Uitspraak
1.[gedaagde in conventie01] ,
1.Het verloop van het geding
2.Het geschil
- te verklaren voor recht dat [verweerster in reconventie01] jegens [gedaagde in reconventie01] c.s. tekort is geschoten bij de uitvoering van haar werkzaamheden en [verweerster in reconventie01] te veroordelen de daaruit voortvloeiende (vervangende) schade te vergoeden;
- [gedaagde in reconventie01] c.s. in de gelegenheid te stellen haar vordering te verrekenen met de openstaande vordering van [verweerster in reconventie01] ;
- [verweerster in reconventie01] te veroordelen tot betaling van het resterende bedrag, te vermeerderen met wettelijke rente;
- te verklaren voor recht dat [verweerster in reconventie01] jegens [gedaagde in reconventie01] c.s. tekort is geschoten bij de uitvoering van haar werkzaamheden;
- te verklaren voor recht dat [gedaagde in reconventie01] c.s. bij brief van 7 januari 2022 de betaling van de factuur van [verweerster in reconventie01] van 5 november 2021 hebben opgeschort met betrekking tot de resterende hoofdsom;
- [verweerster in reconventie01] te veroordelen om binnen twee maanden na de datum van het eindvonnis in deze zaak – kort gezegd – de werkzaamheden opnieuw uit te (laten) voeren, dan wel herstel uit te voeren volgens het advies van TOP Expertise, op straffe van verbeurte van een dwangsom en te bepalen dat [gedaagde in reconventie01] c.s. pas het in conventie gevorderde bedrag verschuldigd zijn als deugdelijk is opgeleverd;
- [verweerster in reconventie01] te veroordelen in de buitengerechtelijke kosten en de wettelijke rente daarover;
- [verweerster in reconventie01] te veroordelen tot betaling van de onderzoekskosten en de wettelijke rente daarover;
- [verweerster in reconventie01] te veroordelen tot betaling van de ontruimingskosten;
- [verweerster in reconventie01] te veroordelen in de proceskosten, de wettelijke rente daarover en de nakosten.
3.De beoordeling
- [eiseres in conventie01] heeft in opdracht van [gedaagde in conventie01] c.s. een PVC-vloer gelegd. Uit hoofde van die werkzaamheden heeft zij op 5 november 2021 een factuur aan [gedaagde in conventie01] c.s. toegezonden voor een bedrag van € 15.284,49. [gedaagde in conventie01] c.s. hebben de voornoemde factuur voor een bedrag van € 14.211,85 onbetaald gelaten;
- op 21 april 2022 heeft TOP Expertise in opdracht van [gedaagde in conventie01] c.s. een onderzoeksrapport opgeleverd met betrekking tot de door [eiseres in conventie01] gelegde PVC-vloer. Zij concludeert – kort gezegd – dat sprake is van diverse gebreken, waardoor de gehele vloer opnieuw moet worden gelegd. Zij raamt de herstelkosten op € 21.425,00 (inclusief btw);
- op 3 juni 2022 hebben [gedaagde in conventie01] c.s. [eiseres in conventie01] aansprakelijk gesteld en [gedaagde in conventie01] c.s. vier weken de tijd gegeven de gebreken te (laten) herstellen of de herstelkosten aan [gedaagde in conventie01] c.s. te voldoen;
- op 12 juli 2022 heeft [eiseres in conventie01] aangegeven niet in te stemmen met de bevindingen van TOP Expertise. Zij biedt aan alsnog tot herstel over te gaan en, indien daarmee niet wordt ingestemd, deelt zij mede een contra-expertise te laten uitvoeren;
- op 15 juli 2022 hebben [gedaagde in conventie01] c.s. een omzettingsverklaring gestuurd aan [eiseres in conventie01] en aangegeven enkel een beroep te doen op vervangende schadevergoeding;
- op 22 september 2022 heeft Vloertechnisch Adviesbureau [deskundige01] in opdracht van [eiseres in conventie01] een onderzoeksrapport opgeleverd met betrekking tot de door [eiseres in conventie01] gelegde PVC vloer. Zij concludeert – kort gezegd – dat sprake is van diverse gebreken, maar dat deze plaatselijk kunnen worden hersteld. Het vervangen van de totale vloer, zoals voorgesteld door TOP Expertise, is in haar ogen totaal onterecht;
- op 17 november 2022 heeft VandeVloeren een offerte uitgebracht voor herstel van de vloer voor een bedrag van € 20.444,77 (inclusief btw);
- op 23 november 2022 bericht de heer [naam01] van TOP Expertise B.V. – kort gezegd – aan [gedaagde in conventie01] c.s. dat hij, ondanks de bevindingen van [deskundige01] blijft bij zijn advies tot vervanging van de gehele vloer. In latere e-mailberichten van 5 april 2023 bericht hij dat het niet lonend is de stroken her te gebruiken, nu daarmee veel hogere arbeidskosten gemoeid zijn;
- op 29 november 2022 heeft Parketmeester een offerte uitgebracht voor herstel van de vloer voor een bedrag van € 27.694,75 (inclusief btw);
- de heren [naam02] , [naam03] en [naam04] , werklieden die werkzaam bij of in opdracht van [eiseres in conventie01] de werkzaamheden hebben uitgevoerd, hebben op enig moment verklaard dat voorafgaande aan het leggen van de vloer vochtmetingen zijn gedaan, dat de vloer is gewalst en er geen sprake was van haastwerk.
4.De beslissing
woensdag 16 augustus 2023 om 09.00 uurvoor akte na tussenvonnis, waarbij beide partijen zich kunnen uitlaten over de deskundige, de aan deze voor te leggen vragen en de omvang van het te storten voorschot;