Uitspraak
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 27 maart 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, is er een geschil ontstaan tussen Village Scaldia Beheer B.V. en een Belgische gedaagde over de betaling van parkbijdragen na de verkoop van een vakantiewoning. De gedaagde, eigenaar van de woning op Kustpark Village Scaldia, had de parkbijdrage van € 1.210,01 niet voldaan en had geprobeerd deze betaling op te schorten en te verrekenen met vermeende schade. Village Scaldia vorderde betaling van het openstaande bedrag, terwijl de gedaagde in reconventie schadevergoeding eiste van € 5.100,00 wegens onrechtmatig handelen van het bestuur van Village Scaldia met betrekking tot het waterpeil in het vakantiepark.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is op basis van de locatie van het onroerend goed en dat Nederlands recht van toepassing is. De rechter oordeelde dat de gedaagde erkende dat hij de parkbijdrage verschuldigd was en dat deze via de notaris was voldaan bij de verkoop van de woning. Hierdoor kon de gedaagde zich niet langer beroepen op opschorting of verrekening. De vordering van Village Scaldia werd toegewezen, met een veroordeling tot betaling van € 108,32 en de proceskosten.
De vordering in reconventie van de gedaagde werd afgewezen, omdat deze niet voldoende onderbouwd was. De rechter oordeelde dat de gedaagde in de proceskosten werd veroordeeld, aangezien hij ongelijk kreeg in de conventionele vordering. Het vonnis werd uitgesproken op 26 april 2023.