ECLI:NL:RBZWB:2023:5219

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
19 juli 2023
Publicatiedatum
25 juli 2023
Zaaknummer
10191029 CV EXPL 22-3457 (T)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deskundigenonderzoek naar gebreken aan PVC-vloer in geschil tussen aannemer en opdrachtgever

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gaat het om een geschil tussen een aannemer en een opdrachtgever over de gebreken aan een gelegde PVC-vloer. De eiseres, een vennootschap onder firma, heeft de vloer gelegd in opdracht van de gedaagden, maar er zijn klachten gerezen over de kwaliteit van het werk. De gedaagden hebben een deskundigenrapport laten opstellen door TOP Expertise, waarin wordt geconcludeerd dat de vloer gebrekkig is en volledig vervangen moet worden. De eiseres betwist deze bevindingen en heeft een contra-expertise laten uitvoeren, die stelt dat de gebreken plaatselijk kunnen worden hersteld.

De kantonrechter heeft in een tussenvonnis op 19 juli 2023 besloten dat er een deskundige benoemd moet worden om de ernst van de gebreken vast te stellen. De deskundige zal vragen beantwoorden over de aard van de gebreken, de oorzaak, de wijze van herstel en de te verwachten herstelkosten. Beide partijen zijn verplicht om de kosten van het deskundigenonderzoek te delen. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling, waarbij partijen zich kunnen uitlaten over de deskundige en de aan deze voor te leggen vragen. De volgende zitting is gepland op 16 augustus 2023.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Cluster I Civiele kantonzaken
Breda
zaak/rolnr.: 10191029 CV EXPL 22-3457
vonnis d.d. 19 juli 2023
inzake
de vennootschap onder firma [eiseres in conventie01],
gevestigd en kantoorhoudende te ( [postcode01] ) [plaats01] aan het [adres01]
eiseres in conventie, verweerster in reconventie,
gemachtigde: mr. M.A.J. Emonds, advocaat te ‘s-Hertogenbosch,
tegen

1.[gedaagde in conventie01] ,

2. [gedaagde in conventie02],
beiden wonende te ( [postcode02] ) [plaats02] aan het [adres02] ,
gedaagden in conventie, eisers in reconventie,
gemachtigde: mr. R.J. Versteeg, advocaat te ‘s-Hertogenbosch.
Partijen worden hierna aangeduid als “ [eiseres in conventie01] ” en “ [gedaagde in conventie01] c.s.” (in mannelijk enkelvoud).

1.Het verloop van het geding

De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
a. het tussenvonnis in deze zaak van 4 januari 2023 met de daarin genoemde stukken;
b. de op 5 april 2023 ter griffie ontvangen conclusie van antwoord in reconventie, mede inhoudende een aanvulling van eis in reconventie met producties;
c. het op 6 april 2023 ter griffie ontvangen e-mailbericht van [gedaagde in conventie01] c.s. met één productie;
d. de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling van 12 april 2023;
e. de ter mondelinge behandeling overgelegde spreeknotitie van de zijde van [gedaagde in conventie01] c.s.

