In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 juli 2023, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor het jaar 2018 beoordeeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de belanghebbende niet is verschenen op de zitting, ondanks een correcte uitnodiging. De rechtbank concludeert dat het beroep niet-ontvankelijk is, omdat de belanghebbende geen gronden heeft ingediend tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 6 juli 2021. Daarnaast is de rechtbank onbevoegd om te oordelen over de brief van de ontvanger van de belastingdienst van 19 juli 2021, aangezien deze beslissing niet onder de bevoegdheid van de belastingrechter valt. De rechtbank heeft belanghebbende verzocht om verduidelijking van haar beroepsgronden, maar zij heeft hierop niet adequaat gereageerd. De rechtbank oordeelt dat het beroep niet inhoudelijk kan worden beoordeeld en dat de procedure beëindigd wordt zonder terugbetaling van griffierecht of vergoeding van proceskosten.