ECLI:NL:RBZWB:2023:5167

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
26 juli 2023
Publicatiedatum
24 juli 2023
Zaaknummer
02-201704-22
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezit en toegang verschaffen tot kinderpornografische afbeeldingen met strafoplegging

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 26 juli 2023, is de verdachte beschuldigd van het in bezit hebben van en toegang verschaffen tot kinderpornografische afbeeldingen in de periode van 6 september 2020 tot en met 27 februari 2022. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 12 juli 2023, waarbij de officier van justitie, mr. I.M.H. Masselink, en de verdediging hun standpunten naar voren brachten. De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding geldig was en dat de rechtbank bevoegd was om de zaak te behandelen. De officier van justitie achtte wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte kinderpornografische afbeeldingen in zijn bezit had en zich daartoe toegang had verschaft, gebaseerd op bewijsmiddelen zoals de spontane verklaring van de verdachte en de in beslag genomen gegevensdragers. De verdediging pleitte voor vrijspraak, stellende dat de verdachte de afbeeldingen niet had gedownload en dat deze mogelijk door anderen op zijn apparaten waren geplaatst.

De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk kinderpornografische afbeeldingen had gedownload en in bezit had gehad. De rechtbank achtte het niet bewezen dat de verdachte deze afbeeldingen had verspreid. De verdachte werd veroordeeld tot een taakstraf van 240 uur en een gevangenisstraf van 90 dagen, waarvan 89 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Bij de strafoplegging hield de rechtbank rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn verstandelijke beperking en blanco strafblad. De rechtbank legde ook bijzondere voorwaarden op, waaronder reclasseringstoezicht en de verplichting om kinderporno te vermijden, met controle op zijn gegevensdragers.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Middelburg
parketnummer: 02-201704-22
vonnis van de meervoudige kamer van 26 juli 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren op [geboortedag] 1996 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres] ,
raadsvrouw mr. R.T.K. Davidse, advocaat te Middelburg.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 12 juli 2023, waarbij de officier van justitie, mr. I.M.H. Masselink, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte in de periode van 6 september 2020 tot en met 27 februari 2022 kinderpornografische afbeeldingen heeft verworven en/of verspreid en/of in bezit heeft gehad en/of zich daartoe de toegang heeft verschaft.

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de periode van 26 juli 2021 tot en met 27 februari 2022 kinderpornografische afbeeldingen in zijn bezit heeft gehad en zich daartoe de toegang heeft verschaft. Zij baseert zich daarbij op de bewijsmiddelen in het dossier en in het bijzonder op de spontane verklaring van verdachte – toen de politie op 23 september 2021 zijn woning betrad – dat hij kinderporno op zijn telefoon heeft staan, de omstandigheid dat het om drie gegevensdragers van verdachte met kinderporno gaat en de verklaring van verdachte dat hij de zoekterm ‘teenporn’ heeft gebruikt. Dat de kinderpornografische afbeeldingen op zijn twee telefoons en tablet zijn terecht gekomen door toedoen van iemand anders aan wie hij die apparaten heeft uitgeleend, acht de officier van justitie niet geloofwaardig, omdat er een aantal rapporten is waaruit blijkt dat er afbeeldingen zijn verstuurd vanaf het IP-adres van verdachte en omdat uit één van de meldingen (26 juli 2021) volgt dat het e-mailadres van verdachte is gebruikt. Daarnaast heeft verdachte pas ter zitting voor het eerst een naam genoemd van de persoon die zijn telefoons en tablet zou hebben geleend. Het verzoek tot aanhouding van de zaak voor nader onderzoek naar degene die de telefoons en tablet zou hebben geleend en naar de berichten hierover op de telefoon van de vader van verdachte, moet daarom worden afgewezen. Voor wat betreft de periode waarin het strafbare feit zou hebben plaatsgevonden, zoekt de officier van justitie aansluiting bij het ter zitting door haar overgelegde overzicht, waaruit blijkt op welke datum toegang is verschaft tot de in de tenlastelegging vermelde afbeeldingen. Een van die afbeeldingen was vrij toegankelijk en de overige stonden in de cache van de telefoon, waardoor het hoogstwaarschijnlijk is dat verdachte zich daartoe de toegang heeft verschaft. Het verspreiden van kinderpornografische afbeeldingen kan niet worden bewezen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging bepleit vrijspraak van het ten laste gelegde feit. Verdachte ontkent de afbeeldingen te hebben gedownload en ontkent dat hij ze heeft gezien. Verdachte heeft consistent verklaard dat hij zijn telefoons en tablet heeft uitgeleend, dat hij niet heeft gezocht naar kinderpornografische afbeeldingen en dat hij niet op het darkweb is geweest. Het aantal afbeeldingen dat vrij toegankelijk was, is zodanig klein dat deze kunnen worden gezien als bijvangst. Het grootste aantal afbeeldingen was niet vrij toegankelijk. Op grond van het dossier kan niet worden vastgesteld hoe de kinderpornografische afbeeldingen op de gegevensdragers van verdachte terecht zijn gekomen en evenmin dat verdachte daarvan op de hoogte was. Andere mensen hebben gebruik gemaakt van zijn telefoons en tablet, mogelijk ook in combinatie met zijn IP-adres. Het verspreiden van kinderpornografische afbeeldingen kan niet worden bewezen.
