ECLI:NL:RBZWB:2023:4993

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
28 juni 2023
Publicatiedatum
14 juli 2023
Zaaknummer
10189973 CV EXPL 22-3268 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Van der Burgt
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van facturen in het kader van een overeenkomst van opdracht

In de onderhavige zaak vordert InnoTractor B.V. betaling van een factuur van € 12.100,00 van gedaagde, die erkent een overeenkomst van opdracht te hebben gesloten. De vordering is gebaseerd op een projectofferte voor het ontwikkelen van software en bijbehorende diensten, waarvoor gedaagde akkoord heeft gegeven. Ondanks herhaalde aanmaningen is de factuur onbetaald gebleven. De kantonrechter heeft vastgesteld dat gedaagde zijn betalingsverplichting niet is nagekomen en heeft de vordering van InnoTractor toegewezen, met een betalingstermijn van veertien dagen na de uitspraak. De kantonrechter heeft ook de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten afgewezen, omdat InnoTractor geen aanmaning heeft gestuurd die voldoet aan de wettelijke eisen. De wettelijke rente is toegewezen vanaf de vervaldatum van de factuur, en gedaagde is veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 28 juni 2023.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Bergen op Zoom
Zaaknummer: 10189973 CV EXPL 22-3268
Vonnis van 28 juni 2023
in de zaak van
INNOTRACTOR B.V.,
te Tilburg,
eisende partij,
hierna te noemen: InnoTractor,
gemachtigde: mr. J.F.M. Heuvelmans,
tegen
[gedaagde01],
te [plaats01] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde01] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 14 december 2022;
- de akte in het geding brengen stukken van de zijde van InnoTractor met producties 11 tot en met 16;
- het bericht van de zijde van [gedaagde01] ;
- de aantekeningen van de griffier van de op 15 mei 2023 gehouden mondelinge behandeling, inclusief de door mr. K.C.M. van der Meule namens InnoTractor overgelegde en voorgedragen spreekaantekeningen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
InnoTractor is een onderneming die zich (onder andere) bezighoudt met dienstverlenende activiteiten, zowel advisering als ondersteuning op het gebied van informatietechnologie.
2.2.
Op 27 april 2021 heeft InnoTractor een projectofferte uitgebracht voor het ontwikkelen van de SETCH communication Firmware, het SETCH device met bijbehorende Cloud platform en de operatie van de SETCH dienst.
2.3.
[gedaagde01] heeft op 5 mei 2021 per mail zijn akkoord gegeven op de offerte.
2.4.
In de projectovereenkomst van 21 juni 2021 is in artikel 4.1. het volgende bepaald:
“(…)
ARTIKEL 4 – Vergoeding, prijzen en betalingsvoorwaarden
4.1.
De werkzaamheden worden door Leverancier uitgevoerd tegen de in Bijlage 1 en 2 genoemde prijzen. Indien er geen separaat uurtarief in Bijlage 1 of 2 is opgenomen, gelden de uurtarieven opgenomen in Bijlage 3.
(…)”
2.5.
In Bijlage 2 van de projectovereenkomst is het volgende schema opgenomen:
“(…)
Betalingsvoorwaarden en -schema
De projectkosten en facturering zijn als volgt opgebouwd:
Sprint 1 : 10.000 EURO
Sprint 2 : 10.000 EURO
Sprint 3 : 10.000 EURO
Sprint 4, na UAT en acceptatie : 10.000 EURO
(…)”
2.6.
InnoTractor heeft werkzaamheden uitgevoerd en op 23 mei 2021 een factuur gestuurd naar: ‘RJDE Holding B.V. t.a.v. [naam01] ’
- factuur € 12.100,00 (Setch pilot opzet Orbitz device).
2.7.
Ondanks aanmaningen en pogingen om tot een betalingsregeling te komen is de factuur onbetaald gebleven.

