden van kinderporno en het zich via een geautomatiseerd werk toegang verschaffen hiertoe.
Gelet op de periode en de schaal waarop het verzamelen van de aangetroffen kinderporno heeft plaatsgevonden, is de rechtbank van oordeel dat verdachte van dit strafbare handelen een gewoonte heeft gemaakt. Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij de kinderporno niet alleen bezat, maar dat hij deze verwierf via (onder meer) het chatprogramma KIK. Hij nam deel aan een groot aantal verschillende appgroepen waarin kinderpornografisch materiaal werd gedeeld. Het materiaal werd vervolgens door hem bekeken en opgeslagen in diverse mappen. Om lid te blijven van die groepen moest verdachte zelf ook materiaal delen, hetgeen hij ook regelmatig heeft gedaan, aldus zijn verklaring ter zitting. Naar het oordeel van de rechtbank is daarmee een bepaald patroon ontstaan in het gedrag van verdachte waarbij hij gedurende een lange periode een aanzienlijke hoeveelheid kinderpornografisch materiaal telkens heeft verworven, ontvangen, bekeken, opgeslagen en gedeeld. Aldus heeft verdachte naar het oordeel van de rechtbank van het verwerven, bezitten, aanbieden en verspreiden van kinderpornografische materiaal en van het zich daartoe toegang verschaffen een gewoonte gemaakt in de zin van artikel 240b lid 2 Sr.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
in de periode van 1 januari 2018 tot en met 29 augustus 2022 te [plaats01] , [gemeente01] , meermalen, (telkens) een (groot aantal) afbeeldingen, te weten foto’s en
video’s/films – en een gegevensdrager bevattende afbeeldingen, te weten een
laptop, een harde schijf en een Ipad –
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar
nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft verspreid, aangeboden, verworven, in bezit gehad en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
- het oraal, vaginaal en/of anaal penetreren (met de penis en/of vinger/hand en/of met een voorwerp) door zichzelf en/of door een volwassen man/een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, van het lichaam van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar (eveneens) nog niet heeft/hebben bereikt (onder meer afbeeldingen 02, 05, 09,12,13,14,17,18 zoals benoemd op blz 80 van het dossier), en
- het (laten) betasten van de geslachtsdelen en/of billen van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt door een volwassen persoon/een persoon die (eveneens) kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt/zichzelf (onder meer afbeeldingen 06, 07, 13, 17, 18, 19, 20, 23, 24 zoals benoemd op blz 80/81 van het dossier), en
- het ejaculeren op het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt en/of het houden van een (stijve) penis naast het gezicht/lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (onder meer afbeeldingen 05, 11, 15, 19, 22 zoals benoemd op blz 82 van het dossier), en
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) gekleed en/of opgemaakt zijn en/of in een omgeving en/of met voorwerpen en/of in (erotisch getinte) houdingen poseert/poseren die niet bij haar/zijn/hun leeftijd past/passen en/of door de het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen in beeld gebracht worden (onder meer afbeeldingen 01, 03, 04, 06, 08, 09, 10, 16, 21 zoals benoemd op blz 82 van het dossier);
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Dit levert het in de beslissing genoemde strafbare feit op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert aan verdachte op te leggen een taakstraf voor de duur van 240 uur te vervangen door 120 dagen hechtenis. Daarnaast vordert hij aan verdachte op te leggen een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 8 maanden met een proeftijd van 3 jaar met daaraan gekoppeld de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden.
