6.3Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de strafmaat houdt de rechtbank rekening met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte.
De ernst en impact van de feiten
Verdachte heeft zich samen met twee medeverdachten schuldig gemaakt aan een diefstal met geweld en bedreiging met geweld en een poging afpersing. Uit de aangiften blijkt dat de slachtoffers erg bang zijn geweest. Verdachte was uit op snel geld en heeft daarbij gehandeld zonder rekening te houden met de gevolgen voor de slachtoffers. En die gevolgen zijn fors, zo blijkt ook uit de vordering benadeelde partij van [slachtoffer01] . Zelfs tot op de dag van vandaag ervaart [slachtoffer01] angst als hij een groepje jongens ziet. Verdachte en medeverdachten hebben bij de slachtoffers een stuk levensvreugde weggenomen, en dit allemaal voor hun eigen financieel gewin. De rechtbank rekent verdachte dit zwaar aan. Verder hebben dit soort feiten een grote impact op de gevoelens van onveiligheid in de maatschappij. Ook dit wordt verdachte aangerekend.
De persoon van verdachte
Bij de bepaling van de aan verdachte op te leggen straf zal de rechtbank, naast de ernst van de feiten, ook rekening houden met het gegeven dat verdachte eerder is veroordeeld voor het plegen van een strafbaar feit.
Daarnaast houdt de rechtbank bij de strafoplegging rekening met het advies, zoals vermeld in de op 3 november 2022 uitgebrachte rapportage, van de Raad. De Raad is niet in staat geweest om dit advies te actualiseren, omdat verdachte spoorloos was. De rechtbank beseft dat het rapport en ook het hierna te noemen rapport van de psycholoog enigszins gedateerd zijn. Beide rapporten zijn echter opgemaakt met het doel om de rechtbank te informeren over de persoon en over de psychische gesteldheid van verdachte en zijn daarmee relevant te achten. Het is bovendien verdachte niet aan te rekenen dat de mondelinge behandeling niet eerder heeft plaats kunnen vinden. Nu de inhoud van de rapporten in het voordeel van verdachte meewegen, zal de rechtbank het advies van de Raad en de conclusies van de psycholoog betrekken in de overwegingen van de strafmaat.
De Raad adviseert verdachte een onvoorwaardelijke taakstraf in de vorm van een leerstraf, zijnde Tools4U Regulier Plus, een voorwaardelijke taakstraf in de vorm van een werkstraf met een proeftijd van twee jaar onder de algemene voorwaarden en de bijzondere voorwaarden:
- verdachte wordt opgenomen in een zorginstelling, te weten [zorginstelling01] ;
- verdachte wordt verplicht zich onder behandeling te stellen van een gespecialiseerd PMT-behandelaar of soortgelijke instelling;
- verdachte volgt gedurende het hele traject onderwijs;
- verdachte wordt verplicht zich onder behandeling van [stichting01] of een soortgelijke instelling te stellen,
waarbij aan de gecertificeerde instelling, te weten de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering (hierna: de WSS) te Amsterdam de opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden.
Tijdens de mondelinge behandeling voegt de vertegenwoordigster van de Raad daar nog aan toe dat verdachte ook een begeleider van de [stichting01] mag meenemen naar de ouderbijeenkomsten. De Raad stelt het advies in die zin bij dat een voorwaardelijke jeugddetentie helpend wordt geacht, om te voorkomen dat verdachte nog terug in detentie moet. Het advies moet bovendien nog worden aangepast, in die zin dat wordt bedoeld [jeugdzorg01] en niet [zorginstelling01] . Volgens de Raad kan verdachte PMT en Tools4U naast elkaar volgen. Daarnaast vindt de Raad het belangrijk dat de begeleiding vanuit de [stichting01] voortgezet wordt.
