ECLI:NL:RBZWB:2023:5228

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
26 juli 2023
Publicatiedatum
26 juli 2023
Zaaknummer
10563221 CV EXPL 23-1449 (T)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • P. Ponds
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis in consumentenzaak over mogelijk oneerlijk beding in algemene voorwaarden van sportschoolabonnement

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, betreft het een tussenvonnis in een consumentenzaak over een sportschoolabonnement. De eiseres, Basic-Fit Nederland B.V., heeft gedaagde, die niet is verschenen, gedagvaard tot betaling van verschuldigde bedragen. De gedaagde is een consument en de eiseres handelt in het kader van haar beroep of bedrijf. De procesgang is gestart met een dagvaarding op 15 mei 2023. De kantonrechter heeft vastgesteld dat gedaagde niet is verschenen, ondanks een behoorlijke dagvaarding, en heeft verstek verleend.

De vordering van eiseres is gebaseerd op een overeenkomst op afstand, waarbij de wettelijke precontractuele informatieverplichtingen van het Burgerlijk Wetboek in acht moeten worden genomen. Eiseres heeft gesteld dat zij aan deze verplichtingen heeft voldaan, en de kantonrechter heeft geen aanleiding gezien om dit te betwijfelen. Vervolgens is de aandacht gevestigd op een mogelijk oneerlijk beding in de algemene voorwaarden van eiseres, dat in strijd kan zijn met de Richtlijn 93/13 EEG. De kantonrechter heeft overwogen dat een beding dat de consument verplicht tot nakoming van al zijn verbintenissen, zelfs wanneer de verkoper zijn verplichtingen niet nakomt, als onredelijk bezwarend kan worden beschouwd.

De kantonrechter heeft eiseres verzocht om zich nader uit te laten over de mogelijke onredelijkheid van het beding in de algemene voorwaarden. De zaak is aangehouden voor een verdere beslissing, die gepland staat voor 16 augustus 2023, waar de zaak zal worden voortgezet met een akte van eiseres.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster I Civiele kantonzaken
Middelburg
zaak/rolnr.: 10563221 CV EXPL 23-1449
vonnis d.d. 19 juli 2023
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Basic-Fit Nederland B.V., h.o.d.n.
Basic-Fit Terneuzen,
gevestigd en kantoorhoudende te Hoofddorp,
eiseres,
gemachtigde: Snijder incasso gerechtsdeurwaarders te Beverwijk,
tegen
[gedaagde01],
wonende op een geheim adres in de [gemeente01] ,
gedaagde,
niet verschenen.

1.Het verloop van het geding

De procesgang blijkt uit de dagvaarding van 15 mei 2023 met producties.

