ECLI:NL:RBZWB:2023:4816
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering omgevingsvergunning voor zijdelingse uitbouw op perceelgrens in Breda
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van eisers tegen de weigering van hun vergunningaanvraag voor een zijdelingse uitbouw aan hun woning. De aanvraag werd door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda geweigerd op 24 januari 2022, en na bezwaar bleef het college bij deze weigering in het besluit van 17 mei 2022. De rechtbank heeft het beroep op 28 februari 2023 behandeld, waarbij eisers en de gemachtigde van het college aanwezig waren. De rechtbank heeft het onderzoek aangehouden om eisers de kans te geven een tegenadvies van een stedenbouwkundige in te dienen, waarop het college schriftelijk reageerde.
Eisers wonen in een hoekwoning en willen hun woonruimte uitbreiden met een zijdelingse uitbouw die op de perceelgrens zou komen. Het college heeft de vergunning geweigerd omdat de uitbouw in strijd is met het bestemmingsplan, dat vereist dat er minimaal drie meter afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrens moet zijn. De rechtbank oordeelt dat de weigering van de vergunning terecht is, omdat het stedenbouwkundig advies negatief was en de uitbouw de stedenbouwkundige kwaliteit van de straat zou aantasten.
Eisers voerden aan dat het gelijkheidsbeginsel was geschonden, omdat in de buurt vergelijkbare uitbouwen zijn gerealiseerd. De rechtbank oordeelt echter dat deze gevallen niet vergelijkbaar zijn, omdat de omstandigheden verschillen en eerdere vergunningen onder een ander bestemmingsplan zijn verleend. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor het besluit van het college in stand blijft. Eisers krijgen geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.