ECLI:NL:RBZWB:2023:4976

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
28 juni 2023
Publicatiedatum
14 juli 2023
Zaaknummer
10306435 CV EXPL 23-257 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Eijssen-Vruwink
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een zorgfactuur en de gevolgen van een betaalregeling

In deze civiele zaak, behandeld door de Kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, vordert Infomedics B.V. betaling van een onbetaalde zorgfactuur van € 106,- van gedaagde, die deze factuur onbetaald heeft gelaten. De factuur betreft een consultbehandeling die op 30 juni 2022 heeft plaatsgevonden. Gedaagde heeft aangevoerd dat hij een aantal behandelingen heeft ondergaan, waarvan één een kosteloze intake zou zijn, en dat hij in financiële problemen verkeert. Hij heeft een betaalregeling getroffen, maar deze is niet voor de onderhavige factuur van toepassing. Infomedics heeft de vordering gemotiveerd betwist en stelt dat de factuur opeisbaar is.

De kantonrechter oordeelt dat de discussie over de kosteloosheid van de intake niet relevant is voor de vordering, aangezien deze niet over de intake gaat, maar over de behandeling op 30 juni 2022. Gedaagde heeft niet weersproken dat hij deze behandeling heeft gehad en is daarom verplicht te betalen. De kantonrechter wijst erop dat de persoonlijke omstandigheden van gedaagde niet ten laste van Infomedics komen. De vordering is dus toewijsbaar, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten.

Uiteindelijk wordt gedaagde veroordeeld tot betaling van € 96,80, vermeerderd met wettelijke rente over een bedrag van € 56,- vanaf 27 december 2022, en in de proceskosten van Infomedics, die zijn vastgesteld op € 294,41. Dit vonnis is uitgesproken op 28 juni 2023.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: 10306435 \\ CV EXPL 23-257
Vonnis van 28 juni 2023
in de zaak van
INFOMEDICS B.V., M.H.O.D.N. INFOMEDICS FACTORING, UWNOTA.NL, DFA SERVICES EN INFOMEDICS DFA,
te Almere,
eisende partij,
hierna te noemen: Infomedics,
gemachtigde: [naam01] ,
tegen
[gedaagde01],
te [plaats01] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde01] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de akte van Infomedics
- de akte van [gedaagde01] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde01] heeft een aantal behandelingen gehad van een medisch zorgverlener. De zorgverlener heeft voor een consultbehandeling op 30 juni 2022 een factuur gestuurd naar [gedaagde01] ter hoogte van € 106,-. [gedaagde01] heeft deze factuur onbetaald gelaten. Op grond van een juridische constructie (waaronder kort gezegd een driepartijenovereenkomst, cessie en een overeenkomst van lastgeving) incasseert Infomedics vorderingen in opdracht van de zorgverlener.