De rechtbank heeft voorts kennisgenomen van het rapport van Drs. [deskundige01] , registerpsycholoog kinder- en jeugd d.d. 2 juni 2022. Uit het onderzoek komt naar voren dat [verdachte01] een gemiddeld begaafde jongeman is die te maken heeft met ADHD. Hij is snel beïnvloedbaar door de situatie en nog onvoldoende in staat is tot een zelfstandige opstelling. Hij overziet de gevolgen van zijn gedrag niet en volgt veelal zijn impulsen. Een eenmaal ingeslagen weg kan of wil hij zelf niet veranderen. Hij is als gevolg van zijn problematiek te weinig in staat om voorafgaand aan een situatie meerdere afwegingen te maken. [verdachte01] geeft aan dat hij vooraf niet op de hoogte was van de straatroven. Hij geeft toe dat hij erbij was, maar legt de schuld van de bedreigingen, mishandelingen en diefstallen buiten zichzelf. De ernst van het ten laste gelegde is een beetje tot hem doorgedrongen toen hij kwam vast te zitten. Hij begrijpt dat dergelijke berovingen passen bij antisociaal handelen, maar lijkt niet te hebben geleerd van de opsluiting die hierbij hoort. Hij laat zich heel gemakkelijk door de situatie beïnvloeden en laat hierbij zijn eigen behoeftebevrediging prevaleren ondanks het overschrijden van grenzen. [verdachte01] vindt het lastig om te mentaliseren. Er is een onbalans tussen zijn zelfwaardering en de juiste emotionele reacties (zoals gevoelens van schuld, schaamte of medelijden als hij de belangen van anderen schaadt of het voornemen heeft dit te doen) op het eigen falen in moreel opzicht. Hij heeft nog onvoldoende kunnen verinnerlijken wat goed en fout is. Zijn informatieverwerkingsproblemen, impulsieve karakter, sterke neiging tot zelfcontrole en emotieregulatie zorgen ervoor dat hij situaties nauwelijks analyseert en hierdoor niet vooraf ziet wat de gevolgen kunnen zijn. [verdachte01] dient op een praktische, gestructureerde manier te worden geholpen bij het benoemen van problemen en het stapsgewijs leren oplossen hiervan. Gezien de zeer sterke behoefte van [verdachte01] om buiten te zijn bij de overlast gevende hanggroepjongeren is het van belang dat [verdachte01] meer probleemoplossende vaardigheden aanleert in sociale situaties, zijn sociale vaardigheden leert versterken en anders leert omgaan met mensen. Door zijn behoefte om erbij te horen ontbreekt hem het vermogen om nee te zeggen tegen leeftijdgenoten.
Concreet wordt het volgende geadviseerd:
- [verdachte01] moet onder toezicht staan. Dit kan in de vorm van intensief traject van begeleiding.
- Voor de zorgen die er zijn over zijn beïnvloedbaarheid, de mogelijke tekorten in zijn zelfvertrouwen, de sociale vaardigheden en oplossingsvaardigheden wordt een interventie als Tools4U in de Plusvariant geadviseerd.
- Een psychomotore therapie is helpend, aangezien hij moeite heeft om wat hij ziet, voelt en denkt te integreren.
- De belanghebbenden zijn zich nog onvoldoende bewust van de impact van zijn informatieverwerkingsproblemen in combinatie met zijn ADHD-problematiek. Daarom is educatie nodig.
- Om de schoolgang optimaal te laten verlopen, zijn duidelijke afspraken met school nodig.
- Het is van belang dat aandacht wordt besteed aan het delictscenario. [verdachte01] dient dit uit te diepen met zijn jeugdreclasseerder.
- Om dit alles in goede banen te leiden, is vanuit strafrechtelijk kader toezicht van de jeugdreclassering nodig.
De rechtbank neemt voorgaande conclusie van de psycholoog over en maakt deze tot de hare, waaronder het standpunt van de psycholoog dat de ten laste gelegde feiten, mits bewezenverklaard, in verminderde mate aan verdachte kunnen worden toegerekend.