De verdediging doet een voorwaardelijk verzoek tot onderzoek naar de persoon die de telefoons en tablet van verdachte heeft geleend, te weten [naam01] , en naar de berichten die verdachte via de telefoon van zijn vader naar deze [naam01] heeft gestuurd. Hierdoor kan worden geverifieerd wanneer verdachte zijn gegevensdragers heeft uitgeleend. Dit onderzoek is noodzakelijk ter beantwoording van de vragen van 348 en 350 van het Wetboek van Strafvordering. In het geval van een bewezenverklaring, komt de verdediging tot dezelfde periode waarbinnen het strafbare feit zou zijn begaan als de officier van justitie.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
De bewijsmiddelen
De bewijsmiddelen zijn in bijlage II aan dit vonnis gehecht.
4.3.2
De bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs
Kinderpornografische afbeeldingen op gegevensdragers
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat de politie op 23 september 2021 en op 7 maart 2022 naar de woning van verdachte is gegaan in verband met onderzoek naar de vermoedelijke aanwezigheid van kinderpornografie op gegevensdragers in de woning. De aanleiding hiervoor was een aangifte van [naam02] dat zij via social media kinderpornografische afbeeldingen had ontvangen en een aantal Cybertip meldingsrapporten waaruit bleek dat er kinderpornografische afbeeldingen waren verstuurd, geüpload of verspreid via verschillende social media. Het IP-adres dat daarbij was gebruikt, stond op naam van verdachte. Op 23 september 2021 is een aantal gegevensdragers van verdachte in beslag genomen waaronder een mobiele telefoon en een tablet, beide van het merk Samsung. Op 7 maart 2022 is nog een gegevensdrager van verdachte in beslag genomen, te weten een mobiele telefoon van het merk Oppo. Op deze gegevensdragers zijn in totaal 1.223 afbeeldingen (1.222 foto’s en 1 video) aangetroffen die door de politie als kinderpornografisch zijn aangemerkt. Er is 1 video aangetroffen op de Samsung telefoon met het label accessible, 3 foto’s op de Samsung tablet met het label accessible en 1219 foto’s op de Oppo telefoon zonder label. Deze afbeeldingen stonden in de zogenaamde cache van de telefoon.
Wie is verantwoordelijk?
Gelet op de bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte degene is geweest door toedoen van wie de kinderpornografische afbeeldingen op zijn gegevensdragers terecht zijn gekomen. De rechtbank kent daarbij vooral gewicht toe aan de spontane verklaring van verdachte in aanwezigheid van de politie op 23 september 2021 dat hij kinderporno op zijn telefoon heeft gekeken, maar ook zijn verklaring bij de politie dat hij (onder meer) zocht naar pornografische afbeeldingen met de zoekterm “teenporn” en de omstandigheid dat op drie verschillende gegevensdragers van verdachte kinderpornografische afbeeldingen zijn aangetroffen.
