ECLI:NL:RBZWB:2023:4748

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
7 juli 2023
Publicatiedatum
7 juli 2023
Zaaknummer
AWB- 23_2410 VV
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening inzake openbaarmaking van informatie over klimaat in pluimveestallen

Op 7 juli 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker bezwaar heeft gemaakt tegen een besluit van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 16 maart 2023. Dit besluit betrof de gedeeltelijke toewijzing van een verzoek van Stichting Wakker Dier om openbaarmaking van informatie over het klimaat in pluimveestallen op basis van de Wet open overheid (Woo). De minister had bepaald dat de feitelijke openbaarmaking van de documenten niet eerder zou plaatsvinden dan twee weken na het besluit, omdat er naar verwachting bezwaar zou zijn van belanghebbenden tegen deze openbaarmaking.

Verzoeker heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt en verzocht om een voorlopige voorziening. De minister heeft de voorzieningenrechter geïnformeerd dat de openbaarmaking wordt opgeschort totdat er een uitspraak is gedaan. De rechtbank heeft in eerdere beslissingen bepaald dat beperking van de kennisneming van bepaalde stukken gerechtvaardigd is. Tijdens de zitting op 4 juli 2023 is verzoeker verschenen, bijgestaan door een gemachtigde, terwijl de minister vertegenwoordigd was door mr. M. Looijs.

De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de belangenafweging bij de beslissing om een voorlopige voorziening te treffen van groot belang is. Verzoeker heeft aangevoerd dat Stichting Wakker Dier onjuiste informatie heeft verspreid en dat hij niet wil dat zijn gegevens worden gebruikt. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat de privacy van verzoeker gewaarborgd is door het weglakken van persoonsgegevens en dat de openbaarheid van informatie in het kader van de Woo voorop staat. Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, zonder proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 23/2410 WOO VV

uitspraak van 7 juli 2023 van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam verzoeker] , te [woonplaats] , verzoeker,

en

de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder.

Als derde partij heeft aan het geding deelgenomen:
Stichting Wakker Dier, te Amsterdam.

Procesverloop

Verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van de minister van 16 maart 2023 (bestreden besluit) over de gedeeltelijke toewijzing van het verzoek van derde partij om openbaarmaking van informatie over het klimaat in stallen van pluimveebedrijven op grond van de Wet open overheid (Woo). De minister heeft daarbij met toepassing van artikel 4.4, vijfde lid, van de Woo bepaald dat de feitelijke openbaarmaking van de documenten niet eerder plaatsvindt dan twee weken na 16 maart 2023, omdat naar verwachting belanghebbenden bezwaar hebben tegen de openbaarmaking van deze documenten.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit bezwaar gemaakt. Hij heeft tevens de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De minister heeft de voorzieningenrechter meegedeeld dat de openbaarmaking wordt opgeschort totdat de voorzieningenrechter uitspraak heeft gedaan op het verzoek om voorlopige voorziening. Daarnaast heeft de minister de op de zaak betrekking hebbende stukken ingezonden. Ten aanzien van een deel van de stukken heeft het college verzocht om toepassing van artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Bij beslissingen van 14 juni 2023 en 27 juni 2023 heeft de rechtbank bepaald dat beperking van de kennisneming van deze stukken gerechtvaardigd is. Verzoeker en Stichting Wakker Dier hebben de rechtbank toestemming verleend om de stukken, waarvan de rechtbank de beperkte kennisneming gerechtvaardigd acht, te betrekken in de beoordeling van het beroep.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden in Breda op 4 juli 2023. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door [naam betrokkene] . De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. M. Looijs en [naam vertegenwoordiger] . Derde partij is niet verschenen.