2.Het geschil

In conventie:
2.1
[eiseres in conventie01] vordert, na vermeerdering van eis, om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
- [gedaagde in conventie01] c.s. te veroordelen [eiseres in conventie01] toe te laten om de gebreken te herstellen, zoals door [eiseres in conventie01] is aangeboden;
- [gedaagde in conventie01] c.s. hoofdelijk te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 15.378,16, te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van € 14.211,85 vanaf 20 oktober 2022 tot aan de dag van de algehele voldoening;
- [gedaagde in conventie01] c.s. hoofdelijk te veroordelen in de proceskosten en de wettelijke rente daarover.
2.2
[gedaagde in conventie01] c.s. voeren verweer en concluderen tot afwijzing of matiging van de vordering, met veroordeling van [eiseres in conventie01] in de proceskosten, de wettelijke rente daarover en de nakosten.
In reconventie:
2.3
[gedaagde in reconventie01] c.s. vorderen om bij vonnis, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
- primair:
  • te verklaren voor recht dat [verweerster in reconventie01] jegens [gedaagde in reconventie01] c.s. tekort is geschoten bij de uitvoering van haar werkzaamheden en [verweerster in reconventie01] te veroordelen de daaruit voortvloeiende (vervangende) schade te vergoeden;
  • [gedaagde in reconventie01] c.s. in de gelegenheid te stellen haar vordering te verrekenen met de openstaande vordering van [verweerster in reconventie01] ;
  • [verweerster in reconventie01] te veroordelen tot betaling van het resterende bedrag, te vermeerderen met wettelijke rente;
- subsidiair:
  • te verklaren voor recht dat [verweerster in reconventie01] jegens [gedaagde in reconventie01] c.s. tekort is geschoten bij de uitvoering van haar werkzaamheden;
  • te verklaren voor recht dat [gedaagde in reconventie01] c.s. bij brief van 7 januari 2022 de betaling van de factuur van [verweerster in reconventie01] van 5 november 2021 hebben opgeschort met betrekking tot de resterende hoofdsom;
  • [verweerster in reconventie01] te veroordelen om binnen twee maanden na de datum van het eindvonnis in deze zaak – kort gezegd – de werkzaamheden opnieuw uit te (laten) voeren, dan wel herstel uit te voeren volgens het advies van TOP Expertise, op straffe van verbeurte van een dwangsom en te bepalen dat [gedaagde in reconventie01] c.s. pas het in conventie gevorderde bedrag verschuldigd zijn als deugdelijk is opgeleverd;
- zowel primair en subsidiair:
  • [verweerster in reconventie01] te veroordelen in de buitengerechtelijke kosten en de wettelijke rente daarover;
  • [verweerster in reconventie01] te veroordelen tot betaling van de onderzoekskosten en de wettelijke rente daarover;
  • [verweerster in reconventie01] te veroordelen tot betaling van de ontruimingskosten;
  • [verweerster in reconventie01] te veroordelen in de proceskosten, de wettelijke rente daarover en de nakosten.
2.4
[verweerster in reconventie01] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vordering, met veroordeling van [gedaagde in reconventie01] c.s. in de proceskosten en de wettelijke rente daarover.