Alternatief scenario en verzoek tot nader onderzoek
De verklaring van verdachte dat hij beide mobiele telefoons én zijn tablet meerdere malen en ook voor langere tijd heeft uitgeleend en dat de kinderpornografische afbeeldingen door toedoen van een ander op deze gegevensdragers terecht zijn gekomen, acht de rechtbank ongeloofwaardig. Daarbij betrekt de rechtbank de inconsistente verklaring van verdachte. Bij de politie heeft hij verklaard dat hij zijn telefoon telkens slechts enkele weken heeft uitgeleend, ter zitting verklaart hij dat hij beide telefoons en tablet onder meer gedurende een periode van ongeveer een half jaar heeft uitgeleend. Daarnaast heeft verdachte bij de politie geen naam of namen genoemd van degene(n) die zijn telefoons en/of tablet zou(den) hebben geleend. Pas op de zitting noemt verdachte een naam, zonder adres of andere contactgegevens. Ook acht de rechtbank het door verdachte aangedragen scenario niet geloofwaardig, omdat hij op 23 september 2021 spontaan heeft verklaard dat hij kinderporno heeft gekeken.
De rechtbank ziet geen noodzaak tot het heropenen van het onderzoek om [naam01] te horen en/of om onderzoek te doen naar de berichten op de telefoon van de vader van verdachte. De rechtbank acht zich door het dossier en het verhandelde ter terechtzitting voldoende voorgelicht en van de noodzakelijkheid van het gevraagde nadere onderzoek is haar daarom niet gebleken. Het voorwaardelijk verzoek van de raadvrouw wordt om die reden afgewezen.
Opzet
De rechtbank is van oordeel dat er bij verdachte sprake was van opzet op het downloaden van kinderpornografische afbeeldingen, gelet op zijn verklaring dat hij kinderporno heeft gekeken. Bij haar oordeel betrekt de rechtbank verder dat er relatief weinig legale pornografische afbeeldingen op de gegevensdragers zijn aangetroffen, waardoor niet aannemelijk is dat verdachte per ongeluk kinderporno heeft gedownload en/of dat deze afbeeldingen zogenaamde bijvangst waren bij zoekslagen naar legaal materiaal. Daarbij komt dat kinderpornografisch materiaal doorgaans niet via reguliere websites kan worden gevonden, maar dat dat enkel via het ‘darkweb’ lukt. Om daar toegang toe te krijgen zijn extra handelingen nodig. De rechtbank gaat er daarom vanuit dat verdachte bewust op zoek was naar kinderpornografisch materiaal. De zoekterm ‘teenporn’ die verdachte wel eens gebruikt heeft, ondersteunt dit naar het oordeel van de rechtbank.
Bezit / verwerven / toegang verschaffen
Ten aanzien van de 3 kinderpornografische afbeeldingen die zijn aangetroffen op de Samsung tablet en de kinderpornografische afbeelding (de video) die is aangetroffen op de Samsung telefoon van verdachte, geldt dat deze vrij toegankelijk waren. Gelet op hetgeen de rechtbank hiervoor heeft overwogen, namelijk dat de aangetroffen afbeeldingen door toedoen van verdachte op zijn telefoon terecht zijn gekomen, acht de rechtbank het niet geloofwaardig dat verdachte zich niet bewust is geweest van deze afbeeldingen. De rechtbank acht dus wettig en overtuigend bewezen dat verdachte deze afbeeldingen op enig moment in zijn bezit heeft gehad.
Ten aanzien van de 1219 kinderpornografische afbeeldingen die zijn aangetroffen op de Oppo telefoon, geldt dat deze werden aangetroffen op een bestandslocatie waar het
besturingssysteem Android de afbeeldingen van diverse apps tijdelijk opslaat (cache). Deze
cachebestanden zijn dus niet gemakkelijk voor de gebruiker te benaderen. Betreffende afbeeldingen geven wel een sterke indicatie dat de gebruiker de betreffende afbeeldingen op dat mobiele apparaat in bezit moet hebben gehad of zichzelf toegang daartoe heeft verschaft.
Gelet op hetgeen de rechtbank hiervoor heeft overwogen, namelijk dat de aangetroffen afbeeldingen door toedoen van verdachte op zijn telefoon terecht zijn gekomen, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich op enig moment daartoe de toegang heeft verschaft.
Verspreiden
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte kinderpornografische afbeeldingen heeft verspreid, omdat het dossier daarvoor onvoldoende bewijs bevat.