Overwegingen

1. Op 12 maart 2021 heeft Stichting Wakker Dier op grond van de toen nog geldende Wet openbaarheid van bestuur (Wob) verzocht om alle bij de Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit (NVWA) beschikbare informatie over het beleid alsmede de concrete toepassing van dit beleid met betrekking tot temperatuur en klimaat in pluimveestallen vanaf 1 januari 2015 t/m 12 maart 2021.
Op 1 mei 2022 is de Wet open overheid in werking getreden. Artikel 10.1 van de Woo bepaalt dat de Wob wordt ingetrokken. Er is niet voorzien in overgangsrecht. Dat betekent dat de Woo onmiddellijke werking heeft en dat met ingang van 1 mei 2022 besluiten op vóór de inwerkingtreding van de Woo ingediende Wob-verzoeken of beslissingen op vóór de inwerkingtreding van de Woo ingediende bezwaarschriften tegen een Wob-besluit met inachtneming van de bepalingen van de Woo moeten worden genomen.
2. Bij het bestreden besluit heeft de minister het Woo-verzoek gedeeltelijk toegewezen maar de feitelijke openbaarmaking van de informatie uitgesteld. De minister heeft in het bestreden besluit tevens overwogen dat Stichting Wakker Dier heeft aangegeven geen bezwaar te hebben tegen het verstrekken van de openbaar te maken informatie in geanonimiseerde vorm, zonder persoonsgegevens en zonder bedrijfsgegevens. De tot verzoeker of zijn bedrijf te herleiden informatie valt hierdoor buiten de reikwijdte van het verzoek en is in de documenten grijs gelakt.
3. Op grond van artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
De voorzieningenrechter stelt voorop dat bij het nemen van een beslissing op een verzoek om voorlopige voorziening een voorlopig oordeel over de rechtmatigheid van het bestreden besluit een belangrijke rol speelt. Verder dient deze beslissing het resultaat te zijn van een belangenafweging, waarbij moet worden bezien of uitvoering van het bestreden besluit voor verzoeker een onevenredig nadeel met zich zou brengen in verhouding tot het door een onmiddellijke uitvoering van dat besluit te dienen belang.
Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventuele) bodemprocedure niet.
4. Verzoeker heeft aangevoerd dat Stichting Wakker Dier incidenten heeft uitvergroot, feiten onjuist heeft weergegeven, fragmenten uit het buitenland heeft gekoppeld aan Nederlandse bedrijven en de pluimveesector in diskrediet heeft gebracht. Daarom wil verzoeker niet dat zijn gegevens worden gebruikt door Stichting Wakker Dier.
5. Ingevolge artikel 4.1, eerste lid, van de Woo, kan eenieder een verzoek om publieke informatie richten tot een bestuursorgaan of een onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan werkzame instelling, dienst of bedrijf.
Op grond van artikel 4.1, zevende lid, van de Woo, wordt een verzoek om informatie ingewilligd met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 5.
In hoofdstuk 5 van de Woo is onder meer bepaald dat het openbaar maken van informatie ingevolge deze wet achterwege blijft voor zover dit persoonsgegevens betreft.
5.1
De voorzieningenrechter heeft kennis genomen van de weggelakte passages en stelt vast dat het uitsluitend persoonsgegevens betreft. Concreet ziet de openbaarmaking op een zogeheten herstelbrief van 24 februari 2016 waarin door inspecteurs melding is gemaakt van onvoldoende ventilatie en waarin de geadresseerde is gemaand meer te ventileren. Door het weglakken van de persoonsgegevens is deze herstelbrief niet herleidbaar tot verzoeker.
5.2
Verzoeker wil meer informatie weggelakt hebben omdat Stichting Wakker Dier volgens hem misbruik maakt van de informatie en daarmee de pluimveesector imagoschade berokkent.
5.3
De voorzieningenrechter stelt voorop dat bij beslissingen op grond van de Woo de belangen van de aanvrager geen rol spelen. Eenieder kan een verzoek om publieke informatie indienen en het belang van openbaarheid staat centraal. Een bestuursorgaan moet beslissen op een aanvraag overeenkomstig de regels van de Woo. Gelet hierop heeft de minister zich terecht op het standpunt gesteld dat hij de openbaarheid niet kan weigeren om de enkele reden dat Stichting Wakker Dier daar om gevraagd heeft. De minister heeft buiten de persoonsgegevens geen andere uitzonderingsgronden aangetroffen en de voorzieningenrechter kan de minister hier in volgen.
6. Omdat de minister de privacy van verzoeker gewaarborgd heeft komt naar het oordeel van de voorzieningenrechter voor wat betreft de overige inhoud van de herstelbrief aan het uitgangspunt van openbaarmaking doorslaggevende betekenis toe boven het belang van verzoeker om die brief (integraal) geheim te houden. Ten slotte kan verzoeker alleen opkomen voor zijn eigen belang en kan de, verder niet onderbouwde, vrees dat Wakker Dier de pluimveesector als geheel (imago)schade berokkent het bestreden besluit niet aantasten.
7. De voorzieningenrechter zal daarom het verzoek om voorlopige voorziening afwijzen. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. drs. E.J. Govaers, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. P.H.M. Verdonschot, griffier, op 7 juli 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
P.H.M. Verdonschot, griffier E.J. Govaers, voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.