Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 juli 2023 in de zaak tussen
[naam eiser] , te [plaatsnaam] , eiser,
Inleiding
22 oktober 2019. Vervolgens heeft het college met een besluit van 10 december 2019 (primair besluit 2) de te veel betaalde bijstand over de periode van 2 september 2019 tot en met 30 september 2019 teruggevorderd tot een bedrag van € 946,27. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen de primaire besluiten.
Overwegingen van de rechtbank
Beroepsgronden
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- stelt het college in de gelegenheid om het gebrek in het bestreden besluit te herstellen binnen zes weken na verzending van deze tussenuitspraak, met inachtneming van wat in deze tussenuitspraak is overwogen;
- draagt het college op om, als geen gebruik wordt gemaakt van de gelegenheid het gebrek te herstellen, dat binnen twee weken na verzending van deze tussenuitspraak aan de rechtbank mee te delen;
- houdt iedere verdere beslissing aan.