3.De beoordeling

In conventie en reconventie:
3.1
Tussen partijen staat het volgende vast:
  • [eiseres in conventie01] heeft in opdracht van [gedaagde in conventie01] c.s. een PVC-vloer gelegd. Uit hoofde van die werkzaamheden heeft zij op 5 november 2021 een factuur aan [gedaagde in conventie01] c.s. toegezonden voor een bedrag van € 15.284,49. [gedaagde in conventie01] c.s. hebben de voornoemde factuur voor een bedrag van € 14.211,85 onbetaald gelaten;
  • op 21 april 2022 heeft TOP Expertise in opdracht van [gedaagde in conventie01] c.s. een onderzoeksrapport opgeleverd met betrekking tot de door [eiseres in conventie01] gelegde PVC-vloer. Zij concludeert – kort gezegd – dat sprake is van diverse gebreken, waardoor de gehele vloer opnieuw moet worden gelegd. Zij raamt de herstelkosten op € 21.425,00 (inclusief btw);
  • op 3 juni 2022 hebben [gedaagde in conventie01] c.s. [eiseres in conventie01] aansprakelijk gesteld en [gedaagde in conventie01] c.s. vier weken de tijd gegeven de gebreken te (laten) herstellen of de herstelkosten aan [gedaagde in conventie01] c.s. te voldoen;
  • op 12 juli 2022 heeft [eiseres in conventie01] aangegeven niet in te stemmen met de bevindingen van TOP Expertise. Zij biedt aan alsnog tot herstel over te gaan en, indien daarmee niet wordt ingestemd, deelt zij mede een contra-expertise te laten uitvoeren;
  • op 15 juli 2022 hebben [gedaagde in conventie01] c.s. een omzettingsverklaring gestuurd aan [eiseres in conventie01] en aangegeven enkel een beroep te doen op vervangende schadevergoeding;
  • op 22 september 2022 heeft Vloertechnisch Adviesbureau [deskundige01] in opdracht van [eiseres in conventie01] een onderzoeksrapport opgeleverd met betrekking tot de door [eiseres in conventie01] gelegde PVC vloer. Zij concludeert – kort gezegd – dat sprake is van diverse gebreken, maar dat deze plaatselijk kunnen worden hersteld. Het vervangen van de totale vloer, zoals voorgesteld door TOP Expertise, is in haar ogen totaal onterecht;
  • op 17 november 2022 heeft VandeVloeren een offerte uitgebracht voor herstel van de vloer voor een bedrag van € 20.444,77 (inclusief btw);
  • op 23 november 2022 bericht de heer [naam01] van TOP Expertise B.V. – kort gezegd – aan [gedaagde in conventie01] c.s. dat hij, ondanks de bevindingen van [deskundige01] blijft bij zijn advies tot vervanging van de gehele vloer. In latere e-mailberichten van 5 april 2023 bericht hij dat het niet lonend is de stroken her te gebruiken, nu daarmee veel hogere arbeidskosten gemoeid zijn;
  • op 29 november 2022 heeft Parketmeester een offerte uitgebracht voor herstel van de vloer voor een bedrag van € 27.694,75 (inclusief btw);
  • de heren [naam02] , [naam03] en [naam04] , werklieden die werkzaam bij of in opdracht van [eiseres in conventie01] de werkzaamheden hebben uitgevoerd, hebben op enig moment verklaard dat voorafgaande aan het leggen van de vloer vochtmetingen zijn gedaan, dat de vloer is gewalst en er geen sprake was van haastwerk.
3.2
[eiseres in conventie01] vordert betaling van haar factuur, te vermeerderen met rente en kosten. Zij stelt een PVC vloer te hebben gelegd in opdracht van [gedaagde in conventie01] c.s. Bij oplevering is deze door [gedaagde in conventie01] c.s. geaccepteerd. [eiseres in conventie01] heeft nadien nog losgekomen vloerdelen vastgezet, waarna [gedaagde in conventie01] c.s. de vloer nogmaals hebben geaccepteerd. De factuur van [eiseres in conventie01] is echter onbetaald gebleven. [gedaagde in conventie01] c.s. heeft een onderzoek laten doen naar gebreken door TOP Expertise. In dat rapport wordt geconcludeerd tot volledige vervanging van de vloer voor een bedrag van € 21.425,00 (inclusief btw). [eiseres in conventie01] is het hier niet mee eens en heeft een contra-expertise laten uitvoeren door [deskundige01] . Deze deskundige constateert weliswaar eveneens gebreken, maar concludeert tot plaatselijk herstel. [eiseres in conventie01] is bereid dit herstel uit te voeren, maar [gedaagde in conventie01] c.s. accepteren dit niet. Inmiddels hebben