3.Het geschil

3.1.
InnoTractor vordert bij vonnis - samengevat -, uitvoerbaar bij voorraad:
- [gedaagde01] te veroordelen om aan InnoTractor te betalen een bedrag van
€ 14.287,66 binnen 7 dagen na dagtekening van dit vonnis, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over de hoofdsom van € 12.100,00 vanaf 4 oktober 2022;
- [gedaagde01] te veroordelen in de proceskosten waaronder de nakosten, te voldoen binnen 7 dagen na dagtekening van dit vonnis, en indien geen voldoening plaatsvindt binnen deze termijn, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
InnoTractor legt aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagde01] zijn betalingsverplichting die voortvloeit uit de tussen partijen gesloten overeenkomst van opdracht niet is nagekomen. Omdat [gedaagde01] door de tekortkoming in de nakoming van zijn betalingsverplichting in verzuim is geraakt, vordert InnoTractor wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten.
3.3.
[gedaagde01] erkent dat hij met InnoTractor een overeenkomst heeft gesloten. Hij is akkoord gegaan met de door InnoTractor uitgebrachte offerte. InnoTractor heeft geen inzicht gegeven in de uitgevoerde werkzaamheden en de kosten die zijn gemaakt. [gedaagde01] is bereid de helft van het factuurbedrag te betalen omdat naar zijn mening hij en InnoTractor het project gezamenlijk zouden opstarten. Hij betwist de wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten. Deze kosten zijn volgens hem onnodig gemaakt.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Ter zitting is komen vast te staan dat InnoTractor met [gedaagde01] privé de overeenkomst van opdracht heeft gesloten. Daarnaast heeft [gedaagde01] erkend dat hij akkoord is gegaan met de genoemde kosten die zijn opgenomen in bijlage 2 van de projectovereenkomst. Bovendien heeft [gedaagde01] ter zitting weliswaar aangevoerd dat beide partijen een andere perceptie hadden over het al dan niet gezamenlijk oppakken van het project maar heeft hij erkend dat hij de kosten voor [adres01] van € 12.100,00 (inclusief btw) moet betalen. Dit bedrag wordt dan ook door de kantonrechter toegewezen. De kantonrechter ziet evenwel aanleiding om de betalingstermijn te stellen op veertien dagen na de datum van dit vonnis. InnoTractor heeft niet onderbouwd gesteld waarom een kortere betalingstermijn noodzakelijk zou zijn.
4.2.
InnoTractor vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. InnoTractor heeft aan [gedaagde01] geen aanmaning gestuurd die voldoet aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW zodat de vordering wordt afgewezen.
4.3.
Nu [gedaagde01] wordt veroordeeld tot betaling van de gevorderde hoofdsom gaat de kantonrechter voorbij aan het standpunt van [gedaagde01] dat InnoTractor onnodig rente heeft gevorderd. InnoTractor vordert betaling van de hoofdsom vermeerderd met wettelijke handelsrente. Omdat [gedaagde01] in privé handelde, is geen sprake van een handelsovereenkomst in de zin van artikel 6:119a BW, zodat de gevorderde handelsrente niet toewijsbaar is. In plaats daarvan zal de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW worden toegewezen vanaf 13 juni 2021 (de vervaldatum van de factuur).
4.4.
[gedaagde01] is de partij die ongelijk krijgt en hij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van InnoTractor als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
107,22
- griffierecht
1.384,00
- salaris gemachtigde
792,00
(2,00 punten × € 396,00)
totaal
2.283,22
De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar zoals in het dictum vermeld.
4.5.
De nakosten worden begroot op € 132,00 (een half salarispunt met een maximum van € 132,00) onder de voorwaarde dat niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan dit vonnis is voldaan. Dit bedrag wordt vermeerderd met de betekeningskosten van het vonnis indien het vonnis na de hiervoor genoemde termijn is betekend. De wettelijke rente over het bedrag van € 132,00 zal vanaf de vijftiende dag na aanschrijving door InnoTractor zijn verschuldigd en de wettelijke rente over de explootkosten zal vanaf de vijftiende dag na betekening van het vonnis zijn verschuldigd.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde01] om, binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis, aan InnoTractor te betalen een bedrag van € 12.100,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 13 juni 2021 tot de dag van volledige betaling;
5.2.
veroordeelt [gedaagde01] in de proceskosten, aan de zijde van InnoTractor tot dit vonnis vastgesteld op € 2.283,22, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van deze uitspraak tot de dag van volledige betaling;
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Van der Burgt en in het openbaar uitgesproken op 28 juni 2023.