In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van de aanvraag om een WIA-uitkering door het UWV. De aanvraag werd afgewezen omdat eiseres minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. Het UWV had op 16 februari 2021 de aanvraag afgewezen en dit besluit bleef in stand na het bezwaar van eiseres op 31 december 2021. De rechtbank heeft geen zitting gehouden, omdat partijen daarmee instemden.
De rechtbank beoordeelt de afwijzing van de WIA-aanvraag aan de hand van de arbeidskundige beroepsgrond van eiseres. Eiseres heeft geen beroepsgronden aangevoerd tegen het medische oordeel van de verzekeringsarts. De rechtbank concludeert dat het UWV terecht de functie archiefmedewerker (SBC-code 315132) heeft gebruikt voor de berekening van het arbeidsongeschiktheidspercentage. Eiseres betoogde dat deze functie niet had mogen worden gebruikt, maar de rechtbank oordeelt dat de arbeidsdeskundige de functie medewerker beheer binnen dezelfde SBC-code correct heeft geselecteerd.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat het UWV de aanvraag om een WIA-uitkering terecht heeft afgewezen. Wel moet het UWV het griffierecht van € 50,- aan eiseres vergoeden en een proceskostenvergoeding van € 837,- betalen, omdat het besluit van 31 december 2021 pas in beroep voldoende gemotiveerd was. De rechtbank wijst erop dat er geen aanleiding is voor vergoeding van de kosten van de bezwaarprocedure, omdat het bestreden besluit niet is herroepen.