zij een omzettingsverklaring gestuurd en willen zij enkel schadevergoeding. Nu [eiseres in conventie01] niet wordt toegelaten tot herstel, zijn [gedaagde in conventie01] c.s. in schuldeisersverzuim. [gedaagde in conventie01] c.s. kunnen dan ook geen beroep doen op opschorting en dienen het factuurbedrag aan [eiseres in conventie01] te voldoen. Zij laten dit bedrag onterecht onbetaald, zodat zij rente en kosten verschuldigd zijn geworden. Op het verweer van [gedaagde in conventie01] c.s. voert [eiseres in conventie01] aan dat geen sprake was van haastwerk. Er zijn meerdere vochtmetingen gedaan en er is voldaan aan de montagevoorschriften. Met betrekking tot het behang is door [gedaagde in conventie01] c.s. in de conclusie van antwoord geen rekening gehouden met het snijverlies. Hierover is ook nimmer geklaagd. Het is juist dat twee rollen zijn blijven liggen en niet zijn aangebracht. Dit lag echter aan [gedaagde in conventie01] c.s., nu zij de muur niet behangklaar hadden opgeleverd.
3.3
[gedaagde in conventie01] c.s. erkennen dat de werkzaamheden zijn uitgevoerd, maar stelt dat het werk gebrekkig is. De wijze waarop [eiseres in conventie01] het werk heeft uitbesteed en de wijze waarop het werk uiteindelijk door diverse onderaannemers is verricht duidt op haastwerk. Er is geen vochtmeting gedaan (volgens de verklaring van [eiseres in conventie01] zelf), montagevoorschriften zijn niet gevolgd en er zijn talloze legfouten gemaakt. [gedaagde in conventie01] c.s. hebben tijdens en na de montage van de vloer geklaagd bij [eiseres in conventie01] . Daarop zijn enige herstelwerkzaamheden verricht, maar deze hebben de problemen niet verholpen en leidde tot lijmresten op verschillende plekken. De vloer laat thans op verschillende plekken los, staat op diverse plaatsen omhoog en sluit niet aan op de muur. De gebrekkige montage is door TOP Expertise bevestigt. Zij concludeert tot herplaatsen van de gehele vloer, waarbij eventueel nog stroken kunnen worden hergebruikt. De begroting van de herstelkosten van TOP Expertise is gebaseerd op de situatie dat geen stroken herbruikbaar zijn (al dan niet door kleurverschil). [gedaagde in conventie01] c.s. hebben zich dan ook op het standpunt gesteld dat [eiseres in conventie01] daartoe over dient te gaan. Toen bleek dat zij hiertoe niet over wilde gaan, hebben [gedaagde in conventie01] c.s. een omzettingsverklaring gestuurd. In de tussentijd hebben zij de betaling van de factuur van [eiseres in conventie01] opgeschort in afwachting van de mogelijkheid tot verrekening. Daarnaast heeft [eiseres in conventie01] ten onrechte vier rollen behang in rekening gebracht. Door een fout van [eiseres in conventie01] moest een muur opnieuw worden behangen. Deze kosten kunnen niet voor rekening van [gedaagde in conventie01] c.s. komen. Ook is teveel aan montagekosten in rekening gebracht, nu twee rollen niet zijn aangebracht. Na creditering van de behangrollen en verrekening van de schade met betrekking tot de vloer resteert er een bedrag aan schade aan de zijde van [gedaagde in conventie01] c.s., zodat [eiseres in conventie01] dit bedrag aan [gedaagde in conventie01] c.s. in reconventie dient te voldoen.
3.4
Door [eiseres in conventie01] is niet weersproken dat sprake is van een gemengde overeenkomst als bedoeld in artikel 6:215 van het Burgerlijk Wetboek (BW), bestaande uit een overeenkomst van aanneming van werk ex artikel 7:750 lid 1 BW en een consumentenkoopovereenkomst ex artikel 7:5 lid 1 onder a BW. Op grond van artikel 6:215 BW zijn in dat geval de bepalingen voor beide soorten overeenkomsten naast elkaar op de overeenkomst van toepassing, behoudens als de bepalingen niet verenigbaar zijn of de strekking daarvan in verband met de aard van de overeenkomst zich tegen toepassing verzet.
3.5
Vervolgens is niet in geschil tussen partijen dat de vloerdelen an sich niet gebrekkig zijn, maar dat [eiseres in conventie01] fouten heeft gemaakt bij het plaatsen van de vloerdelen waardoor het werk gebrekkig is opgeleverd.
3.6