De jeugdreclasseerder heeft tijdens de mondelinge behandeling toegelicht dat verdachte zelf is teruggekeerd naar [jeugdzorg01] . Verdachte zal daar starten met PMT. Gebleken is dat verdachte moeite heeft met het omgaan met emoties, om deze te erkennen en te herkennen. Hij heeft in zijn jeugd al veel meegemaakt, waardoor hij beschadigd is geraakt. Als verdachte niet behandeld wordt, dan zal hij in hetzelfde kringetje blijven lopen. Verdachte moet zelf ook gaan beseffen dat het anders moet. Het is nog te vroeg om te zeggen of hij de positieve lijn kan vasthouden. De jeugdreclasseerder zou graag zien dat verdachte vanuit [jeugdzorg01] naar een open groep gaat, om daar verder aan zijn toekomst te kunnen werken. Afgevraagd moet worden of een taakstraf voldoende zal zijn of dat een voorwaardelijke jeugddetentie nodig is. De jeugdreclasseerder ziet geen toegevoegde waarde in Tools4U, gelet op de behandeling die verdachte binnen [jeugdzorg01] krijgt. De jeugdreclasseerder staat achter het advies van de Raad.
De begeleider van [stichting01] geeft aan dat verdachte moeite heeft met het komen en gaan van mensen in zijn leven. Hij heeft veel pijn en verdriet van het gemis van zijn ouders en familie. Verdachte heeft veel steun nodig, maar wel op een manier die bij hem past.
Strafoplegging
Bij de strafoplegging heeft de rechtbank de hiervoor genoemde omstandigheden in aanmerking genomen, alsook de landelijke oriëntatiepunten van het LOVS voor minderjarigen en het taakstrafverbod.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat, gelet op de aard en de ernst van de feiten een leerstraf voor de duur van 35 uur, in de vorm van Tools4U Regulier Plus, passend en geboden is. Daarnaast is een jeugddetentie voor de duur van 48 dagen, waarvan 30 dagen voorwaardelijk, met aftrek van het voorarrest, passend als stok achter de deur. De rechtbank gaat uit van 18 dagen voorarrest. Het uitgangspunt van de rechtbank is dat verdachte niet meer terug hoeft naar de jeugdgevangenis. Daarbij zal de rechtbank verdachte een proeftijd van twee jaar opleggen waarin verdachte zich, naast de algemene voorwaarde, aan de volgende bijzondere voorwaarden zal dienen te houden.
Verdachte:
- wordt verplicht zich onder behandeling te stellen van een gespecialiseerd PMT-behandelaar of van een soortgelijke instelling als de gecertificeerde instelling dit nodig acht;
- volgt gedurende het hele traject onderwijs;
- wordt verplicht zich onder behandeling van de [stichting01] of van een soortgelijke instelling te stellen;
- wordt verboden om contact te leggen of te laten leggen met medeverdachten [medeverdachte01] en [medeverdachte02] voor zo lang als de WSS dit nodig acht,
waarbij aan de gecertificeerde instelling, te weten de WSS de opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden.
De rechtbank zal de bijzondere voorwaarde op grond waarvan verdachte bij [jeugdzorg01] moet verblijven niet overnemen, omdat dat verblijf in het civiele kader al is opgelegd.
De rechtbank overweegt voorts dat verdachte strafbare feiten heeft gepleegd welke gericht zijn tegen de onaantastbaarheid van personen. De psycholoog stelt dat de kans dat verdachte opnieuw gewelddadige strafbare feiten zal plegen, groot is. De rechtbank neemt deze conclusie over. Om die reden zal de rechtbank dan ook bevelen dat de hiervoor genoemde bijzondere voorwaarden en het uit te oefenen toezicht door de jeugdreclassering dadelijk uitvoerbaar zijn.
Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat aan verdachte ook een werkstraf moet worden opgelegd en wel voor de duur van 20 uren, te vervangen door 10 dagen jeugddetentie. Hij moet ervaren dat er consequenties verbonden zijn aan de feiten die hij heeft gepleegd.