ECLI:NL:RBZWB:2023:5141

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
21 juli 2023
Publicatiedatum
21 juli 2023
Zaaknummer
02-800218-07
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling van een betrokkene met schizofrenie

Op 21 juli 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Breda uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een betrokkene, geboren in 1976, die momenteel verblijft in een kliniek. De officier van justitie had op 5 juni 2023 verzocht om verlenging van de tbs met twee jaar, gebaseerd op de voortgangsverslagen en een rapport van de tbs-instelling. De rechtbank constateert dat de betrokkene lijdt aan schizofrenie met een chronisch psychotisch toestandsbeeld, wat leidt tot een hoog risico op recidive zonder de huidige behandeling.

Tijdens de zitting op 7 juli 2021 is de betrokkene gehoord, evenals zijn raadsvrouw, mr. M. Timmermans-Roelands. De tbs-instelling adviseerde de verlenging van de tbs, gezien de aanhoudende ernstige psychische problemen en het gebrek aan ziektebesef. De rechtbank oordeelt dat de verlenging van de tbs noodzakelijk is voor de veiligheid van anderen en dat de betrokkene niet in staat is om zelfstandig in de maatschappij te functioneren. De rechtbank heeft de verlenging van de tbs met twee jaar toegewezen, waarbij de betrokkene zelf ook instemde met deze verlenging.

De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken. De griffier was niet in de gelegenheid om de beslissing mede te ondertekenen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02/800218-07
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 21 juli 2023
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van
[betrokkene]
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1976
thans verblijvende bij [kliniek 1] te [plaats]

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- de vordering van de officier van justitievan 5 juni 2023, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling (hierna tbs) met twee jaar;
- de voortgangsverslagen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van [betrokkene] ;
- het rapport van de [kliniek 2] van 15 mei 2023, waarin het advies van de inrichting is vermeld.

2.De procesgang

Bij beslissing van de meervoudige kamer te Breda van 10 juli 2007 is [betrokkene] (hierna: betrokkene), wegens overtreding van artikel 287 juncto artikel 45 van het Wetboek van Strafrecht, ontslagen van alle rechtsvervolging. Hij is daarnaast veroordeeld tot tbs met verpleging van overheidswege.
De rechtbank constateert dat het hier gaat om een misdrijf als bedoeld in artikel 38e, eerste
lid, van het Wetboek van Strafrecht.
De tbs is op 25 juli 2007 aangevangen en bij beslissing van 5 augustus 2021 verlengd voor
een termijn van twee jaren.
Tijdens het onderzoek ter openbare terechtzitting van de rechtbank van 7 juli 2021 is de
officier van justitie mr. I. Peters gehoord.
Tevens is betrokkene gehoord. Hij is digitaal bij de zitting aanwezig geweest. De raadsvrouw van betrokkende mr. M. Timmermans-Roelands, advocaat te Bergen op Zoom, was fysiek ter terechtzitting aanwezig en is gehoord.

3.Het advies van de tbs-instelling

De tbs-instelling heeft geadviseerd de tbs te verlengen met twee jaar. Bij betrokkene is
sprake van schizofrenie met een chronisch psychotisch toestandsbeeld. Ondanks de reeds langdurige behandeling en het inzetten van dwangmedicatie is nog altijd sprake van een ernstig psychotisch toestandsbeeld en afwezigheid van ziektebesef en -inzicht. De afgelopen jaren is sprake van het geleidelijk verslechteren van zowel het psychotisch als het somatisch toestandsbeeld ten gevolge van chronisch psychotische ontregeling. Gelet op de chronische problematiek en het behandelverloop tot op heden, is de prognose somber. Betrokkene zal naar verwachting altijd aangewezen blijven op intensieve zorg, ondersteuning en extern toezicht. Vooralsnog kan op basis van hetgeen hiervoor omschreven is, niet worden verwacht dat dit binnen twee jaar in een minder stringent kader vormgegeven kan worden. Betrokkene zal levenslang afhankelijk blijven van structuur, controle, begeleiding en ondersteuning uit zijn omgeving. Duidelijk is dat hij nimmer in staat zal zijn om (semi-)zelfstandig in de maatschappij te functioneren. In de meest positieve c.q. gunstige situatie zal betrokkene kunnen functíoneren in een gestructureerde longcare-setting binnen een forensisch kader, om uiteindelijk door te stromen naar een passende verblijfsplek in de reguliere psychiatrie. Nochtans kunnen er echter nog geen uitspraken worden gedaan tot welk beveiligingsniveau en in welk tempo (uiteindelijk) kan worden afgebouwd. Het risico op terugval in gewelddadig gedrag wordt zonder het huidige kader ingeschat als hoog.
Op zitting heeft de deskundige de inhoud van het rapport bevestigd.

4.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie is op zitting bij de vordering de tbs met twee jaar te verlengen gebleven.

5.Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft opgemerkt dat moet worden getracht betrokkene te bewegen tot het verkrijgen en nemen van verlof, maar heeft zich voor de verlenging van de tbs met twee jaar gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

6.Het oordeel van de rechtbank

De tbs kan slechts worden verlengd indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene
veiligheid van personen de verlenging van de tbs eist. Het recidivegevaar moet nog
aanwezig zijn en dient voort te vloeien uit een ziekelijke stoornis en/of een gebrekkige
ontwikkeling van de geestvermogens. Gelet op de adviezen van de tbs-instelling is
gebleken dat bij betrokkene nog altijd sprake is van een ziekelijke stoornis, namelijk schizofrenie met een chronisch psychotisch toestandsbeeld. De rechtbank stelt vast dat uit dit rapport en hetgeen ter zitting is besproken blijkt dat op dit moment een behandeling binnen een klinische setting noodzakelijk is om het risico op gevaar te beperken. Het risico op recidive voortvloeiend uit de stoornis bij beëindiging van de tbs wordt ingeschat als hoog. Aan het voornoemde criterium is dan ook voldaan.
De rechtbank constateert dat de deskundigen van mening zijn dat betrokkene in het meest gunstige geval zal kunnen functioneren in een gestructureerde longcare-setting binnen een forensisch kader, om uiteindelijk door te stromen naar een passende verblijfsplek in de reguliere psychiatrie. Hoeveel tijd het kost om die doorstroom naar de reguliere psychiatrie te realiseren is echter nog niet bekend. De rechtbank maakt deze conclusies de hare en is van oordeel dat voor de voorbereiding op een eventuele doorstroom in ieder geval twee jaar nodig is. Desgevraagd heeft betrokkene zelf ook aangegeven dat hij verlenging met twee jaar goed vindt en dat hij nu op zijn plek zit.
Gelet op hetgeen hierboven is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat de tbs met verpleging van overheidswege van [betrokkene] moet worden verlengd met twee jaar.

7.De beslissing.

De rechtbank
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van
[betrokkene]met
twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. W.A.H.A. Schnitzler-Strijbos, voorzitter, mr. R.J.H. de Brouwer en mr. C. Hofman, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. R.M. Heitzman en is uitgesproken ter openbare zitting op 21 juli 2023.
De griffier is niet in de gelegenheid deze beslissing mede te ondertekenen.