Pleegperiode en -plaats
Voor wat betreft de pleegperiode zoekt de rechtbank aansluiting bij het ter zitting door de officier van justitie verstrekte overzicht waaruit blijkt op welke datum toegang is verschaft tot de in de tenlastelegging vermelde afbeeldingen. Dit betreffen verschillende data in de periode van 26 juli 2021 tot en met 27 februari 2022. Ten aanzien van de op de Samsung telefoon aangetroffen video (met [bestandsnaam] ) geldt dat deze vrij toegankelijk was en zich op de telefoon bevond op het moment van inbeslagname, te weten op 23 september 2021, en dat verdachte de afbeelding op dat moment dus in zijn bezit had. Deze datum valt binnen voornoemde periode. De rechtbank kan niet vaststellen of verdachte zich (telkens) de toegang tot de afbeeldingen heeft verschaft in [woonplaats] , maar acht wel bewezen dat dit in Nederland is geweest, nu niet is gebleken dat verdachte in voornoemde periode (langere tijd) in het buitenland heeft verbleven.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de periode van 26 juli 2021 tot en met 27 februari 2022 in Nederland kinderpornografische afbeeldingen in zijn bezit heeft gehad en zich daartoe de toegang heeft verschaft.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
op tijdstippen in de periode van
26 juli 2021tot en met 27
februari 2022 in Nederland, meermalen telkens
afbeeldingen, te weten foto’s en
eenvideo, en gegevensdragers,
bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de
leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is
betrokken, in bezit heeft gehad en/of zich
daartoe door middel van een geautomatiseerd werk de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit:
het met de penis en/of vinger/hand en/of een voorwerp oraal en/of vaginaal en/of
anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18
jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de penis oraal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door
een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de vinger/hand en/of voorwerp vaginaal penetreren van het eigen lichaam
door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
602940bed29292f84392b24a0b964017ca38e93012b3adc4a04eb68c681cfdc1 (pag.
210 van het eindproces-verbaal)
1d76f6d989fd98b9e6e681698d2e597861104580f33684bc5be1b0735e0d8b12 (pag.
211 van het eindproces-verbaal)
558c6db3161 d39d 109ab993aa093c671958ce4d25fbc51527ef93bb387a333f9(pag.
212 van het eindproces-verbaal)
9c15df2bf4b3a252a30a8f06d893c4a7783418b929978aaa973a8d372e2815c4 (pag.
213 van het eindproces-verbaal)
ec5e754f9fbe7169843b169dd9f2bee4a7da52f841 ddbl 3efd2eae286b5d30de (pag.
214 van het eindproces-verbaal)
en/of
het met de penis en/of vinger/hand en/of mond/tong betasten en/of aanraken van
de geslachtsdelen en/of billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de
leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
02-201704-22/109188886-VB0101
en/of
het met de vinger/hand betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of billen
en/of borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd
van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de vinger/hand en/of een voorwerp betasten en/of aanraken de eigen
geslachtsdelen en/of billen en/of borsten door een persoon die kennelijk de leeftijd
van 18 jaar nog niet had bereikt
1.rar (pag. 209 van het eindproces-verbaal)
9d3fd6503854e80d5736d292366bb533d3a8b8fb63099888b658a0011e42f95b(pag.
211 van het eindproces-verbaal)
1d76f6d989fd98b9e6e681698d2e597861104580f33684bc5be1b0735e0d8b12(pag.
211 van het eindproces-verbaal)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk
de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of
opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of in een (erotisch getinte) houding
(op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon
zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar
kleding ontdoet
en/of (waarna) door de (onnatuurlijke) pose nadrukkelijk de (ontblote)
geslachtsdelen, borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden,
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft
en/of strekt tot seksuele prikkeling
1d76f6d989fd98b9e6e681698d2e597861104580f33684bc5be1b0735e0d8b12 (pag.
211 van het eindproces-verbaal)
9d3fd6503854e80d5736d292366bb533d3a8b8fb63099888b658a0011e42f95b (pag.
211 van het eindproces-verbaal)
fed4b16783454b337d4de39b098d1ceedab14f622df15ac3dcd45c96e146d462 (pag.
212 van het eindproces-verbaal)
84a6686fc8cc7535fb09c7811020b35a3f8833f02f0c56f6be8758223c7650f0 (pag. 213
van het eindproces-verbaal)
en/of
het spuiten van/zichtbaar maken van sperma op het lichaam van een persoon die
kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het houden van een penis dicht bij het lichaam van een persoon die kennelijk de
leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een
onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
-8183958609481354529.0 (pag. 210 van het eindproces-verbaal)
9d3fd6503854e80d5736d292366bb533d3a8b8fb63099888b658a0011e42f95b (pag.
