ECLI:NL:RBZWB:2023:5035
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag EU-certificaat voor bewerkte slagtand van olifant
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een EU-certificaat voor een bewerkte slagtand van een olifant (Loxodonta africana). De minister voor Natuur en Stikstof heeft deze aanvraag afgewezen met een besluit van 31 maart 2022, en het bezwaar van eiser is bij het bestreden besluit van 28 juli 2022 eveneens afgewezen. De rechtbank heeft het beroep op 17 mei 2023 behandeld, waarbij eiser en zijn partner aanwezig waren, evenals een vertegenwoordiger van de minister. De rechtbank heeft na sluiting van het onderzoek op zitting aangekondigd binnen zes weken uitspraak te doen, maar deze termijn niet gehaald en partijen later geïnformeerd dat de uitspraak zes weken later zou volgen.
De rechtbank beoordeelt of de minister de aanvraag van eiser op goede gronden heeft afgewezen. De minister heeft het bestreden besluit genomen op basis van de CITES-Basisverordening en de Wet natuurbescherming, en stelt dat eiser de slagtand niet rechtmatig heeft ingevoerd, omdat hij niet kan aantonen dat hij beschikt over de benodigde vergunningen. Eiser, die antiquair is, voert aan dat de slagtand een antiek stuk is dat hij in 1993 vanuit Zuid-Afrika naar Nederland heeft meegenomen. Hij stelt dat het stuk voor 1947 is vervaardigd en dat het bezit en de verkoop van decoratief ivoor destijds niet verboden waren.
De rechtbank concludeert dat eiser de slagtand heeft ingevoerd zonder de vereiste invoervergunning. De minister heeft zijn standpunt voldoende onderbouwd door te verwijzen naar de geldende regelgeving ten tijde van de verhuizing van eiser. De rechtbank oordeelt dat het woord van eiser niet voldoende is voor het verstrekken van een EU-certificaat, vooral gezien de strenge regelgeving binnen de EU met betrekking tot de handel in olifantenivoor. De rechtbank komt tot de conclusie dat de minister terecht heeft geweigerd het EU-certificaat af te geven, en verklaart het beroep ongegrond. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.