10.De beslissing
-
spreekt verdachte vrijvan de onder feit 1 impliciet primair ten laste gelegde poging tot doodslag;
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1: Impliciet subsidiair: Poging tot zware mishandeling;
feit 2:Opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat aan een ander toebehoort vernielen;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot
een jeugddetentie van 180 dagen, waarvan 151 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar;
- bepaalt dat deze jeugddetentie niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd na te melden voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte zich tijdens de proeftijd moet gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen die worden gegeven door of namens de jeugdreclassering uit te voeren door de William Schrikker Stichting als gecertificeerde instelling;
* dat verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
* dat verdachte medewerking zal verlenen aan het jeugdreclasseringstoezicht, de medewerking van huisbezoeken en het zich melden bij de jeugdreclassering zo vaak en zolang als de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
* dat verdachte op geen enkele wijze - direct of indirect - contact heeft of zoekt met de heer [slachtoffer 1] en de medeverdachten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] ;
* dat verdachte zich zal inspannen voor het vinden dan wel behouden van betaald werk, een opleiding en/of dagbesteding, met een vaste structuur. Er zal met verdachte een plan voor dagbesteding worden opgesteld waaraan hij zich dient te houden;
* dat verdachte zich niet vestigt op een ander adres dan het adres van zijn ouders, zonder toestemming van de jeugdreclassering. Wanneer verdachte het ouderlijk huis wenst te verlaten, zal samen met de jeugdreclassering gekeken worden naar een passende woonvoorziening waar sprake is van voldoende structuur en begeleiding;
* dat verdachte openheid geeft over zijn sociaal netwerk en zijn activiteiten buitenshuis, zodat hier door de jeugdreclassering zicht op gehouden kan worden;
- draagt deze gecertificeerde instelling op toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde jeugddetentie;
- bepaalt dat de aan de voorwaardelijke straf verbonden voorwaarden en het op de naleving van die voorwaarden uit te oefenen jeugdreclasseringstoezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn;
- veroordeelt verdachte tot
een leerstraf, te weten So Cool van 50 uren;
- beveelt dat indien verdachte de leerstraf niet naar behoren verricht,
vervangende jeugddetentiezal worden toegepast van
25 dagen;
Vordering tenuitvoerlegging
- gelast dat de voorwaardelijke straf die bij vonnis d.d. 21 juni 2021 is opgelegd in de zaak onder parketnummer 02-099078-21
ten uitvoer zal worden gelegd, te weten
een werkstraf van 50 uren;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] van € 175,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 april 2022 tot de dag van volledige betaling;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het [slachtoffer 2] (feit 2), € 175,- te betalen;
- bepaalt dat bij niet betaling
0 dagengijzeling kan worden toegepast;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- heft het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.H.M. Pooyé, voorzitter, mr. T.M. Brouwer en mr. W. Toekoen (tevens kinderrechter), rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.R. Tafazzul, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 18 juli 2023.
De voorzitter en mr. W. Toekoen zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.