211 van het eindproces-verbaal)
84a6686fc8cc7535fb09c7811020b35a3f8833f02f0c56f6be8758223c7650f0 (pag. 213
van het eindproces-verbaal)
9c15df2bf4b3a252a30a8f06d893c4a7783418b929978aaa973a8d372e2815c4 (pag.
213 van het eindproces-verbaal).
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Dit levert het in de beslissing genoemde strafbare feit op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf van 24 weken, waarvan 22 weken voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar en de door de reclassering geadviseerde voorwaarden, en een taakstraf van 200 uur, te vervangen door 100 dagen hechtenis als verdachte de taakstraf niet (goed) uitvoert. De officier van justitie gaat uit van een hoger recidiverisico dan de reclassering, gelet op de lange pleegperiode en de omstandigheid dat verdachte is doorgegaan nadat hij door de politie is geconfronteerd. Verder heeft zij bij haar eis rekening gehouden met de richtlijnen van het Openbaar Ministerie voor dergelijke feiten en het taakstrafverbod dat geldt. Tot slot heeft zij rekening gehouden met de omstandigheid dat het feit al een langere tijd geleden is gepleegd en met de verstandelijke beperking van verdachte.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging verzoekt de onvoorwaardelijke gevangenisstraf te beperken tot één dag, gelet op de kwetsbaarheid van verdachte, de problematiek die bij hem speelt volgens het reclasseringsrapport en zijn blanco strafblad. Verdachte is bereid zich aan alle voorwaarden te houden. De verdediging refereert zich aan het oordeel van de rechtbank voor wat betreft de hoogte van een eventuele taakstraf.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Ernst van het feit
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het zich de toegang verschaffen tot kinderpornografische afbeeldingen en het in bezit hebben daarvan. De kinderen op de aangetroffen beelden bestonden hoofdzakelijk uit meisjes in de leeftijd tussen de 4 en 14 jaar oud. Op veel afbeeldingen was sprake van seksuele handelingen bij en door minderjarigen. Verdachte heeft zich daarmee schuldig gemaakt aan een ernstige strafbaar feit. Door het bezit van kinderpornografisch materiaal wordt de productie daarvan gestimuleerd en in stand gehouden. Zonder vraag is er immers geen aanbod. De betrokken kinderen lopen vaak psychische schade op die gedurende lange tijd en niet zelden de rest van hun leven diepe sporen nalaat. Daarnaast is het erg moeilijk om eenmaal online geplaatste films en foto’s van het internet te laten verwijderen, waardoor deze kinderen hier ook op volwassen leeftijd nog mee geconfronteerd kunnen worden. Verdachte heeft als gebruiker van deze beelden een bijdrage geleverd aan deze gevolgen en is hier daarom mede verantwoordelijk voor. Dit rekent de rechtbank verdachte aan.
Persoonlijke omstandigheden
De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van verdachte, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit.