6.2
Het standpunt van de verdediging
Door de verdediging is verzocht om de eis van de officier van justitie te volgen en aan verdachte geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen. Na de doorzoeking in zijn woning heeft verdachte zelf hulp gezocht. De behandeling is ondertussen opgestart en verdachte erkent ook dat hij de behandeling nodig heeft en hij maakt zijn problematiek ook met zijn naasten bespreekbaar. Verdachte is gemotiveerd om de behandeling te volgen. Een gevangenisstraf zou de behandeling doorkruisen en zou ook gelet op de persoon van verdachte onwenselijk zijn en verstrekkende gevolgen voor hem hebben.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Op gegevensdragers van verdachte zijn 10.438 foto’s en 569 video’s van kinderporno aangetroffen die door de politie zijn beoordeeld, waarbij dient te worden opgemerkt dat dit slechts 35% van het totaal aantal aangetroffen afbeeldingen met kinderporno betreft. Het totaal aantal afbeeldingen van kinderpornografische aard dat verdachte bezat was waarschijnlijk dus vele malen groter. Verdachte heeft tijdens de zitting bevestigd dat hij zich al lang (meer dan 20 jaar) bezighoudt met het downloaden en opslaan van grote hoeveelheden kinderporno. Daarnaast heeft hij jarenlang in diverse kinderporno-appgroepen, waaronder KIK, afbeeldingen met kinderporno aangeboden en verspreid. Daarbij hield verdachte Word en Excellijsten bij met een omvangrijk overzicht van gebruikersnamen en gegevens van websites en appgroepen met kinderporno. Uit de beschrijving van de bij verdachte aangetroffen bestanden blijkt dat het in ongeveer 60% van de gevallen afbeeldingen waren van kleine kinderen onder de twaalf jaar, waarbij ook materiaal met afbeeldingen van baby’s/peuters is aangetroffen. Een groot deel van de aangetroffen afbeeldingen was van de ernstigste kinderpornografische soort: zogenaamde hurtcorekinderporno, dat bestaat uit afbeeldingen waarop kinderen worden verkracht, mishandeld en vastgebonden.
Dit betreft een zeer ernstig feit. Voor de productie van kinderporno worden kinderen seksueel misbruikt en uitgebuit. Verdachte heeft door zijn gedrag een bijdrage geleverd aan dit misbruik, omdat de vraag naar kinderporno de productie ervan stimuleert. De bestanden met deze afschuwelijke beelden circuleren vaak eindeloos op internet en verdachte heeft langdurig bijgedragen aan de instandhouding van dit bijzonder kwaadaardige fenomeen. De misbruikte kinderen worden bovendien vaak nog jarenlang achtervolgd door deze beelden met alle nare gevolgen vandien. Verdachte heeft echter alleen aan zichzelf gedacht en zich niet beziggehouden met de zeer ernstige en traumatische gevolgen van het misbruik voor deze kinderen. In veel gevallen lopen de kinderen die hieraan bloot worden gesteld grote psychische schade op, die ook jaren later – en vaak voor de rest van hun leven - nog diepe sporen nalaat. Voor de bestrijding van kinderporno is het van belang om niet alleen de makers hiervan te bestraffen, maar ook degenen die kinderporno downloaden, in bezit hebben, dit aanbieden en verspreiden. De ernst en verwerpelijkheid hiervan is ook door de wetgever erkend. Uit artikel 22b Sr volgt dat alleen het opleggen van een taakstraf voor dit feit niet passend is. De wet verplicht de rechtbank om in elk geval een onvoorwaardelijke gevangenisstraf of een vrijheidsbenemende maatregel op te leggen.
De rechtbank heeft bij de toemeting van de straf acht geslagen op de oriëntatiepunten van het LOVS. Die vermelden als vertrekpunt voor de straftoemeting bij het per gewoonte verspreiden en bezitten van kinderporno, twee jaar onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Als strafverzwarend neemt de rechtbank mee het zeer grote aantal afbeeldingen, de lange periode waarin verdachte zich hiermee heeft beziggehouden, de leeftijd van de slachtoffers en de aard van de afbeeldingen zoals hiervoor benoemd. Strafverminderend vindt de rechtbank dat verdachte verantwoording neemt voor zijn handelen door zelf in therapie te gaan en openheid van zaken te geven op de zitting. Verdachte heeft inzicht getoond in het ontoelaatbare van zijn handelen en het feit dat hij een probleem heeft.
