In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep dat eiseres heeft ingesteld omdat het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal volgens haar niet op tijd heeft beslist op haar verzoek op grond van de Wet open overheid (Woo) van 12 september 2022. De rechtbank doet uitspraak zonder zitting, omdat het beroep kennelijk gegrond is, zoals mogelijk gemaakt door artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Eiseres heeft haar aanvraag op 12 september 2022 ingediend. Het college had binnen vier weken moeten beslissen, maar heeft de beslistermijn op 21 september 2022 met twee weken opgeschort. Dit betekent dat het college uiterlijk op 24 oktober 2022 had moeten beslissen. Aangezien deze termijn inmiddels verstreken is, heeft eiseres het college op 5 maart 2023 in gebreke gesteld. De rechtbank oordeelt dat het college nog steeds geen besluit heeft genomen en bepaalt dat het college dit alsnog moet doen binnen twee weken na verzending van deze uitspraak.
Daarnaast legt de rechtbank een dwangsom op van € 100,- per dag voor elke dag dat het college de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank stelt geen bestuurlijke dwangsom vast, omdat artikel 8.2 van de Woo bepaalt dat paragraaf 4.1.3.2 van de Awb niet van toepassing is op besluiten op grond van deze wet. Het beroep is gegrond, wat betekent dat eiseres gelijk krijgt. Het college moet het griffierecht van € 365,- en een vergoeding van € 418,50 voor proceskosten aan eiseres betalen.