ECLI:NL:RBZWB:2023:5024
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzuimboeten wegens niet tijdig doen van aangifte inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen; beroep op vertrouwensbeginsel en afwezigheid van alle schuld
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 juli 2023, worden de beroepen van de belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst behandeld. De inspecteur had aan de belanghebbende voor de jaren 2018 en 2019 aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen opgelegd, alsook verzuimboeten wegens het niet tijdig indienen van de aangiften. De rechtbank oordeelt dat de verzuimboeten terecht zijn opgelegd en dat het beroep van de belanghebbende op het vertrouwensbeginsel niet slaagt. De rechtbank concludeert dat de belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij door de Belastingdienst in de veronderstelling is gebracht dat hij geen aangifte hoefde te doen. Bovendien is de rechtbank van oordeel dat de omstandigheden die de belanghebbende aanvoert, zoals de ziekte van zijn vrouw en het overlijden van zijn belastingadviseur, niet leiden tot de conclusie dat er sprake is van afwezigheid van alle schuld. De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond, waardoor de uitspraken op bezwaar en de verzuimboeten in stand blijven.