3.Het geschil

3.1.
Infomedics vordert - samengevat - veroordeling van [gedaagde01] tot betaling van € 96,80, vermeerderd met de wettelijke rente over € 56,- vanaf 27 december 2022 tot het moment dat de vordering helemaal is betaald, met veroordeling van [gedaagde01] in de proceskosten.
3.2.
[gedaagde01] voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Infomedics legt aan haar vordering – samengevat – ten grondslag dat [gedaagde01] de factuur van de zorgverlener voor de behandeling op 30 juni 2022 ter hoogte van € 106,- ten onrechte onbetaald heeft gelaten. Zij vordert daarom betaling van de factuur, vermeerderd met rente en kosten, verminderd met de € 50,- die [gedaagde01] al heeft betaald.
4.2.
[gedaagde01] voert als verweer – samengevat – het volgende aan. Hij heeft vier sessies bij de zorgverlener gehad, waarvan er één een intake was. Aan hem was beloofd dat de intake kosteloos zou zijn, dit staat ook op de website van de arts. Door (persoonlijke) omstandigheden is hij in de financiële moeilijkheden gekomen. Hij had een betaalregeling getroffen, maar de vordering is desondanks toch overgedragen aan een incassobureau. Daarbij is er per sessie € 40,- aan incassokosten gerekend. Daar is hij het niet mee eens. Hij vraagt om een gezamenlijke behandeling van alle facturen in één procedure.
4.3.
De kantonrechter beslist dat [gedaagde01] de vordering in deze procedure moet betalen en legt hieronder uit waarom. De discussie die partijen hebben over de vraag of de intakebehandeling helemaal of slechts een gedeelte kosteloos was, is in deze procedure niet belangrijk. Infomedics heeft immers in haar akte uitgelegd dat deze vordering niet gaat over de intakebehandeling, maar over een behandeling op 30 juni 2022. Dit wordt ook niet door [gedaagde01] weersproken en [gedaagde01] heeft ook niet weersproken dat hij deze behandeling heeft gehad. [gedaagde01] moet dan ook voor deze behandeling betalen. Dat [gedaagde01] door (persoonlijke) omstandigheden betaalproblemen heeft gekregen, betreurt de kantonrechter. Deze omstandigheden komen echter wel voor risico en rekening van [gedaagde01] , niet van Infomedics.
4.4.
Het kan voorts zo zijn dat een vordering – juridisch gezegd – nog niet opeisbaar is, bijvoorbeeld als er een betaalregeling is getroffen, die juist wordt nagekomen. Infomedics heeft het verweer van [gedaagde01] dat er een betaalregeling is getroffen, echter gemotiveerd weersproken. Infomedics heeft daarbij uitgelegd dat er een betaalregeling is getroffen voor andere facturen, maar niet voor deze factuur. Dit betekent dat de vordering voor wat betreft deze factuur opeisbaar is en [gedaagde01] deze factuur dan ook moet betalen. Daarbij wordt opgemerkt dat Infomedics niet verplicht is om alle of meerdere facturen van [gedaagde01] te betrekken bij een procedure, zij mag er voor kiezen om voor één (opeisbare) factuur te procederen.
4.5.
Aangezien [gedaagde01] niet tijdig de factuur heeft betaald, is hij de gevorderde wettelijke rente hierover verschuldigd. Deze bedraagt tot 27 december 2022 een bedrag van € 0,80. Aangezien [gedaagde01] een bedrag van € 50,- heeft betaald, is de wettelijke rente vanaf 27 december 2022 toewijsbaar over een resterend bedrag van € 56,- tot aan het moment dat de vordering is betaald.
4.6.
Infomedics vordert ook een vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten ter hoogte van € 40,-. Infomedics heeft aan [gedaagde01] een aanmaning gestuurd die voldoet aan de eisen van de wet (artikel 6:96 lid 6 BW). De hoogte van de vordering wordt daarbij getoetst aan het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). De gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is niet hoger dan het tarief dat in het Besluit is bepaald. Daarom wordt € 40,00 toegewezen. Het verweer van [gedaagde01] tegen de buitengerechtelijke incassokosten omdat er een betaalregeling zou zijn gesloten, slaagt in dit geval niet. Zoals hiervoor al is overwogen, is voldoende gemotiveerd uitgelegd door Infomedics dat er voor deze factuur geen betaalregeling was gesloten. Daarbij maakt ook de (enkele) opmerking van [gedaagde01] , dat er voor iedere behandeling € 40,- aan buitengerechtelijke incassokosten is gerekend, wat daar ook van zij, de beslissing van de kantonrechter niet anders. De kantonrechter kan alleen beslissen over de in deze procedure gevorderde kosten.
4.7.
Uit het voorgaande volgt dat in totaal het volgende bedrag wordt toegewezen:
- hoofdsom
106,00
- rente
0,80
- buitengerechtelijke incassokosten
40,00
+
totaal
146,80
- betalingen
50,00
-/-
Totaal
96,80
4.8.
[gedaagde01] is de partij die ongelijk krijgt en hij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van Infomedics als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
107,91
- griffierecht
128,00
- salaris gemachtigde
58,50
(1,5 punten × € 39,00)
Totaal
294,41
5. De beslissing
De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde01] om aan Infomedics te betalen een bedrag van € 96,80, te vermeerderen met de wettelijke rente (als bedoeld in artikel 6:119 BW) over een bedrag van € 56,00, met ingang van 27 december 2022 tot de dag dat volledig is betaald,
5.2.
veroordeelt [gedaagde01] in de proceskosten, aan de zijde van Infomedics tot dit vonnis vastgesteld op € 294,41,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Eijssen-Vruwink en in het openbaar uitgesproken op 28 juni 2023.