In de persoonlijke omstandigheden van de verdachte ziet de rechtbank geen contra-indicaties voor het opleggen van een gevangenisstraf. De rechtbank ziet, gelet op de ernst en aard van het gepleegde misdrijf, aanleiding om aan verdachte een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen. Een taakstraf gecombineerd met een voorwaardelijke gevangenisstraf acht de rechtbank niet op zijn plaats. Hoewel de rechtbank ziet dat verdachte een positieve verandering in zijn denken en handelen heeft doorgemaakt en nog steeds aan het doormaken is, is zij van oordeel dat het belang van de misbruikte kinderen en het signaal naar de maatschappij dat dit gedrag niet worden getolereerd, voorrang moeten hebben boven het belang van verdachte. Bovendien dient van de straf een afschrikwekkende, preventieve werking uit te gaan om niet alleen verdachte, maar ook anderen, ervan te weerhouden dit soort feiten te plegen. Ten slotte is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte weer een misdrijf begaat waar gevaar van uitgaat voor de onaantastbaarheid van het lichaam van kinderen. De omstandigheid dat op gegevensdragers van verdachte (hoewel niet strafbaar) ook zelfgemaakte foto’s van minderjarigen - waaronder buurmeisjes - zijn gevonden, sterkt de rechtbank in dit oordeel en baart de rechtbank bovendien grote zorgen. Om het recidiverisico te beperken ziet de rechtbank in de persoonlijke omstandigheden van de verdachte aanleiding om de straf deels voorwaardelijk op te leggen. De rechtbank vindt het belangrijk dat verdachte hulp blijft krijgen en behandeld wordt. Een voorwaardelijk strafdeel geeft de mogelijkheid om bijzondere voorwaarden, gericht op hulpverlening, op te leggen.
Alles overwegend acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, passend en geboden. Aan het voorwaardelijke gedeelte van de straf verbindt de rechtbank de door de reclassering geadviseerde voorwaarden te weten een meldplicht, ambulante behandeling, het vermijden van contact met minderjarigen en het vermijden van kinderporno. De proeftijd van de voorwaardelijke gevangenisstraf stelt de rechtbank vast op drie jaar om verdachte te doordringen van het laakbare van zijn handelen, hem ervan te weerhouden opnieuw (soortgelijke) strafbare feiten te plegen en hem duidelijk te maken dat hij aan zichzelf zal moeten blijven werken.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

7.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 240b van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

8.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:

een afbeelding en een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden, aanbieden, verwerven, in het bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, terwijl van het plegen van dit misdrijf een beroep of gewoonte wordt gemaakt, meermalen gepleegd;

- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 24 (vierentwintig) maanden, waarvan 6 (zes) maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 (drie) jaar;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd de hierna vermelde voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte zich meldt op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. De reclassering zal contact met verdachte opnemen voor de eerste afspraak;
* dat verdachte zich laat behandelen door Forensische Zorg Zeeland (FZZ) of een soortgelijke zorgverlener, zulks te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering dat nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
* dat verdachte op geen enkele wijze contact zoekt met minderjarigen. Hij vermijdt deze contacten zoveel mogelijk. Als contacten onvermijdelijk zijn, zorgt verdachte dat de gezaghebbend ouder of verzorger hierbij aanwezig zijn;
* dat verdachte vermijdt dat hij in aanraking komt met kinderpornografisch materiaal en vermijdt dat er kinderpornografisch materiaal op zijn digitale gegevensdragers komt. Verdachte onthoudt zich op welke wijze dan ook van:
• het seksueel getint communiceren met minderjarigen;
• het bezoeken van een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;
• het bezoeken van een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd;
Verdachte bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt dit gedrag te
voorkomen. Verdachte werkt mee aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek. Verdachte verschaft toegang tot alle aanwezige computers, smartphones en andere digitale gegevensdragers waarop afbeeldingen kunnen worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd. Verdachte verstrekt de wachtwoorden die nodig zijn voor deze controle. De controle op digitale gegevensdragers vindt maximaal drie keer per jaar plaats. De controle is gericht op de vraag of verdachte kinderpornografisch materiaal vermijdt. De controle strekt er niet toe een beeld te krijgen van het persoonlijke leven van verdachte. De reclassering kan voor technische ondersteuning een deskundige meenemen, ook als dit een opsporingsambtenaar is die deskundig is op digitaal gebied. Bij de controle kan gebruik worden gemaakt van een hulpmiddel dat een indicatie geeft of kinderpornografisch materiaal aanwezig is.
* dat verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, medewerking verleent aan het nemen van vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage biedt;
* dat verdachte medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.A. Mulders, voorzitter, mr. G.H. Nomes en
mr. P.A.M. Wijffels, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H. Holtgrefe, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 27 juli 2023.
Mr. Wijffels is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.