Op 21 juli 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van bedreiging met zware mishandeling en mishandeling. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 7 juli 2023, waarbij de officier van justitie, mr. M. van Leeuwen, en de verdediging hun standpunten naar voren brachten. De rechtbank oordeelde dat de verdachte op 15 maart 2021 in Oudenbosch samen met anderen de aangever, [slachtoffer01], heeft bedreigd. Dit gebeurde door het sturen van een digitaal bericht en door de aangever te beletten verder te rijden met zijn auto. De rechtbank baseerde haar oordeel op camerabeelden en verklaringen van getuigen, die bevestigden dat de verdachte en zijn mededaders zich bedreigend opstelden. De rechtbank achtte de bedreiging wettig en overtuigend bewezen, mede door het gebruik van een lachgastank door de verdachte.
Echter, voor de tweede tenlastelegging van mishandeling was er onvoldoende bewijs. De rechtbank oordeelde dat de verklaring van de aangever niet voldoende steun vond in andere bewijsmiddelen, waardoor de verdachte voor dit feit werd vrijgesproken. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 100 dagen, gelijk aan het voorarrest van de verdachte, en besloot dat de voorwaardelijke straf van 3 maanden, opgelegd in een eerdere zaak, ten uitvoer moest worden gelegd. De rechtbank concludeerde dat de verdachte zich opnieuw als een gangster had gedragen, ondanks eerdere straffen, en dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf de enige passende reactie was.