Verder heeft de rechtbank acht geslagen op het rapport van Reclassering Nederland (hierna: de reclassering) van 10 juli 2023. De reclassering kan, gelet op de ontkennende verklaring van verdachte, geen inschatting maken welke leefgebieden delictgerelateerd zijn en evenmin van het risico op recidive. Verdachte woont bij zijn vader, maar is voornemens om op korte termijn zelfstandig te gaan wonen. Hij heeft werk en staat onder bewind, waardoor er op dit moment sprake is van een stabiele financiële situatie. Hoewel de algemene leefgebieden stabiel lijken, is de reclassering van mening dat er sprake is van enige kwetsbaarheid op de verschillende leefgebieden. Verdachte werkt nog maar kort bij zijn huidige werkgever en het zelfstandig wonen zal een grote verandering met zich meebrengen. Daarnaast zijn er spanningen in de relatie met zijn ex-vriendin en heeft hij deels de zorg over zijn dochtertje (onder toezicht). Bij verdachte is sprake van ADHD en een verstandelijke beperking. Zijn draagkracht is erg laag. Mede daardoor ervaart hij snel stress en verhoogde stressgevoelens maken dat hij zich terugtrekt en afsluit van de buitenwereld. De reclassering vindt dit zorgelijk. Verder is hij ontvankelijk voor negatieve beïnvloeding van derden en lukt het hem niet om zich kritisch te verhouden tot zijn netwerk. Zijn vaardigheden om problemen op te lossen zijn beperkt ontwikkeld. Er is een zorgtraject uitgezet bij [zorgorganisatie] (organisatie voor begeleiding aan mensen met een beperking) om verdachte en zijn kindje te begeleiden. Het is zorgelijk dat vrijwel niemand in het netwerk bekend is met de verdenking tegen verdachte, omdat bekendheid een remmende of corrigerende werking kan hebben op ongewenst of grensoverschrijdend gedrag. Ondanks dat de reclassering weinig zicht heeft op de persoon en de achterliggende motieven van verdachte, worden wel criminogene factoren en kwetsbaarheden gezien waarvoor zorg nodig is. Dit wordt deels opgepakt door [zorgorganisatie] , maar het betreft geen gespecialiseerde zorg ten aanzien van zedenproblematiek. De reclassering opteert daarom voor een toezicht dan wel specialistische zorg (gericht op zeden en grenzen). De verwachting is dat de reclassering door reclasseringstoezicht en het langer volgen van verdachte een breder beeld krijgt van zijn handelen, activiteiten en sociaal netwerk waardoor er mogelijk meer zicht ontstaat op de manier waarop hij keuzes maakt en hoe hij zich verhoudt tot zijn sociaal netwerk en/of (partner- en ouder)relaties. De reclassering adviseert een (deels) voorwaardelijke straf met reclasseringstoezicht en met als bijzondere voorwaarden een meldplicht, ambulante behandeling door Forensische Zorg Zeeland of een soortgelijke zorgverlener en het vermijden van kinderporno, waarbij verdachte mee dient te werken aan controles van zijn gegevensdragers.
Strafmaat
De rechtbank stelt vast dat het taakstrafverbod (artikel 22b Sr) van toepassing is. Nu het in het bezit hebben van kinderporno en het zich daartoe de toegang verschaffen bewezenverklaard is, is de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf de enige passende optie. De rechtbank is van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de door verdachte gepleegde feiten ook geboden is, gelet op de oriëntatiepunten van de rechtbank en straffen die doorgaans voor dergelijke feiten worden opgelegd.
De rechtbank kent echter groot gewicht toe aan de persoonlijke omstandigheden van verdachte, in het bijzonder de omstandigheid dat hij een blanco strafblad heeft, verstandelijk beperkt is en dat hij een lage draagkracht heeft. Daarnaast houdt de rechtbank er in het voordeel van verdachte rekening mee dat de feiten van langer geleden zijn en dat hij al die tijd in onzekerheid heeft verkeerd over de afdoening van de strafzaak. Verder acht de rechtbank een forse voorwaardelijke straf noodzakelijk om verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen en om het opleggen van bijzondere voorwaarden mogelijk te maken. De rechtbank acht reclasseringstoezicht en behandeling voor verdachte van groot belang om het risico op recidive te beperken.
Alles afwegend zal de rechtbank aan verdachte een maximale taakstraf van 240 uur en een gevangenisstraf opleggen voor de duur van 90 dagen, waarvan 89 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Voor wat betreft de aan verdachte op te leggen voorwaarden volgt de rechtbank het advies van de reclassering. Zij zal aan verdachte reclasseringstoezicht opleggen en de verplichting om mee te werken aan een meldplicht, aan ambulante behandeling door Forensische Zorg Zeeland of een soortgelijke zorgverlener en de verplichting om kinderporno te vermijden, waarbij verdachte mee dient te werken aan controle op zijn gegevensdragers. De rechtbank zal de proeftijd op twee jaar bepalen.