2.Het geschil en de beoordeling

2.1
Eiseres heeft op de bij dagvaarding omschreven gronden, welke hier als herhaald en ingelast gelden, gevorderd gedaagde te veroordelen tot betaling van het bedrag of de bedragen als nader in de dagvaarding omschreven, met veroordeling van gedaagde in de proceskosten.
2.2
Gedaagde is, hoewel behoorlijk gedagvaard, niet ter zitting verschenen en heeft ook niet tijdig een schriftelijk antwoord ingediend of om uitstel verzocht, zodat tegen deze verstek is verleend.
2.3
Gelet op de stellingen van eiseres is gedaagde een consument en handelt eiseres in beroep of bedrijf.
Ten aanzien van de precontractuele en contractuele informatieverplichtingen
2.4
De vordering is gebaseerd op een overeenkomst op afstand tussen een handelaar en een consument. Bij het sluiten van dergelijke overeenkomsten moet ter bescherming van de consument aan de essentiële wettelijke (pre)contractuele informatieverplichtingen van de artikelen 6:230m lid 1 onder a, b, c, e, f, g, h, o en p en 6:230v van het Burgerlijk Wetboek (BW) worden voldaan. Dat aan deze verplichtingen is voldaan, dient gemotiveerd te worden gesteld en onderbouwd. De kantonrechter moet er ambtshalve op toezien dat die voorschriften worden nageleefd, dus ook als er geen verweer is gevoerd. Zie, onder meer, het arrest van de Hoge Raad van 12 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1677).
2.5
Eiseres heeft in de dagvaarding gesteld dat de verkoper heeft voldaan aan de precontractuele informatieverplichtingen van artikel 6:230m lid 1 BW en contractuele informatieverplichting van artikel 6:230v lid 7 BW. De kantonrechter ziet, gelet op de stellingen van eiseres en de bij de dagvaarding overgelegde producties, in de onderhavige zaak geen aanleiding te veronderstellen dat niet aan de voornoemde verplichtingen is voldaan.
Ten aanzien van een oneerlijk beding in de zin van de Richtlijn
2.6
Eiseres geeft vervolgens aan dat de vordering deels op een beding uit haar algemene voorwaarden is gegrond. De kantonrechter dient op grond van rechtspraak van het Hof van Justitie EG (o.a. 4 juni 2009, C243/08) ambtshalve te beoordelen of een dergelijk beding oneerlijk is in de zin van artikel 3 lid 3 van de Richtlijn 93/13 EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (verder te noemen: de Richtlijn). De in artikel 3 van de Richtlijn bedoelde bedingen zijn nader uitgewerkt in de bijlage bij de Richtlijn. Deze bepalingen kleuren de ‘open norm’ van artikel 6:233 sub a BW betreffende het onredelijk bezwarend beding nader in. In het kader van een richtlijnconforme interpretatie van artikel 6:233 sub a BW dient een beding, dat is opgenomen in de bijlage bij artikel 3 lid 3 van de Richtlijn, te worden gekwalificeerd als een onredelijk bezwarend beding. Voorts heeft de Hoge Raad in zijn arrest van 13 september 2013 (te vinden op www.rechtspraak.nl onder: ECLI:NL:HR:2013:691) bepaald dat een (kanton)rechter gehouden is een beding, indien dat beding als onredelijk bezwarend kan worden gekwalificeerd, ingevolge artikel 6:233 sub a BW in samenhang met artikel 3:40 lid 2 BW te vernietigen.
2.7
De kantonrechter overweegt dat eiseres in haar dagvaarding een beroep doet op artikel 6g van de tussen partijen geldende algemene voorwaarden. De kantonrechter gaat er gelet op de stellingen van eiseres vanuit dat eiseres artikel 5g van de algemene voorwaarden bedoelt nu artikel 6g daarin ontbreekt. De kantonrechter overweegt dat artikel 5g van de algemene voorwaarden van eiseres mogelijk onredelijk bezwarend is. Op grond van dit beding kan eiseres de overeenkomst met directe ingang beëindigen indien gedaagde niet aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, terwijl deze wel alle lidmaatschapsgelden voor de looptijd van de overeenkomst verschuldigd is.
2.8
In de bijlage van de Richtlijn is bepaald dat een beding wat de consument verplicht tot nakoming van al zijn verbintenissen, zelfs wanneer de verkoper zijn verbintenissen niet uitvoert, in beginsel als onredelijk bezwarend kan worden beschouwd. Nu gedaagde middels artikel 5 van de algemene voorwaarden kan worden verplicht zijn verbintenissen na te komen, ook na beëindiging van de overeenkomst door eiseres, staan de rechten en plichten van partijen niet langer in een redelijke verhouding tot elkaar, hetgeen het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van partijen ten nadele van de consument aanzienlijk verstoren.
2.9
Eiseres dient zich over hetgeen in 2.7 en 2.8 is overwogen nader uit te laten.
2.1
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
3. De beslissing
De kantonrechter:
verwijst de zaak naar de terechtzitting van
woensdag 16 augustus 2023 te 09.00 uur, voor het nemen van een akte na tussenvonnis door eiseres zoals bedoeld in overweging sub 2.9;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. Ponds, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 19 juli 2023.