De kantonrechter overweegt dat de kern van het geschil is hoe ernstig de gebreken aan de vloer zijn. Immers, [eiseres in conventie01] stelt zich op het standpunt dat enkel plaatselijk herstel nodig is, zodat [gedaagde in conventie01] c.s. haar had moeten toelaten om tot herstel over te gaan. [gedaagde in conventie01] c.s. stellen zich op het standpunt dat het werk dermate gebrekkig is dat van hen niet kon worden verwacht dat zij [eiseres in conventie01] toelaten tot herstel. De beoordeling van de stellingen met betrekking tot het (schuldeisers)verzuim en het beroep op opschorting hangen daar ook mee samen.
3.6
Uit zowel artikel 7:759 lid 1 BW als artikel 7:21 lid 1 en 4 BW volgt dat een opdrachtgever/koper in beginsel de opdrachtnemer/verkoper de mogelijkheid moet bieden om het werk/product te herstellen, behalve als dit – kort gezegd – niet van de opdrachtgever/koper gevergd kan worden. [gedaagde in conventie01] c.s. stellen dat van het voorgaande sprake is en verwijst naar het rapport van Top Expertise. [eiseres in conventie01] betwist het voorgaande en verwijst naar het rapport van [deskundige01] . Beide partijen hebben vervolgens uitgebreid kritiek geuit op de werkwijze van elkaars deskundigen en de inhoud van de door hen opgeleverde rapporten.
3.7
Naar het oordeel van de kantonrechter dient, gelet op het voorgaande, te worden vastgesteld of het werk dermate gebrekkig was dat herstel niet van [gedaagde in conventie01] c.s. gevergd kon worden. Nu partijen beiden hun stellingen voldoende hebben onderbouwd en de overgelegde deskundigenberichten elkaar tegenspreken, ziet de kantonrechter aanleiding een deskundige te benoemen aan welke deskundige de volgende vragen zullen worden voorgelegd:
1. welke gebreken kleven aan het werk (de PVC-vloer)?
2. wat is de oorzaak van die gebreken?
3. op welke wijze dienen de gebreken te worden hersteld?
4. wat zijn de te verwachten herstelkosten?
5. zijn er nog andere relevante opmerkingen te maken met betrekking tot het werk?
De kantonrechter overweegt dat het antwoord op de vraag naar de te verwachten herstelkosten tevens relevant kan zijn in het kader van het vaststellen van de hoogte van de schade, indien de kantonrechter toekomt aan het toewijzen van schade.
3.8
De kantonrechter is voornemens als deskundige te benoemen: [deskundige] , kantoorhoudende te [plaats] .
3.9
Nu het gaat om de vaststelling van de ernst van de gebreken, ziet de kantonrechter aanleiding te bepalen dat partijen ieder de helft van het voorschot op de kosten van het onderzoek en het honorarium van de deskundige voor hun rekening dienen te nemen. De deskundige heeft te kennen gegeven dat de kosten van het onderzoek door haar worden begroot op een bedrag van € 3.557,40 (inclusief btw).
3.1
De kantonrechter zal de zaak verwijzen naar na te melden rolzitting opdat partijen zich bij akte kunnen uitlaten over de deskundige, de aan deze voor te leggen vragen en de omvang van het te storten voorschot.
3.11
Iedere verdere beslissing, ook met betrekking tot het behang, wordt aangehouden.

4.De beslissing

De kantonrechter:
beveelt dat een onderzoek door een deskundige zal worden ingesteld en formuleert voorlopig de volgende vragen:
1. welke gebreken kleven aan het werk (de PVC-vloer)?
2. wat is de oorzaak van die gebreken?
3. op welke wijze dienen de gebreken te worden hersteld?
4. wat zijn de te verwachten herstelkosten?
5. zijn er nog andere relevante opmerkingen te maken met betrekking tot het werk?
stelt voor om tot deskundige te benoemen: [deskundige] , kantoorhoudende te [plaats] ;
deelt mee dat het voorschot voor de deskundige, dat door beide partijen voor de helft dient te worden voldaan, wordt begroot op € 3.557,40 (inclusief btw);
verwijst de zaak naar de rolzitting van
woensdag 16 augustus 2023 om 09.00 uurvoor akte na tussenvonnis, waarbij beide partijen zich kunnen uitlaten over de deskundige, de aan deze voor te leggen vragen en de omvang van het te storten voorschot;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. Dijkman en in het openbaar uitgesproken door mr. M.P. Tilman-Knoester op 19 juli 2023.