Controle gegevensdragers
Over de geadviseerde bijzondere voorwaarde inhoudende de controle van de gegevensdragers, overweegt de rechtbank nog het volgende. Uit vaste rechtspraak volgt dat een dergelijke gedragsvoorwaarde, die ertoe strekt het toezicht op andere door de rechter gestelde voorwaarden mogelijk te maken of te bevorderen, kan worden gesteld. Daarbij geldt dat deze gedragsvoorwaarde voldoende precies geformuleerd moet worden en niet verder mag strekken dan voor het toezicht op de naleving van de andere bijzondere voorwaarden noodzakelijk is. De controle van geautomatiseerde werken en digitale gegevensdragers vormt een grote inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de gebruiker daarvan en de rechtbank moet hier rekening mee houden door de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer zo gedetailleerd te omschrijven dat deze niet verder gaat dan strikt noodzakelijk. Uit de voorwaarde moet in ieder geval blijken op welke wijze de controles van de gegevensdragers mogen worden uitgevoerd en hoe is gewaarborgd dat de persoonlijke levenssfeer niet verdergaand wordt beperkt dan nodig is voor het beoogde toezicht. Een gedragsvoorschrift mag niet geacht worden gedrag van de verdachte te omvatten dat in feite overeenkomt met het meewerken aan door de politie uit te oefenen veelomvattende en ingrijpende dwangmiddelen.
In dat kader zal de rechtbank verschillende voorwaarden/beperkingen verbinden aan de controles die ten behoeve van de gegevensdragers mogen worden uitgevoerd. Deze beperkingen hebben betrekking op de maximale hoeveelheid en frequentie van controles, de wijze waarop de controles worden en door wie de controles mogen worden uitgevoerd. Dit leidt tot de in het dictum onder het vierde sterretje geformuleerde bijzondere voorwaarde.

7.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d en 240b van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

8.De beslissing

De rechtbank:
Voorwaardelijk verzoek horen getuige / nader onderzoek
- wijst af het (voorwaardelijke) verzoek tot het horen als getuige van [naam01] en/of om onderzoek te doen naar de berichten op de telefoon van de vader van verdachte;
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd
van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk de toegang daartoe verschaffen, meermalen gepleegd,
en
een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk de toegang daartoe verschaffen, meermalen gepleegd;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 90 dagen, waarvan 89 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd de hierna vermelde voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte zich meldt op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig acht, waarbij de reclassering contact met verdachte zal opnemen voor de eerste afspraak;
* dat verdachte meewerkt aan onderzoek en (verdiepings-)diagnostiek en zich indien geïndiceerd laat behandelen door Forensische Zorg Zeeland (FZZ) of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start na intake/onderzoek en een positieve indicatiestelling. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
* dat verdachte vermijdt dat hij in aanraking komt met kinderpornografisch materiaal en vermijdt dat er kinderpornografisch materiaal op zijn digitale gegevensdragers komt. Verdachte onthoudt zich op welke wijze dan ook van het seksueel getint communiceren met minderjarigen, het bezoeken van een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen en het bezoeken van een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd. Verdachte bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen;
* dat verdachte, indien de reclassering dat nodig acht, meewerkt aan de controle van geautomatiseerde werken en digitale gegevensdragers ten behoeve van de hiervoor vermelde bijzondere voorwaarde (het vermijden van kinderporno) en meewerkt aan huisbezoeken om deze controles mogelijk te maken. Verdachte verschaft toegang tot alle aanwezige computers, smartphones en andere digitale gegevensdragers waarop afbeeldingen kunnen worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd. Verdachte verstrekt de wachtwoorden die nodig zijn voor deze controle. De controles vinden maximaal twee keer gedurende de proeftijd plaats. De controle is gericht op de vraag of verdachte kinderpornografisch materiaal vermijdt en strekt er niet toe een beeld te krijgen van het persoonlijke leven van verdachte. Het toezicht mag slechts op zodanige wijze worden uitgevoerd dat niet door een persoon kennis wordt genomen van de inhoud van afbeeldingen (geautomatiseerde controle is derhalve wel toegestaan). Ten behoeve van deze controle mag een deskundige (niet zijnde een opsporingsambtenaar) de reclassering (technische) ondersteuning bieden;
-
voorwaardendaarbij zijn:
* dat verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, medewerking verleent aan het nemen van vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage biedt;
* dat verdachte medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarde(n) en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- veroordeelt verdachte tot
een taakstraf van 240 uren;
- beveelt dat indien verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht,
vervangende hechteniszal worden toegepast van
120 dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.B. Scheltema Beduin, voorzitter, mr. J. Bergen en mr. C. Hofman, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E.J. van der Welle, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 26 juli 2023.
De oudste rechter, de jongste rechter en de griffier zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.